5v présentation destination francophone

le futur et le conditionnel 
  • Grandes Lignes chapitre 1: vidéo et Zaz
  • Blooket 
  • Stromae - Formidable: 
  1. soulignez le plus de verbes que possible, 
  2. le temps
  3. notez l'infinitif 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

le futur et le conditionnel 
  • Grandes Lignes chapitre 1: vidéo et Zaz
  • Blooket 
  • Stromae - Formidable: 
  1. soulignez le plus de verbes que possible, 
  2. le temps
  3. notez l'infinitif 

Slide 1 - Slide

Cours de français - 5 vwo 
Période 1

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

La présentation
  • De presentatie duurt 5 minuten en wordt ondersteund door een Prezi of Powerpointpresentatie met titel en plaatjes (verder geen tekst). 
  • Je mag een spreekkaartje gebruiken met maximaal 10 steekwoorden, geen zinnen. 
  • Wees overtuigend: verkoop jouw 'destination francophone' alsof dit het mooiste stukje op aarde is.  

Slide 4 - Slide

Les vacances...
Qui?
Quoi? 
Où?
Quand?
Pourquoi?
Comment?



Slide 5 - Slide

Les vacances...
Tu as passé tes vacances avec qui?
J'ai passé mes vacances avec ma famille.
Quoi? --> Qu'est-ce que tu as fait pendant tes vacance
Pendant mes vacances, j'ai fait du surf/de la natation/ de l'escalade.
Quelle est ta destination de vacances?
Ma destination de vacances était la Grèce/la France/l'Espagne.



Slide 6 - Slide

Les vacances...
Tu es allé où?
Je suis allée en Espagne/au Japon.
Tu es parti quand/ combien de temps?
Je suis parti le 5 août et je suis rentré le 5 septembre.
J'y étais pendant trois semaines.
Tu y es allé comment?
J'y suis allé en voiture/en avion/train/à pied/à vélo.



Slide 7 - Slide

Vocabulaire
Je suis allé(e) en Espagne/Grèce/Italie
J'ai été au Portugal.
Nous sommes allés aux États-Unis. 
Nous sommes restés aux Pays-Bas.

nager / faire de la natation = zwemmen

Slide 8 - Slide

Vocabulaire

Je suis allé en voiture/en avion/train/à pied/à vélo.
nager / faire de la natation = zwemmen
J'ai nagé dans la mer. / J'ai fait de la natation dans la piscine.
Je suis parti le 5 août et je suis rentré le 5 septembre.
Je suis parti en juillet / en août. 

Slide 9 - Slide

Programma période 1
  1. Jeudi 3 octobre: idioomtoets Chapitre 1
  2. Lundi 7 et 14 octobre: présentation orale - pays/ville francophone
  3. Toetsweek (le 11 novembre): Chapitre 1 - Grandes Lignes 

Slide 10 - Slide

Les questions à répondre
wat? - wat kan je er zoal doen/zien? / wat is de hoofdstad? /
waar? - waar ligt het? / waar is het mooiste gedeelte van het land?
wie ? - wie is de president/koning van het land?/ aantal inwoners/wie spreken er allemaal Frans (iedereen of gedeelte?)
wanneer? - wanneer kan je het beste reizen in dit land?
hoe? - Hoe reis je in dit land? Hoe kom je er vanaf Nederland? /

Slide 11 - Slide

Regardez la vidéo
1. Hoeveel mensen spreken Frans in de wereld?  
2. Op welke plek staat de Franse taal in de wereld?
3. Hoe komt het dat de Franse taal zoveel gesproken wordt?
4. Waarom verwacht men dat de Franse taal in 2060 door nog veel meer mensen gesproken wordt?
5. Waarom is dit goed nieuws voor de Fransen?

Slide 12 - Slide

La Francophonie - Quels pays?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Source A - Chapitre 1
Le travail volontaire
récolter de l'argent
Une association caritative 
Téléthon --> vidéo 1jour1actu
Grandes Lignes: interview et Texte
Source A - Je m'engage: exercice 1, 2ab, 5abc, 7abc

Slide 16 - Slide

Pays/ville francophone – Où? Le plus de questions possible
  • Waar ligt het? De geografische ligging: continent, waar in het land? 
  • Waar spreekt met Frans?
  • Waar vind je de meest bijzondere bezienswaardigheden? 
La situation géografique
Où parle-t-on le français? / Les francophones habitent où?
Les curiosités incontournables!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Chapitre 1: Les verbes commencer, jeter, acheter et partager
  • Parler (standaard ww in 5 tijden)
  • Zoek de verschillen: commencer, jeter, acheter et partager
  • Verbuga.eu (5 minutes) 
  • Taak: exercice 24 

Slide 25 - Slide

Lundi 30 septembre
  • Chapitre 1: le futur et le conditionnel + Blooket + Stromae/Zaz
  • Présentations: questions? feedback?
  • Uitleg taak incl Woots inlog en uitdelen tekst
  • Vocabulaire chapitre 1 C (wie noemt meeste woorden in 20sec)
Les devoirs: leer voca chapitre 1 & de presentatie

Slide 26 - Slide

Présentations
  • Questions? 
  • Feedback?
  • Uitleg taak incl Woots inlog en uitdelen tekst
  • Vocabulaire chapitre 1 C (wie noemt meeste woorden in 20sec)
Les devoirs: leer voca chapitre 1 & de presentatie

Slide 27 - Slide

Taak tijdens presentaties le 7 et 14 octobre
De opdrachten ter voorbereiding van de toets in de toetsweek staan in Teams.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Travail écrit test
Combinaison entre le voca et les phrases-clés 
- Opinion quant à la protection de la terre
- Description d'une association comme Amnesty International

Ordre des mots + faites des phrases avec le voca et les phrases

Slide 31 - Slide