Politiek 3.4 Regering en Tweede Kamer

Regering en Tweede Kamer
3.4
1 / 17
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Regering en Tweede Kamer
3.4

Slide 1 - Slide

1. Terugblik
2. Leerdoelen van vandaag
3. Uitleg
4. Aan de slag
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Slide

Terugblik: Wat hebben we vorige les geleerd?
  • Het verschil tussen linkse en rechtse partijen.
  • Wat midden partijen zijn

Slide 3 - Slide

welke partij is een rechtse partij?
A
D66
B
partij voor de dieren
C
groen links
D
VVD

Slide 4 - Quiz

Deze partijen vinden vrijheid voor personen en bedrijven belangrijk
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 5 - Quiz

Vinden economische vrijheid heel belangrijk
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 6 - Quiz

Burgers moeten vooral voor elkaar zorgen
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 7 - Quiz

De rijken moeten meer belasting betalen voor de zwakkeren.
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen
Wat zijn de 6 stappen hoe een wet tot stand komt?
Belangrijke vragen bij H.3.4
Wat zijn de taken van de Tweede Kamer?
Wat zijn de taken van de minsters?
Wat doet de koning?

Slide 9 - Slide

Wie moeten er voor 
het land keuzes maken?
- De ministers
- De tweede Kamer
+
Ministers
Tweede kamer

Slide 10 - Slide

wat voor taken hebben ministers?
  • Bedenken samen plannen die later een wet worden.
  •  Zorgen dat de plannen worden uitgevoerd

Ministers + Koning = Regering


Slide 11 - Slide

Wat is de Tweede Kamer?
  • Zijn de mensen die over wetten discussiëren en  stemmen.
  • Ze controleren of de ministers hun werk wel doen.
  •  Mogen zelf wetsvoorstellen indienen


Slide 12 - Slide

Wat is een wetsvoorstel?
Een plan om bepaalde problemen aan te pakken.

Wat zijn de stappen?

Slide 13 - Slide

Hoe komt een wet tot stand?
Probleem
wetsvoorstel
veel praten
stemmen
handtekening
uitvoering

Slide 14 - Slide

Wat doet Koning Willem Alexander?
  • Hij is het staatshoofd van Nederland.
  • Hij heeft niet heel veel macht omdat hij niet gekozen is.
  •  Hij mag geen besluiten over ons land nemen.
  •  Wel handtekening onder wet
  •  Vertegenwoordigd NL in buitenland
  •  Benoemen van ministers
  •  Leest op Prinsjesdag de troonrede voor

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Maken:
  • Opdracht 2, 3, 4, 7 + samenvatting
  • Blz. 74 t/m 77 

Hoe?
  • In tweetallen of alleen
  • Zachtjes overleggen
  • Vraag? Steek je hand op
Opdrachten nakijken



Hoe?
  • Klaar? Laat zien aan de leraar.
Goed zo! 
Jij verdient even tijd om iets leuks te doen!

Hoe?
  • Ga iets voor jezelf doen.
  • Doe dit zachtjes
  • Vraag? Steek je vinger op

Slide 17 - Slide