didactische ondersteuning les 3

• Keuzedeel didactische ondersteuning
• MBO
• Studiejaar 2

Didactische werkvormen les 3 

Keuzedeel didactisch handelen basisonderwijs

mix - ruil - koppel

wat weet je nog van de vorige les?

We gebruiken het materiaal wat vorige week gebruikt is. 

Mix - ruil - koppel

je krijgt een woord of een blad,  je loopt door elkaar en als je iemand tegen komt dan vertel je wat je op je blaadje hebt staan en wat jij denkt welk begrip hier bij hoort. Daarna luister je naar de ander, wat heeft hij staan en als het een woord is dan vertelt diegene wat hij denkt wat het begrip  betekent. daarna ruil je weer. 

als docent zegt : bevries, dan stop je, bij  koppel, zoek je diegene op waarvan je denkt dat die bij jouw woord of omschrijving hoort. 

Doe het even voor. ( komt weer terug bij uitleg wijze lessen, stap 3 daarvan) 

wat je zou doen afgelopen week.

Kies uit de 43 activerende werkvormen op blz 60 en verder 3 werkvormen uit die jou aanspreken. 

bedenk  komende week hoe je die in zou willen zetten in de dagelijkse praktijk op je ( leer) werkplek. 

om de beurt 

vertel om de beurt wat je hebt bedacht: 

( heeft iemand het ook uitgevoerd ?)

de anderen luisteren goed en stellen vragen/ geven feedback.

voorkennis:
noem eens 5 categorieën werkvormen

instructie

interactie

opdracht

samenwerking

spel

doelen deze les

- student maakt kennis met verschillende didactische werkvormen

- student weet dat er 5 verschillende categorieën zijn van werkvormen

- kent de 8 kenmerken van een werkvorm zodat deze effectief ingezet kunnen worden.

wat is een didactische werkvorm

1. 

• een belangrijk onderdeel waarop leerkracht onderwijssituatie vormgeeft.
• je hebt verschillende doelen met je les en middels de didactische werkvorm streef je ernaar om de doelen te bereiken.

2. 

• elke didactische keuze heeft een pedagogische consequentie. 
• de werkvorm is nooit neutraal, maar heeft altijd bij-effecten.

bij-effecten van een didactische keuze.

 bijvoorbeeld: een coop werkvorm, niet alleen de didactische doelen, maar ook het leren samenwerken.

De verschillende werkvormen

• Week 3:
• Instructievormen
• Opdrachtvormen
• Week 4:
• Interactievormen
• Samenwerkingsvormen
• Spelvormen
  
  Van elke categorie worden er enkele behandeld met tussendoor quizvragen 

Voorwaarden werkvormen

1. Groepsgrootte
2. Tijdsduur
3. Docenttijd
4. Hulpmiddelen
5. Uitvoering
6. Leerlingactiviteit
7. Sterke kanten
8. Zwakke kanten 

Instructievormen

Instructievormen, ook wel aanbiedende werkvormen of voordrachtsvormen genoemd,

hebben als kenmerk dat ze docentgestuurd zijn. De ‘leerstofgerichtheid’ is

daarbij meestal groter dan de ‘leerlinggerichtheid’. Dit wil overigens niet zeggen dat

instructievormen bij voorbaat minder geschikt zijn. Het nut van een werkvorm

wordt in eerste instantie bepaald door de wijze waarop deze werkvorm (les)doelen

helpt realiseren. Instructievormen worden vaak gebruikt bij het geven van een inleiding,

het presenteren van basiskennis en het doorgeven/structureren van informatie.

Doceervorm

Omschrijving:

1 docent, die aan 1 groep leerlingen, verbaal informatie doorgeeft waarbij leerlingen vooral luisteren en aantekeningen maken

4 manieren van doceren, welke? Zie blz. 88

Vertelling

Eigenlijk variant op doceervorm

4 vormen: 
Observatieverhaal

Inlevingsverhaal

Interpretatieverhaal

Poëtische voordracht

www.leraar24.nl

Educatief TV programma

Middel kan zijn; motiverend start van de leerperiode, ondersteuning van nieuwe informatie of als afsluiting van een leerperiode

Welke educatieve TV programma's ken je voor jouw doelgroep?

PPP/ Prezi

Een sterk visueel hulpmiddel met regels:

https://prezi.com/dashboard/next/#/all

• KISS principe; keep it short and simple
• Dezelfde vormgeving
• Hetzelfde lettertype

Excursie

Afstand tussen tussen theorie en praktijk verkleinen

Basisgedachte excursie; realiteitsaspect

Welke excursies heb jij wel eens gehad en met welk doel?

Demonstratie

Omschrijving: door 1 of meerdere personen wordt er verbaal en aanschouwelijk iets getoond of gedemonstreerd

3 vormen: 

Tonen

Vertonen

Aantonen

Wat is een vertelling?

Wat is belangrijk bij een PPP?

Opdrachtvormen

Hierbij gaat het om werkvormen waarbij aan leerlingen bepaalde taken worden

opgedragen. In de meeste gevallen gaat het erom dat ze creatief en zelfstandig werken,

hoewel dit niet hoeft te betekenen dat dit individueel gebeurt. Kenmerkend is

dat bij kennisverwerving het proces net zo belangrijk is als het product. Echte kennis

blijkt vooral uit het kunnen omgaan met informatie.

3 hoofdvormen:

• Verzamelen
• Verkennen
• Experimenteren

Huiswerk

Huiswerk meegeven heeft een onderwijskundig doel. 

Maar ook opvoedkundige doelen zoals leren plannen, discipline, mate van zelfstandigheid, verantwoordelijkheidsgevoel, nemen van initiatief

Ofwel, de EXECUTIEVE FUNCTIES

Schrijven van een levensverhaal

Elke leerling wordt gevraagd zijn leven te beschrijven (hobby's, geloof, familie, gebeurtenissen)

Op welke manier zou jij deze opdrachtvorm inzetten tijdens een les?

Collage

Verzameling van opgeplakte beelden of voorwerpen die een boodschap visueel weergeven. 

Meerdere vormen: tekstcollage, beeldcollage, fotocollage, vormcollage, scheurprent, knipselkrant.

Maken van een cartoon

Wat kan de functie zijn van het maken van een cartoon? En ik welke les zet je dit in?

Muurkrant maken

Een geschreven en getekende, op de muur geplakte krant, waarbij een bepaald probleem of onderwerp aan anderen kenbaar gemaakt wordt.

Mindmap maken

Creatieve manier voor weergeven van informatie of om aantekeningen te maken. Manier om gedachten te ordenen. 

Opdracht: maak een mindmap over de voorbereiding van een vakantie

Maken van toetsvragen

Een tekst verwerken door er zelf toetsvragen over te maken. Wat is het nut hiervan denken jullie?

Soorten vragen: 

Open vragen

Invulvragen

Meerkeuzevragen

Matchingsvragen

Ja/ nee vragen

Practicum

Kan worden gegeven bij biologie, aardrijkskunde, natuurkunde

Methodische werkvorm in groepjes of individueel een praktische activiteit uitvoeren. 

Illustrerende, ontdekkende, inoefenende en onderzoekende practicum, blz. 275 van het boek

Schrijven van geheimtaal

In geheime taal informatiedoorgeven aan anderen met niet taalkundige tekens, wanneer zou je dit in kunnen zetten?

Wat is de functie van een mindmap maken?

Bij welke les zou jij het maken van een muurkrant inzetten?

Tot zover!

Volgende week behandelen we de andere didactische werkvormen

 lees daarom hoofdstuk  8-10-11