2BK 2.14 Aansporende teksten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

2.14 Aansporende tekst

blz: 92

Lesdoel

Aan het einde van de les:

• herken je een aansporende tekst

Blz. 92

overhalen

- De schrijver wil de lezer overhalen iets te doen.

Hij doet dit met aansporende teksten. 

Aansporende tekst

Bedenk 2 aansporende teksten.

Opdracht 1 

a. waaraan kun je zien dat het een aansporende tekst is; 

b. wat wil de schrijver dat je gaat doen of kopen.

blz: 86

a. opvallend, visueel aantrekkelijk, ziet er goed uit, weinig tekst.

b. overhalen en overtuigen.

Herhaling        blz. 37 

Aansporende/overtuigende tekst

Informerende tekst

Uitleggende tekst

Amuserende tekst

Informeren

Informerende tekst

Nieuwsbericht

Amuseren

Amuserende tekst

Fictie

Overhalen

Aansporende tekst

Reclamefolder

Amuseren

Informeren

Overhalen

Aansporende tekst

Vermakende tekst

Informerende tekst

amuseren

informeren

overhalen

amuserende tekst

informerende tekst

aansporende tekst

Welke van de onderstaande tekstvormen is een voorbeeld van een aansporende tekst?

1. reclame
2. een krantenartikel
3. een leerboek
4. een strip

Een aansporende tekst is een:

1. reclame
2. gedicht
3. nieuwsbericht
4. tijdschriftartikel

Tekstsoort?

1. Informerende tekst
2. Amuserende tekst
3. Aansporende tekst

Wat voor soort tekst is dit?

1. Amuserende tekst
2. Aansporende tekst

Wat is het tekstdoel van een reclametekst?

1. amuseren
2. informeren
3. overhalen
4. uitleggen

Wat voor soort tekst is dit?

1. Aansporende tekst
2. Informerende tekst

Het doel van een aansporende tekst is
(Voorbeeld: advertentie, verkiezingsaffiche, folder van Etos):

1. de lezer laten lezen voor zijn plezier
2. een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
3. de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
4. de lezer overhalen iets te gaan doen

Wat is GEEN tekstdoel?

1. informeren
2. amuseren
3. aansporende tekst
4. overtuigen

Wat is het doel van een aansporende tekst?

1. de lezer laten lezen voor zijn plezier
2. een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
3. de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
4. de lezer overhalen iets te gaan doen

Maken + huiswerk (1/2)

Woensdag 31 januari, 5e uur

Lezen: 2.14, blz. 92

Maken: opdr. 3, blz. 93

Opmerking: uitwisselen met klasgenoot (3.1) mag, maar hoeft niet.

Maken + huiswerk (2/2)

Maak voor opdracht 3 in je schrift een tabel zoals hieronder:

Tekst	Waaraan zie je dat dit een aansporende tekst is?	Wat moet je doen volgens de schrijver?	Kenmerken aansporende tekst
1
2

• Herken je een aansporende tekst?

blz: 89

Klaar?

• Maak opdracht 4 blz: 90

voorbeeld schema opdracht 3