This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Items in this lesson
luister naar de inleiding
Paragraaf 4,7
brandjes blussen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Slide
Hoe kun je een benzine brand wel blussen?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Video
00:50
Welke verbrandingsvoorwaarde wordt hier weggenomen?Meerdere antwoorden mogelijk
A
brandstof
B
temperatuur
C
zuurstof
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Slide
https:
Slide 15 - Link
We zagen vlammen maar het biljet is onaangetast. Waarom?
A
De alcohol brandde en niet het papier
B
Het water bluste de brand
C
De temperatuur was niet hoog genoeg
D
geen van deze antwoorden
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Werkt deze proef ook met 100% alcohol?
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Eerder zagen we al de CO2 blusser en nu volgen de poeder en de schuimblusser
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Welk verschil is er volgens jou tussen een poeder en een schuimblusser?
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Slide
Hierna volgt een rekenopdracht maak deze in je schrift en geef het antwoord door via een foto op de laatste slide
Slide 28 - Slide
Tot slot nog een rekenopdracht.
Steenkool bestaat bijna helemaal uit koolstof. Ga er bij deze opgave vanuit dat steenkool C(s) is. Bij de volledige verbranding van steenkool komt koolstofdioxide vrij.
Massaverhouding koolstof : zuurstof = 3 : 8.
Lucht bevat 20 volume% zuurstof.
Bereken hoeveel liter lucht nodig is voor de verbranding van 5 gram steenkool. De dichtheid van zuurstof is 1,43 g/dm3.
Slide 29 - Slide
Succes met de boekopdrachten.
De antwoorden komen eraan...
Vragen kun je kwijt op de volgende slide
Slide 30 - Slide
Hoeveel liter lucht was er nodig? maak een foto of noteer de uitwerking hieronder