Ich mag Eis. Ich stehe auf deutschsprachige Musik.
die Sprache
Geburtstagsgeschenk
eine Tasche oder ein Ruckzack?
Slide 14 - Slide
Antworten:
1. Sie hört alles was ihr gefällt.
2. Weil er diese Kleidung mag.
3. Du telefonierst mit dem Rathaus. (du rufst an).
4. Die Tasche für das Rad. (Fahrrad)
5. Mit Interesse an einem Job in den Ferien.
Slide 15 - Slide
Aussprache: ä, ü, ö
Die Küche, die Tür, das Gemüse, grün, die Fünf, die Mütze, die Tüte,
Der Bär, der Käse, der Bäcker, die Äpfel, das Mädchen, der Käfer,
die Zwölf, der König, die Österreich, der Löwe, der Kopfhörer,
Slide 16 - Slide
TB blz 14
(de laatste 7 zinnen):
1. De docent leest een zin - een leerling spreekt de zin na.
Alle andere luisteren mee!
(!) Praat je tussendoor, lach je of ben jij storend -
kom je naar voren en lees jij luid een zin
3 keer voor de hele klas.
Slide 17 - Slide
AB blz. 11
1. Werk in tweetal: lees om de buurt een zin.
Vind je de uitspraak moeilijk: kijk in TB 2.5 blz. 14,
of TB 1.5 blz. 10,
of vraag de leraar.
Klaar? Ferig?
1. lees TB blz. 11-12 en maak opdrachten in AB blz. 8.
timer
3:00
Slide 18 - Slide
1. Lees TB blz. 11-12 en maak opdrachten in AB blz. 8.
Fahrrad
Krankenhuis
anrufen - bellen
nett - aardig
Zimmer
schön
Küche
Brödchen
früh afstehen - vroeg opstaan
Slide 19 - Slide
Hausaufgabe
1. Alle opdrachten van les 2 zijn af! (AB blz. 8-11)
2. Leer woordjes AB blz. 3-4, of via de Quizlet in de LessonUp die je in de Classroom vinden kan. Blz 4 leer alleen Du-Nl ! ( die woordjes staan niet in Quizlet)
Lesson duration is: 80 min
