Les 8 H5

Was machen wir heute?
  1. logo.de 
  2. Herhaal woordjes H5
  3. Herhaal de grammatica die we tot nu toe geleerd hebben.
  4. Lees de tekst: Dezember 22 " Wie wollen wir in Zukunft leben?? Op blz. 4 waar de tekst is, maak je de opdracht Übung in het groen. Je maakt ook een schematische samenvatting bij deze tekst.
  5. Je maakt 10 zinnen met minimaal 7 woorden (uit de woordenlijst H5). Je gebruikt bij deze zinnen de volgende signaalwoorden: als; bevor; dass; nachdem; obwohl; weil; wenn; dennWiederholen Satzbau 
  6. Begin H 6
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Was machen wir heute?
  1. logo.de 
  2. Herhaal woordjes H5
  3. Herhaal de grammatica die we tot nu toe geleerd hebben.
  4. Lees de tekst: Dezember 22 " Wie wollen wir in Zukunft leben?? Op blz. 4 waar de tekst is, maak je de opdracht Übung in het groen. Je maakt ook een schematische samenvatting bij deze tekst.
  5. Je maakt 10 zinnen met minimaal 7 woorden (uit de woordenlijst H5). Je gebruikt bij deze zinnen de volgende signaalwoorden: als; bevor; dass; nachdem; obwohl; weil; wenn; dennWiederholen Satzbau 
  6. Begin H 6

Slide 1 - Slide

Übersetze
1. de baan 2. de beroepenbeurs 3. de boer 4. contacten leggen 5. mening inbrengen; 6. raar, vreemd; 7. misschien; 8. iets presteren 9. serieus nemen; 10. vrijwillig; 11. de douane 12. het Duitse leger; 13. inboeten; 14. populair 15. bepalen 16. op het gebied van 17. de kapper 18. waarderen 19. het enthousiasme 20. vorm geven  

Slide 2 - Slide

Wörter Kapitel 5 und Signalwörter


Wähle Wörter aus der Wörterliste und bilde 10 Sätze mit minimal 7 Wörtern pro Satz und den oben stehenden Signalwörtern. Denke aan die Grammatik und an den Satzbau. Bist du fertig? Schreibe eine Geschichte mit den Wörtern aus Kapitel 5
        als- bevor - dass - ob - nachdem - obwohl - weil - wenn
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Mache jetzt Übung 16

Slide 4 - Slide

Mache jetzt Übung 16
1 Mein Traumberuf ist 2 interessant finde 3 Um
4 zu werden 5 muss man
6 studieren 7 Wenn man als
8 arbeitet 9 trifft man
10 Dieser Job ist sehr 11 als
12 wenn ich 13 werden will
14 brauche ich

Slide 5 - Slide

Übung 17
Übung 17 H5

Slide 6 - Slide

Übung 17
1F 2R 3F 4F 5F 6F 7R 8R

Slide 7 - Slide

Sehen Übung 19

Slide 8 - Slide

Übung 19
1 B; 2 A; 3 A; 4 A; 5 B; 6 B

Slide 9 - Slide

Übung 23 en 24

Slide 10 - Slide

Übung 23 en 24


Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
De tekst kan gaan over Sabrina, die vrijwilligerswerk in Peru doet of hee
gedaan.

Slide 11 - Slide

Übung 23 en 24
1 Bei mir (regel 4)
2C 3A 4C
5 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Ze heeft veel gezien van Peru: verschillende plaatsen, jungle, waterval.
Samen met Miriam gaat ze op een woensdag of vrijdag samen met een
kleine groep gehandicapten knutselen en zaterdagmiddag sporten. Eenmaal
per maand op zondag gaan ze ook met gehandicapte kinderen wat doen:
lezen, spelen, dansen.
6 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Dansles, een feest voor huisdieren, een Olympiade (waarin kinderen en hun
ouders het tegen elkaar opnemen), een Chocolatada (een feest met warme
chocolade en Paneton).

Slide 12 - Slide

Übung 26

Slide 13 - Slide

Übung 26
A gespannt, veranstalten, Entscheidung, ansonsten, Ausflug, auserwählt,
aufgedreht, Schildkröte, kurios, anstrengend
B Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
1. gespannt: Bringst du deinen neuen Freund mit zur Party? Da bin ich mal gespannt!
2. veranstalten: Meine Freunde veranstalten eine Überraschungsparty für meinen Geburtstag.
3. Entscheidung: Zu Hause zu bleiben war meine Entscheidung.
4. ansonsten: Wir hatten nur einen Tag regen auf Mallorca, ansonsten war es sonnig und warm.
5. Ausflug: Unser Ausflug ins Grüne war ein großer Erfolg.
6. auserwählt: Naima wurde auserwählt, um die Bühne zu betreten.
7. aufgedreht: Sie war richtig aufgedreht, als die Feier ausfiel.
8. Schildkröte: Meine Schildkröte ist gestern ausgebrochen und weggelaufen.
9. kurios: Der Nachmittag war ziemlich kurios, so ganz alleine in der Bäckerei zu arbeiten.
10. anstrengend: Es war sehr anstrengend, mit dem schweren Gepäck herum zu laufen.

Slide 14 - Slide

Übung 32; 33; 34

Slide 15 - Slide

Übung 32
Eigen antwoord 

Slide 16 - Slide

Übung 33
Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Mein Onkel arbeitet im Büro als Sekretär. Er beantwortet jeden Tag für seine Chefin E-Mails und plant die Arbeitswoche für das Team. Er trägt eine Jeans, ein Sakko und Lederschuhe. Mit seiner Arbeit verdient er im Monat 2500 Euro. Jeden Tag arbeitet er acht Stunden und am Wochenende hat er frei.

Slide 17 - Slide

Übung 34
Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Hallo Leute!
Heute hatte ich meinen ersten Tag im Praktikum bei BMW in der Werkstatt. Ich habe als Mechanikerin geholfen. Meine Aufgaben waren: die Maschinen kennenlernen, Protokolle ausfüllen und die Garage saubermachen. Die Aufgaben sind alle nicht so schwer, nur mit dem Saubermachen hatte ich Probleme. Insgesamt habe ich es okay gemacht. Meine Kollegen sind zum Glück alle sehr nett! Autos finde ich sehr interessant und bei BMW brauchen sie mehr Mädchen, die das machen. Jetzt bin ich aber müde und gehe ins Bett.
Viele Grüße!
Marika

Slide 18 - Slide