hfdst 2 woordenschat

Hoofdstuk 2: Woordenschat
Figuurlijk taalgebruik

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: Woordenschat
Figuurlijk taalgebruik

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je leert in deze les over figuurlijk taalgebruik.

Slide 2 - Slide

Het regent pijpestelen







Komen er dan echt stelen van pijpen uit de wolken vallen?

Slide 3 - Slide

Figuurlijk taalgebruik wordt letterlijk genomen.

Slide 4 - Slide

Figuurlijk taalgebruik wordt letterlijk genomen.

Slide 5 - Slide

Woordenschat H3

Figuurlijk taalgebruik

Slide 6 - Slide

Figuurlijk taalgebruik
Aan het eind van deze les weet je wat figuurlijk taalgebruik is. 

Slide 7 - Slide

Figuurlijk taalgebruik


Wat is figuurlijk taalgebruik?

Slide 8 - Slide

Letterlijk / Figuurlijk 
taalgebruik 

Letterlijk taalgebruik is bedoelen wat je zegt:
Ik ben nu op school.
Ik vind Nederlands leuk!

Figuurlijk taalgebruik betekent niet precies wat je zegt:
Ik schrok me dood!
Tamara struikelde over haar woorden.

Slide 9 - Slide

Die gast is een boom van een vent!
A
Dit is letterlijk bedoeld.
B
Dit is figuurlijk bedoeld.

Slide 10 - Quiz

Die serie op Netflix vind ik erg spannend.
A
Dit is letterlijk bedoeld.
B
Dit is figuurlijk bedoeld.

Slide 11 - Quiz

Hij loopt met zijn hoofd in de wolken.
A
Dit is letterlijk bedoeld.
B
Dit is figuurlijk bedoeld.

Slide 12 - Quiz

Lies heeft groene vingers
A
Dit is letterlijk bedoeld.
B
Dit is figuurlijk bedoeld.

Slide 13 - Quiz

Figuurlijk taalgebruik

Slide 14 - Slide


Welke uitdrukking
of figuurlijk taalge-
bruik is afgebeeld?

Slide 15 - Open question

zijn in trek
in het zonnetje gezet
vliegen de winkel uit
verwend
worden
zijn populair
worden snel verkocht

Slide 16 - Drag question

Op je laptop maken
Hoofdstuk 2
Woordenschat - Figuurlijk taalgebruik
Tot en met opdracht 7.

Slide 17 - Slide