Oefentoets Oorlog en Vrede

Oefentoets Oorlog en Vrede
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets Oorlog en Vrede

Slide 1 - Slide

Wat is het symbool van het tijdvak Wereldoorlogen?
A
B
C
D

Slide 2 - Quiz

In welk jaar werd de Frans-Duitse oorlog uitgevochten?
A
1939
B
1918
C
1870
D
1895

Slide 3 - Quiz

Wie was de winnaar van de Frans-Duitse oorlog?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Duitsland
D
Oostenrijk

Slide 4 - Quiz

Noem twee redenen waarom Frankrijk zich vernederd voelde na de Frans-Duitse oorlog.

Slide 5 - Open question

Waarom werden Frankrijk en Rusland bondgenoten van elkaar om zich te beschermen tegen Duitsland?

Slide 6 - Open question

Welke oorlog duurde van 1914-1918?
A
Eerste Wereldoorlog
B
Tweede Wereldoorlog
C
Koude oorlog
D
Boerenoorlog

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Welke gebeurtenis zie je op de afbeelding?
A
Introductie van de eerste auto.
B
Moord op de Kroonprins van België
C
Moord op de kroonprins van O-H.
D
De moord op de Tsaar van Rusland.

Slide 9 - Quiz

Wat is het von Schlieffenplan?
A
Het verdedigingsplan van Nederland tijdens WOI
B
Het aanvalsplan van Frankrijk op Duitsland
C
Het plan van Duitsland om Polen aan te vallen
D
Duitsland viel Frankrijk aan dóór België

Slide 10 - Quiz

Waarom vielen er tijdens de Eerste Wereldoorlog zoveel slachtoffers?
A
Het was een loopgravenoorlog
B
Er werd gifgas gebruikt.
C
Er kwamen nieuwe wapens als de Mitrailleur
D
Omdat er zoveel landen aan mee deden.

Slide 11 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de onbeperkte duikbotenoorlog?

Slide 12 - Open question

Welk land ging in 1917 mee doen aan de oorlog?
A
Engeland
B
Rusland
C
Verenigde Staten van Amerika
D
Nederland

Slide 13 - Quiz

Welk land was tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal?
A
Frankrijk
B
België
C
Oostenrijk-Hongarije
D
Nederland

Slide 14 - Quiz

Wat hield de Vrede van Versailles niet in?
A
Duitsland moest veel geld betalen.
B
Duitsland raakte grondgebied kwijt.
C
Duitsland mocht een klein leger hebben.
D
Duitsland kreeg een deel van Frankrijk

Slide 15 - Quiz

Welke twee beweringen over Adolf Hitler zijn waar?
A
Hij was een groot kunstenaar.
B
Hij had gevochten in de Eerste Wereldoorlog.
C
Hij was van geboorte Oostenrijker.
D
Hij was lid van de VVD.

Slide 16 - Quiz

Waarom was Hitler boos op de regering van Duitsland toen die het verdrag van Versailles hadden getekend?

Slide 17 - Open question

Wat heeft de klaproos te maken met de Eerste Wereldoorlog?

Slide 18 - Open question

In welk jaar begint de Tweede Wereldoorlog?
A
1940
B
1945
C
1939
D
1919

Slide 19 - Quiz

Wat wordt bedoeld met het begrip "Lebensraum"?
A
meer leefruimte voor de vrienden van Hitler
B
meer leefruimte voor de joden
C
alle Duitsers leven in één land
D
meer leefruimte voor Duitsers

Slide 20 - Quiz

Waarom werden de Joden door Hitler vervolgd.
A
Hij vond de Joden een minderwaardig ras.
B
Hij gaf de Joden de schuld van alle ellende in Duitsland.
C
Hij vond dat de Joden alle baantjes in pikten
D
Duitsland was voor de Duitsers en niet voor de Joden

Slide 21 - Quiz

Noem twee redenen waarom het jaar 1942 als een keerpunt wordt gezien in de Tweede Wereldoorlog.

Slide 22 - Open question

Met welke gebeurtenis wordt de bevrijding van Europa in gang gezet in WO 2?
A
Operatie Barbarossa
B
Pearl Harbor
C
D-Day
D
Market garden

Slide 23 - Quiz

Wat was het gevolg van het mislukken van operatie Market Garden voor de mensen in het westen van het land?

Slide 24 - Open question

Wat wordt bedoeld met het begrip "Holocaust"?

Slide 25 - Open question