La négation



1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson



Slide 1 - Slide

De ontkenning

Slide 2 - Mind map

De ontkenning 

In het Nederlands: niet en geen

In het Frans altijd twee woorden: ne..... pas


Ne staat vóór de persoonsvorm

Pas staat direct achter de persoonsvorm

Dus: ontkenning deel 1 + pv + ontkenning deel 2


Slide 3 - Slide

de ontkenning - voorbeelden
Ik werk - Je travaille

Ik werk niet - Je ne travaille pas

Hij zingt - Il chante

Hij zingt niet - Il ne chante pas

Het is een zwembad - C'est une piscine

Het is geen zwembad - Ce n'est pas une piscine

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Stappenplan bij ontkennend maken:
  1. Zoek de persoonsvorm - dit is altijd een werkwoord
  2. Schrijf de persoonsvorm op (de hamburger)
  3. Zet ne ervoor en pas erachter  (de broodjes)
  4. Begint pv met klinker? verander ne in n'
  5. Zet onderwerp weer in de zin (verander Je in j' als dat kan)
  6. Zet overige zinsdelen in de zin
  7. Lees de zin nog een keer door.

Slide 7 - Slide

Op dezelfde manier:
ne ... plus  = niet meer
ne ... jamais = nooit
ne ... rien = niets
ne ... pas encore = nog niet

il y a wordt il n'y a pas
c'est wordt ce n'est pas

Slide 8 - Slide

Opmerking:

Na een ontkenning veranderen un/une/des in de/d'

Tu as un copain ??
Non, je n'ai pas de copain

Il mange un ananas
Il ne mange pas d'ananas

Slide 9 - Slide

Elle a une glace au chocolat?
A
Non, elle n'a pas de glace
B
Non, elle a une ne glace pas

Slide 10 - Quiz

Vous avez beaucoup de devoirs?
A
Nous avons ne beaucoup pas de devoirs
B
Vous n'avez pas de devoirs
C
Vous avez beaucoup de ne devoirs pas
D
Nous n 'avons pas beaucoup de devoirs

Slide 11 - Quiz

Tu comprends?
A
Non, je comprends
B
Oui, je comprends!
C
Non, je ne comprends pas
D
Oui, je ne comprends pas

Slide 12 - Quiz

Tu comprends?

Slide 13 - Slide

Devoirs:

Apprendre: Bron H, page 34 dans le livre de textes

Faire: Exercices 30B t/m 31C, page 72 t/m 74 van je werkboek

Slide 14 - Slide