This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Psychiatrie
Quiz
Slide 1 - Slide
Persoonlijkheidsstoornissen worden opgedeeld in vier clusters, te weten A, B, C en D.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Een overmatig gevoel van eigenwaarde, een zucht naar bewondering en aandacht en manipulerend gedrag passen bij....
A
afhankelijke
persoonlijkheidsstoornis
B
narcistische
persoonlijkheidsstoornis
C
gegeneraliseerde-angststoornis
D
schizofrenie
Slide 3 - Quiz
Iemand die manisch is heeft (een)
A
angststoornis
B
schizofrenie
C
stemmingsstoornis
D
persoonlijkheids-
stoornis
Slide 4 - Quiz
Draaglast is....
A
hoe je jouw leven: werk, school en privé in balans hebt
B
wat je in je leven aan leuke ervaringen krijgt
C
het totaal aan taken en verplichtingen dat iemand op zijn schouders heeft
D
alles wat je op een gezonde manier kunt hebben
Slide 5 - Quiz
Depressie is een...
A
Angststoornis
B
Persoonlijkheids-stoornis
C
Stemmingsstoornis
D
Eetstoornis
Slide 6 - Quiz
Waar/niet waar? Volgens de systeemtheorie is het ontstaan van psychiatrische stoornissen niet los te zien van de omgeving waarin de zorgvrager leeft en moet deze omgeving altijd bij de behandeling betrokken worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Een ander woord voor bipolaire stoornis is...
A
depressie
B
manie
C
manisch depressieve stoornis
D
obsessief convulsieve stoornis
Slide 8 - Quiz
Iemand die hypochondrisch is heeft last van...
A
achterdocht
B
angst om een ernstige ziekte te hebben
C
angst om in sociale situaties te komen
D
stemmingswisselingen
Slide 9 - Quiz
Bij welke stoornis kan de zorgvrager in een sociaal isolement terecht komen?
A
Angststoornis
B
Schizofrenie
C
Depressie
D
A, B en C zijn juist
Slide 10 - Quiz
Ze gedragen zich volkomen hulpeloos en hebben alle eigen verantwoordelijkheden van zich afgeschoven.
Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De verwarde zorgvrager
C
De regressieve zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager
Slide 11 - Quiz
Zorgvragers die alles als negatief ervaren, voortdurend kritiek uiten, hun gezondheid ondermijnen.
Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De verwarde zorgvrager
C
De regressieve zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager
Slide 12 - Quiz
Benoem alles wat je doet in eenvoudige, korte zinnen. Probeer wel op een volwassen manier te spreken.
Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De regressieve zorgvrager
C
De verwarde zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager
Slide 13 - Quiz
De DSM-5 is een classificatiesysteem waarin psychiatrische stoornissen en...
Nare gebeurtenissen komen steeds terug in gedachten of dromen, dit valt voor de zorgvrager niet tegen te houden. Dit geef heftige emoties: bang, boos en/of verdrietig.
A
Paniekstoornis
B
posttraumatische stressstoornis
C
Sociale-angststoornis
D
Specifieke fobie
Slide 16 - Quiz
Er wordt van een ................... gesproken als er een duidelijk aanwijsbare lichamelijke oorzaak is
A
organisch-psychiatrisch ziektebeeld
B
münchhausen-‘by-proxy’-syndroom
C
somatische-symptoomstoornis
D
conversiestoornis
Slide 17 - Quiz
Iemand die zijn handen helemaal stuk heeft gewassen van het vele poetsen, heeft mogelijk een...