1V1 - 18 dec

1V1 - Vrijdag 18 december
Nodig:
- Etui
- Agenda!
- Leerboek blz. 80
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1V1 - Vrijdag 18 december
Nodig:
- Etui
- Agenda!
- Leerboek blz. 80

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Toets H2
  • Oefenvragen §4.1
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

4.3 De Grieken, hun goden en hun bouwstijlen 
De goden konden om advies gevraagd worden
Een vrouw werd "bezeten" en priesters leggen de boodschap uit
Deze boodschap noemen we een orakel
De belangrijkste was het orakel van Delphi
§4.1 "In Athene wordt de democratie ingevoerd"
Oefenvragen

Slide 3 - Slide

Waarom was Griekenland verdeeld in verschillende poleis?
A
De Grieken voerden veel oorlogen met elkaar.
B
De verschillende poleis spraken andere talen.
C
Het landschap zorgde ervoor dat communicatie lastig was.
D
De Grieken konden dan beter handelen.

Slide 4 - Quiz

Waar ligt Athene in Griekenland?

Slide 5 - Open question

Waar ligt Sparta in Griekenland?

Slide 6 - Open question

De Grieken stichtten koloniën.
Waarom deden ze dat?

Slide 7 - Open question

Rondom welke zee hadden de Grieken hun kolonies?
A
De Noordzee
B
De Oostzee
C
De Middellandse Zee
D
De Baltische Zee

Slide 8 - Quiz

In de oudheid stichtten de Grieken kolonies langs de kusten van de Middellandse en de Zwarte Zee. Gaan de volgende zinnen over een OORZAAK of een GEVOLG van deze kolonisatie?

1 De Grieken werden beïnvloed door andere volken.
2 De Griekse boeren konden onvoldoende voedsel produceren.
3 De Griekse bevolking groeide.
4 De Griekse handel groeide.

A
1. gevolg, 2. oorzaak, 3. oorzaak, 4. gevolg
B
1. oorzaak, 2. oorzaak, 3. oorzaak, 4. gevolg
C
1. gevolg, 2. gevolg, 3. oorzaak, 4. gevolg
D
1. gevolg, 2. oorzaak, 3. gevolg, 4. oorzaak

Slide 9 - Quiz

Wat is een gevolg voor het ontstaan van kolonies voor Hellas?
A
Verspreiding Griekse taal over groot gebied
B
Honger in de poleis
C
Overbevolking in de poleis
D
Te weinig voedsel

Slide 10 - Quiz

Alles wat met het besturen van een land of stad te maken heeft noemen we...
A
Politiek
B
Polis
C
Poleis
D
Monarchie

Slide 11 - Quiz

Bij welke bestuursvorm mag het volk meebeslissen?
A
Aristocratie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Monarchie

Slide 12 - Quiz

Bij welke bestuursvorm is er één iemand die alle macht heeft?
A
Aristocratie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Monarchie

Slide 13 - Quiz

Bij welke bestuursvorm is er een klein groepje die de macht heeft?
A
Aristocratie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Monarchie

Slide 14 - Quiz

Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 15 - Quiz

Hoe noemen we de rijke en machtige families van Griekenland?
A
De agora
B
De acropolis
C
De adel
D
De aanstellers

Slide 16 - Quiz

Huiswerk

Maken:
Hoofdstuk 4
Opdracht 6.1
Opdracht 6.2


Maandag 4 januari - 6e uur
Werkboek blz. 40
Leerboek blz. 62 en 63
Leerboek blz. 80  (opdr. 6.1)

LET OP! Het rooster voor na de vakantie staat nog niet in Magister. Ik kan dus NIET je huiswerk in Magister zetten. Schrijf je huiswerk NU op in je agenda. 

Slide 17 - Slide

Persephone

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide