Kijken en luisteren Fictie en Kritisch luisteren

Kijk-en-luisteren oefenen

Fictie
Kritisch luisteren

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Kijk-en-luisteren oefenen

Fictie
Kritisch luisteren

Slide 1 - Slide

Luisteren naar fictie
Na deze les:

Ik kan vragen beantwoorden over personages en de relaties tussen personages.

Ik kan letten op:
- emoties
- lichaamstaal
- omgeving  

Slide 2 - Slide

Paardenkracht (2013)
Regisseur: Kevin Boitelle 
Esra
Moaaz

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

  1. Hoe zou je Esra omschrijven? [kleding / uitstraling / gedrag]
  2. Hoe zou je Moaaz omschrijven?
  3. Hoe stelt Moaaz zich op ten opzichte van Esra?
  4. Noem drie voorbeelden van asociaal gedrag in de film.
  5. Wat in het verhaal vind je geloofwaardig?
  6. Wat in het verhaal vind je ongeloofwaardig?
  7. Wat is het onderwerp van het fragment?
  8. Wat is de boodschap van het fragment?



Slide 5 - Slide

Ga Niet Naar Zee (2018)
Gebaseerd op een verhaal van Tommy Wieringa 


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video



Wat voor leven denk je dat de oude man heeft gehad?
Waardoor denk je dat de juf ontroerd raakt?
Welk beeld geeft de film van de kindertijd?
Kon je oude man lezen wat er op het kaartje stond?
Waarom denk je dat de oude man de brief heeft geschreven?
Vind je de muziek goed bij de film passen?
Kun je iets zeggen over hoe beeld en tekst worden gecombineerd?
Verklaar de titel van de film.
Kun je iets zeggen over de voice-over in de film?
Noem één les die de oude man de kleuter mee wil geven.

Slide 8 - Slide

Fictie: kijken en luisteren
Niet alleen letten op wat er gebeurt of wat er wordt gezegd, maar ook op lichaamstaal en wat er in personages omgaat! 

Slide 9 - Slide

Kritisch luisteren
Ik kan na deze les vragen beantwoorden over:
  • welke bedoelingen sprekers hebben met wat ze zeggen (impliciet)
  • hoe dingen in beeld gebracht worden
  • hoe shots met elkaar te hebben 
  • wat de bedoeling is van de programmamakers

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Wat is de reden dat dit energiedrankje verboden is?
A
Er zit te veel suiker in.
B
Er zit te veel cafeïne in.
C
Er zit een klein percentage alcohol in.
D
Er zitten kankerverwekkende stoffen in.

Slide 12 - Quiz

Hoe komt het dat het drankje zo enorm populair is?

Slide 13 - Open question

“De commotie rond hun drankje gebruiken ze in hun voordeel.”

Wat betekent commotie?
A
Financiële voordelen, ze verdienen veel geld.
B
Reclame
C
Overlast.
D
Opschudding, men is opgewonden over iets.

Slide 14 - Quiz

Waarom denk je dat de bedenkers hun fans hebben gevraagd hen te bekogelen met blikjes Prime?

Slide 15 - Open question

Voor welke leeftijd is Prime bedoeld?
A
6 - 12
B
12 - 18
C
18 +
D
21 +

Slide 16 - Quiz

Kritisch kijken
Je kijkt een filmpje over een rechtszaak tegen McDonalds in Amerika.



Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wat is jouw mening over de rechtzaak? Geef 1 argument.

Slide 19 - Open question

Hoeveel procent van wat je zegt is non-verbale communicatie?

A
80% en meer
B
50% en meer
C
20% en meer
D
10 % en meer

Slide 20 - Quiz

%
Onderzoeken wijzen uit dat 80% via non-verbale communicatie gaat. 

Ook een theorie die uitgaat van 7 - 38 - 55.
7% = gesproken taal
38% = toon & intonatie 
55% = lichaamstaal


Slide 21 - Slide

Fake news
Waarom bestaat het?
  • Nepnieuws is misleidende informatie die wordt verspreid om geld te verdienen of om de mening van het publiek te beïnvloeden. 

Slide 22 - Slide

Betrouwbare bronnen
De inhoud van kranten, tijdschriften en boeken wordt vaak door een deskundige redactie bekeken en is daarom meestal betrouwbaar.

Informatie op internet is minder betrouwbaar, omdat iedereen daar alles kan plaatsen.

Het is daarom belangrijk dat je informatie op internet eerst controleert, voordat je het
overneemt.

Slide 23 - Slide

Betrouwbare bronnen:

Voorbeelden:
  • de Volkskrant
  • Trouw
  • NRC Handelsblad
  • Elsevier
  • De Groene Amsterdammer
  • Google Scholar
  • Nederlands Dagblad
  • Het Parool

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Welk artikel is Fake News?
A
Artikel 1: AD
B
Artikel 2: De Speld

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Als er een filmpje voorbij komt of tekst die ik grappig vind, dan deel ik dat altijd.
A
ja, boeien of ik er iemand mee kwets
B
ja, maar alleen als ik er niemand mee kwets
C
ja, maar alleen onschuldige of lieve filmpjes
D
nee

Slide 29 - Quiz

Is dit een feit of fabel?
A
Dit is een feit, want het staat in de krant
B
De metro heeft het vast gecontroleerd, dus feit
C
Dit is een fabel, niet alles wat in de metro staat is waar
D
Dit is een fabel, Metro heeft niet goed gecontroleerd

Slide 30 - Quiz

Noteer de tactieken om nepnieuws te maken en te verspreiden uit de game van www.slechtnieuws.nl:

Slide 31 - Open question

Ga naar: 
en speel het spel in duo's.

Slide 32 - Slide

Wat is geen manier om de betrouwbaarheid van een bron te checken?
A
Kijken naar de actualiteit van de bron
B
Alleen afgaan op de naam van de auteur
C
Kijken of de bron wetenschappelijk is
D
Kijken naar het doel van de bron

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Aan de slag!
Klassikaal: theorie doorlezen 'Betrouwbaarheid' Kern, les 37

Maken: 3-4-6-7-8-9-10 (blz. 78&79)
Klaar? Blad met oefeningen om SE1 te oefenen

timer
10:00

Slide 35 - Slide

Doelen bereikt?
Ik kan vragen beantwoorden over personages en de relaties tussen personages.
Ik kan vragen beantwoorden over de bedoelingen van personages.
Ik kan vragen beantwoorden over de manier waarop dingen in beeld gebracht worden.
Ik weet welke bedoelingen programmamakers kunnen hebben.
Ik weet hoe ik kan checken of nieuws nep is.

Slide 36 - Slide