Leesstrategieën

Leesstrategieën 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leesstrategieën 

Slide 1 - Slide

Welke tekstdoelen zijn er?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Communiceren
D
Overtuigen

Slide 2 - Quiz

Waar kijk je het eerst naar als je wilt weten waar de tekst over gaat. Noem 5 dingen

Slide 3 - Open question

Noem drie tekstsoorten.

Slide 4 - Open question

Leesstrategieën
Doel: De leerling gebruikt de goede leesstrategie afhankelijk van wat het leesdoel is.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

De belangrijkste leesstrategieën zijn:


- globaal lezen
- zoekend lezen
- intensief lezen

Slide 7 - Slide

Globaal lezen (snel kijken waar de tekst over gaat)
Je leest niet alle tekst, maar alleen de inleiding, de titel, tussenkopjes, bijschrift en de afbeelding. 

Vb. Tijdens examen Nederlands moet je een lange tekst lezen. Je leest de tekst eerst globaal om na te gaan waar het over gaat. 

Slide 8 - Slide

Zoekend lezen (je zoekt bepaalde informatie in de tekst)
Je leest de tekst niet helemaal, maar je zoekt alleen naar de info die wordt gevraagd)

Vb. Je gaat dit weekend uit in een club. Je zoekt naar welke dj's er draaien en hoe duur het is. Je leest dus gericht op de info die je nodig hebt. 


Slide 9 - Slide

Intensief lezen (je moet de tekst goed begrijpen)
Je leest de tekst helemaal en en je vraagt je af wat de belangrijkste boodschap is van de schrijver. 

Vb. Toets voor vak muziek over de geschiedenis van de hiphop. Je moet de hele tekst lezen en maakt voor jezelf een samenvatting voor de toets. 

Slide 10 - Slide

Tekstsoort?
Tekstdoel?
Doelgroep?




De juf doet het voor

Slide 11 - Slide

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen globaal en zoekend lezen

Slide 12 - Open question

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen zoekend en intensief lezen.

Slide 13 - Open question

Geef een voorbeeld van een situatie in jouw dagelijks leven waarin je globaal leest.

Slide 14 - Open question

Geef een voorbeeld van een situatie in jouw dagelijks leven waarin je zoekend leest.

Slide 15 - Open question

Geef een voorbeeld van een situatie in jouw dagelijks leven waarin je intensief leest.

Slide 16 - Open question

Je wilt weten wat de nieuwe Playstation kost. Je leest de folder van Mediamarkt online.
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Intensief lezen

Slide 17 - Quiz

Je bereidt een toets voor het vak aardrijkskunde voor. Je leest in je studieboek.
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Intensief lezen

Slide 18 - Quiz

Je hebt een nieuwe telefoon gekocht. Je wilt weten hoe je notities kan maken en opslaan. Je leest de gebruiksaanwijzing.
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Intensief lezen

Slide 19 - Quiz

Je moet een tekst lezen voor het vak muziek. Je wilt snel uitzoeken waar de tekst over gaat.
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Intensief lezen

Slide 20 - Quiz

Je gaat een chocoladetaart bakken. Je leest in het recept hoe je de taart moet maken.
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Intensief lezen

Slide 21 - Quiz

Je zit in de wachtkamer van de dokter. Je bladert in een tijdschrift.
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Intensief lezen

Slide 22 - Quiz

Welke drie leesstrategieën kan je gebruiken in een tekst?

Slide 23 - Open question

Waar heb je nog moeite mee in deze les?

Slide 24 - Open question