oefentoets h7

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Oefentoets h7

Administratiekantoor Smith heeft drie vacatures.
Wat weet je hiermee over dat kantoor?

1. Het kantoor heeft drie bezette arbeidsplaatsen.
2. Het kantoor heeft drie medewerkers.
3. Het kantoor heeft drie onbezette arbeidsplaatsen.

De oma van Tim gaat met pensioen en hierdoor ontstaat er een vacature bij het bedrijf waar zij werkt.
Wat betekent haar pensionering voor de werkgelegenheid in dat bedrijf?

1. De werkgelegenheid verandert niet..
2. De werkgelegenheid wordt groter.
3. De werkgelegenheid wordt kleiner.

Bekijk het cirkeldiagram hiernaast.
Schrijf twee groepen personen op uit de sector niet-werkenden en niet-werkzoekenden.

Tom maakt een kruiswoordpuzzel. Hij zoekt het begrip met de volgende betekenis: de vraag naar arbeid.
Welk begrip is dat?

1. arbeidsplaats
2. beroepsbevolking
3. werkgelegenheid

Lars heeft een volledige baan en Finn heeft een baan van twintig uur per week. Daan heeft geen baan, maar zoekt er wel een.
Wie hoort of horen bij het aanbod van arbeid?

1. Lars en Finn
2. Lars, Finn en Daan
3. Daan

Lees de tekst op het bord achter de ruit van een bloemenwinkel. Lisa ziet het bord en ze heeft zin in deze baan. Ze gaat naar binnen, stelt zichzelf voor en vraagt om inlichtingen.
Wie zorgt hier voor vraag naar arbeid?

1. de bloemenwinkel
2. het Arbeidsbureau
3. Lisa

Op een internetsite staat de volgende informatie over het UWV: ‘Deze instelling registreert de werklozen, de vacatures en de bedrijven bij u in de omgeving.’
Wat is er fout in deze informatie?
Het UWV houdt zich niet bezig met:

1. het registreren van bedrijven
2. het registreren van vacatures.
3. het registreren van werklozen.

Toen Emma een baan vond, stond ze ingeschreven als werkzoekende zonder werk bij het UWV. Ruben heeft zich daar niet laten inschrijven. Hij kreeg direct een baan toen hij van school af ging.
Wat veranderde er in het aantal geregistreerde werklozen toen Ruben en Emma hun banen kregen?

1. : De werkloosheid daalde met één persoon..
2. De werkloosheid daalde met twee personen.
3. De werkloosheid veranderde niet.

Femke heeft geen werk en zoekt in personeelsadvertenties en op internet naar een baan. Ze staat niet ingeschreven bij het UWV, want ze denkt dat ze zonder hulp van deze instelling een baan kan vinden.
Hoe heet de vorm van werkloosheid van Femke?

Robin woont in de provincie Friesland. Hij heeft als bouwvakker bij verschillende bedrijven in de provincie Friesland gewerkt. Hij is werkloos omdat de bouwbedrijven in Friesland minder werk hebben. De werkloosheid van Robin is regionaal.
Wat betekent dat voor de beroepsbevolking in Friesland?

Bekijk de advertentie.
Voor welke soort werk zoekt All Office bv naar personeel?

1. geschoold werk
2. ongeschoold werk
3. vast werk

Kim en Sem werken bij een reisbureau. Kim is hoofd van de afdeling administratie en Sem begeleidt groepen vakantiegangers tijdens hun reis door Amerika. Hij is reisleider.
Wie heeft of hebben een uitvoerende functie?

1. de vakantiegangers
2. Kim
3. Sem

Daniël en Lars hebben dezelfde opleiding gevolgd. Daniël heeft al gauw een baan, maar Lars wordt telkens afgewezen.
Wat kan een verklaring zijn voor het succes van Daniël?

1. Daniël heeft geen werkervaring.
2. Daniël heeft meer werkervaring dan Lars.
3. Daniël heeft minder werkervaring dan Lars.

Anouk kan heel goed tekenen. Ze wint bij tekenwedstrijden meestal de eerste prijs. Haar vriendin Marleen is technisch aangelegd. Wat haar ogen zien, kunnen haar handen maken.
Wie heeft een talent dat belangrijk is voor veel bedrijven?

1. Anouk
2. Geen van beide
3. Marleen

Laura en Kim haalden tien jaar geleden hun kappersdiploma. Kim doet sindsdien elk jaar mee aan landelijke kapperswedstrijden, waar ze hoge scores haalt. Laura doet niet mee aan deze wedstrijden en volgt geen bijscholingscursussen.
Stel, ze willen allebei van baan veranderen. Wie heeft er meer kans op een andere baan en waarom is dat zo?

Bekijk het staafdiagram. Lina werkt bij tuincentrum De Lusthof. Het tuincentrum heeft in een jaar drukke maanden en rustige maanden.
In welke twee maanden van het jaar loopt Nora de grootste kans op seizoenwerkloosheid?

ulia en Daan zijn beiden werkloos. Julia is modeontwerpster en in dat beroep zijn er maar weinig vacatures. Daan heeft direct ontslag genomen toen hij bij een ander bedrijf een baan kreeg aangeboden. Hij kan over een maand bij zijn nieuwe baas beginnen.
Bij wie is er sprake van frictiewerkloosheid?

1. Daan
2. Daan en Julia
3. Julia

Vroeger werkten er in de Rotterdamse cacaohaven vijfhonderd cacaolossers. Zij haalden de zakken met cacaobonen uit de schepen. Nu staan er in de cacaohaven grote installaties die de schepen lossen. Met de komst van deze installaties is 90% van de cacaolossers ontslagen.
Hoeveel banen zijn in de Rotterdamse cacaohaven verloren gegaan door de nieuwe installaties?

Anne zoekt tevergeefs naar een baan op een kantoor. Ze heeft voldoende opleiding en ervaring, maar er zijn geen vacatures voor kantoorpersoneel. Er zijn wel vacatures voor verplegend personeel, maar daarvoor is ze niet opgeleid.
Waardoor is Anne werkloos?

1. Het aanbod van arbeid is groter dan de vraag naar arbeid.
2. Het aanbod van arbeid is kleiner dan de vraag naar arbeid.
3. Het aanbod van arbeid past niet bij de vraag naar arbeid.

Tapijtfabrikanten klagen steen en been, want de productie van tapijten is niet meer winstgevend. De ene fabrikant na de ander vermindert de productie en ontslaat personeel. De tapijtfabrikanten geven de schuld aan de economische crisis.
Wat gebeurt er als het slechter gaat met de economie?

1. Consumenten kopen meer tapijt uit het buitenland.
2. Consumenten kopen minder gauw nieuw tapijt.
3. Consumenten kopen parket in plaats van tapijt.

Eva werkt vijf dagen per week. Volgend jaar gaat ze vier dagen per week werken. Veel mensen gaan korter werken.
Welk gevolg heeft korter werken voor de werkloosheid?

1. De werkloosheid daalt.
2. De werkloosheid stijgt.
3. Er verandert niets aan de werkloosheid.

Bekijk de tabel. Marion, Nicole en Rachel zijn caissière.
Wie van hen heeft de hoogste arbeidsproductiviteit?

1. Marjon
2. Nicole
3. Rachel