Hoofdstuk 11. AOW. ANW en AKW

Hoofdstuk 11. AOW. ANW en AKW
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 11. AOW. ANW en AKW

Slide 1 - Slide

AOW, Anw en AKW zijn
A
Volksverzekeringen
B
Werknemersverzekeringen

Slide 2 - Quiz

Hoe zat het ook alweer? 

Slide 3 - Slide

Wie zijn verzekerd voor de volksverzekeringen?
A
alle werknemers
B
alleen mensen met de Ned. nationaliteit
C
alle mensen die in Nederland werken
D
alle mensen die in Nederland wonen

Slide 4 - Quiz

AOW
  • Basisuitkering voor alle verzekerden
  • Elk jaar dat u verzekerd bent voor de AOW bouwt u 2% AOW op. 
  • De opbouw begint 50 jaar voor uw AOW-leeftijd. U kunt AOW opbouwen tot uw AOW-leeftijd.
  • Vanaf 2024 is de AOW leeftijd afhankelijk van de levensverwachting
  • Er geldt voor de financiering van de AOW een omslagsysteem
  • Iedereen in de Basisregistratie Personen (BRP) krijgt automatisch een aanvraagformulier (Wie in het buitenland woont moet deze zelf aanvragen)

Slide 5 - Slide

Ingezetene
Je bent ingezetene als:

  • Je legaal in Nederland verblijft;
  • Duurzaam verblijft (wonen), dus ook echt hier woont en werkt.
  • Grensarbeiders die in Nederland werken en niet er wonen zijn ook verzekerd, maar andersom niet. 


Slide 6 - Slide

Vrijwillige verzekering
Ga je je tijdelijk of blijvend in het buitenland vestigen dan kan je voor een maximale termijn van 10 jaar vrijwillig een verzekering afsluiten zodat je opbouw voor AOW rechten doorloopt.

Kom je nieuw in Nederland wonen dan kun je de ontbrekende AOW-verzekeringsjaren inkopen zodat je later een vollediger pensioen krijgt. 

Slide 7 - Slide

Hoogte van het AOW-pensioen
  • Vast bedrag per maand
  • Niet afhankelijk van je (laatste) inkomen of van je vermogen
  • De hoogte is gekoppeld aan het minimumloon
  • En afhankelijk van je gezinssituatie ( alleenstaand / samenwonend of getrouwd ) 


Slide 8 - Slide

Bedragen AOW 2024

Slide 9 - Slide

Leefsituatie en partnerbegrip
Wanneer ben je partners voor de sociale zekerheids wetgeving?

  1. Wanneer 2 meerderjarige personen een gezamenlijke huishouding voeren.
  2. Beiden hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben
  3. En allebei een bijdrage leveren aan de kosten van de gezamenlijke huishouding of op andere wijze voor elkaar zorgen  (klusjes)

Slide 10 - Slide

Uitzonderingen
  • Gehuwden of geregistreerd partners die feitelijk uit elkaar zijn en ieder op een eigen adres wonen gelden onder voorwaarden als alleenstaanden.

  •  Tweewoningregel - als je de meeste tijd bij elkaar doorbrengt maar toch ongehuwd bent, op je eigen adres staat ingeschreven, je de volledige kosten voor de eigen woning betaalt en je vrij over je eigen woning kan beschikken. Dan toch de alleenstaanden-AOW

Slide 11 - Slide

ANW
Algemene Nabestaanden Wet
Bestaanszekerheid voor nabestaanden die hun partner (of ouder) door de dood verliezen.
Uitgevoerd door de SVB

2 verschillende uitkeringen: 
  1. Een nabestaandenuitkering voor de partner
  2. Een wezenuitkering voor een minderjarig kind als het beide ouders verliest

Slide 12 - Slide

Nabestaandenuitkering
Recht op een nabestaandenuitkering als de nabestaande op het moment van overlijden van de partner : 

  1. Zwanger is of de zorg heeft over een eigen of stief- of pleegkind jonger dan 18 jaar.
  2. Minstens 45% arbeidsongeschikt is en deze ao minstens 3 maand gaat duren. 




Slide 13 - Slide

Nabestaandenuitkering
Partnerbegrip
Gehuwde en ongehuwde partners worden gelijk behandeld

Einde nabestaandenuitkering 
  • Als de nabestaande gaat trouwen of samenwonen
  • Als de nabestaande AOW krijgt
  • Het jongste kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt
  • Als de nabestaanden minder dan 45% arbeidsongeschikt is

Slide 14 - Slide

  • Nabestaandenuitkering voor ex-partner
  • Misbruik door schijnhuwelijk

Wezenuitkering 
  • Voor een volle wees
  • tot 16e jaar
  • bij > 45% ao tot 18e jaar
  • studerend of voor helft van zijn tijd voerend van een huishouden tot 21e jaar

Slide 15 - Slide

Hoogte van de ANW uitkeringen
  • Maximaal 70% van het bruto minimumloon
  • Afhankelijk van de eigen inkomsten van de nabestaande

Inkomen uit arbeid wordt voor een deel gekort
Inkomen uit een uitkering ( WW, WIA, ZW ) wordt volledig gekort

  • Eigen vermogen en Nabestaandenpensioen hebben geen invloed op de hoogte van de uitkering
  • Kostendelersnorm van toepassing
  • Wezen uitkering niet afhankelijk van  inkomsten of vermogen
  • Woonlandbeginsel

Slide 16 - Slide

Algemene Kinderbijslagwet
  • Uitgevoerd door de SVB 
  • Voor eigen kinderen maar ook voor stief-, pleeg- en adoptiekinderen
  • Bedragen zijn voor iedereen gelijk
  • Voorwaarde: ouder of verzorger moet ingezetene zijn

Kinderen tot 16 jaar altijd recht
Kinderen van 16 en 17 jaar, recht als het kind onderwijs volgt of niet meer verdient dan € 1.285,00 netto per kwartaal

Slide 17 - Slide

Algemene Kinderbijslagwet
  • Peildatum is de eerste dag van het kwartaal
  • Na de geboorteaangifte krijgen ouders een aanvraagformulier. Wijzigingen gaan daarna via de BRP
  • Hoogte is alleen afhankelijk van leeftijd van het kind. 
  • Bij een gehandicapt kind soms recht op dubbele uitkering
  • Woonlandbeginsel
  • Voor kinderen die niet thuis wonen gelden aparte regels. Ouders moeten aantonen dat zij een x bedrag per kwartaal besteden aan de onderhoud van hun kind. 

Slide 18 - Slide

Kindgebonden budget
  • Komt bovenop de kinderbijslag
  • Extra bijdrage voor ouders met kinderen jonger dan 18 jaar en een laag tot gemiddeld gezinsinkomen

Voorwaarden : 
  • Kind is nog geen 18
  • Kind volgt een dagopleiding
  • Ouders zijn ingezetenen
  • Ouders hebben laag tot gemiddeld inkomen

Slide 19 - Slide

Kindgebonden budget
  • Hoeft niet zelf aangevraagd te worden
  • SVB geeft gegevens door aan de belastingdienst
  • Belastingdienst keert uit
  • Afhankelijk van inkomen en vermogen van de ouders

Slide 20 - Slide