Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd? - les 6

Format 2
Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Format 2
Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Slide 1 - Slide

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd hoe je goede zinnen maakt.

Slide 2 - Slide

Doelen van de les
  • Je weet welke vormen er zijn voor de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
  • Je kunt de vormen van een persoonsvorm die bij een 
      werkwoord horen opschrijven.
  • Je kan zelf zinnen maken met de persoonsvorm in 
     de tegenwoordige tijd.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opdrachten maken
Samen werken

We maken opdracht 2 t/m 6 samen.

Daarna maak je opdracht 7 t/m 12 zelfstandig
Zelfstandig werken

Je maakt opdracht 2 t/m 12 zelfstandig.

Klaar?
-> NUMO
-> Huiswerk voor een ander vak

Slide 8 - Slide

Doelen van de les
  • Je weet welke vormen er zijn voor de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
  • Je kunt de vormen van een persoonsvorm die bij een 
      werkwoord horen opschrijven.
  • Je kan zelf zinnen maken met de persoonsvorm in 
     de tegenwoordige tijd.

Slide 9 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 10 - Mind map