13. Vegetatie en landbouw in de VS

Vegetatie en landbouw in de VS
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vegetatie en landbouw in de VS

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
• Je kunt voor elk klimaat in de VS de vegetatiezone beschrijven.
• Je kunt voor elke vegetatiezone in de VS verklaren hoe de zone gebruikt kan worden
voor de landbouw.  

Slide 2 - Slide

EXAMENVRAAG
Antwoord B

Slide 3 - Slide

Klimaat, vegetatie en landbouw
Het klimaat bepaald niet alleen wat er in een gebied groeit, maar ook wat een mens er kan verbouwen. 

Slide 4 - Slide

veeteelt 
tabak 
soja en mais 
melkveeteelt 
zomertarwe
ext veeteelt 
wintertarwe
katoen en rijst 

Slide 5 - Drag question

Berggebieden en prairies 
Droog, weinig neerslag
Extensieve veeteelt
Zomer en wintertarwe met iets meer neerslag. 

Slide 6 - Slide

Het gematigde oosten 
Landklimaat zorgt voor kou. 
Naaldbomen groeien daar goed, maar veel verdwenen voor veeteelt en akkerbouw. 
Verder naar beneden intensieve landbouw. 

Slide 7 - Slide

De vruchtbare westelijke kustgebieden
Meest vruchtbaar. 
Zeeklimaat. 
Oorspronkelijke bomen verdwenen voor landbouw. 
Zuiden lekker warm, fruit en wijn. 

Slide 8 - Slide

Het koude noorden en het tropische Hawaï 
Alaska: 
- noorden te koud voor bomen
- zuiden naaldbomen. 
Hawaii: 
- tropische vruchten 
Alaska= Duitsland, Frankrijk en spanje samen qua oppervlakte. 

Slide 9 - Slide

loofbos 
mediterraan 
steppe
taiga 
toendra 
woestijn

Slide 10 - Drag question

Hoe goed ken je het nu? 

Slide 11 - Slide

Dit is ...
A
extensieve veeteelt
B
intensieve veeteelt

Slide 12 - Quiz

'Weinig vee (dieren) per hectare' =
A
Intensieve veeteelt
B
Intensieve arbeid
C
Extensieve veeteelt
D
Extensieve arbeid

Slide 13 - Quiz

Op de afbeelding zie je .....
A
Intensieve veeteelt
B
Extensieve veeteelt

Slide 14 - Quiz

Welke landbouwbelt kun je bij nummer 4 vinden?
A
Tabak
B
Katoen
C
Graan
D
Suiker

Slide 15 - Quiz

Welke landbouwbelt kun je bij nummer 2 vinden?
A
Melkveehouderij
B
Katoen
C
Graan
D
Suiker

Slide 16 - Quiz

Wat wordt in het zuiden van de VS vooral verbouwd?
A
Graan
B
Mais
C
Katoen en suiker
D
Koffie en koffiemelk

Slide 17 - Quiz

Veel landbouwgebieden in het oosten van de VS heten ‘belts.’ In het zuidoosten heb je bijvoorbeeld
de voormalige Cotton Belt

Waarom lag de voormalige Cotton Belt in het zuidoosten?
A
Het koude en droge klimaat is zeer geschikt voor katoen.
B
Het warme en droge klimaat is zeer geschikt voor katoen.
C
Het koude en vochtige klimaat is zeer geschikt voor katoen.
D
Het warme en vochtige klimaat is zeer geschikt voor katoen.

Slide 18 - Quiz

Hoeveel liter water is er ongeveer nodig voor de productie van een kilo katoen?
A
10.000 liter
B
5000 liter
C
5 liter
D
100 liter

Slide 19 - Quiz

Iemand maakt een reis door de VS. Hij reist van noord naar zuid en volgt ongeveer de route van de Mississippi. Door welke landbouwgebieden komt hij?
A
Mais, suiker, katoen en tabak
B
Melkveeteelt, mais, katoen en suiker
C
Melkveeteelt, graan, tabak en suiker
D
Graan, mais, tabak en suiker

Slide 20 - Quiz

Vanaf de polen naar de evenaar kom je tegen:
A
toendra, loofbomen, taiga
B
toendra, taiga, loofbomen
C
loofbomen, taiga, toendra
D
loofbomen, toendra, taiga

Slide 21 - Quiz

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 22 - Slide