4.1 Welvaart

H4 ongelijkheid
Welkom!
Ga zitten en lees 4.1 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 ongelijkheid
Welkom!
Ga zitten en lees 4.1 

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag
  • herhalen
  • doelstellingen 
  • uitleg doelstellingen
  • opdracht in tweetallen
  • opdrachten maken. 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Je weet  wat het bbp/inwoner is.
- Je kunt het verband tussen het bbp/inwoner en de verdeling van de beroepsbevolking uitleggen.
- Je begrijpt dat de armoedegrens verschilt  naar welvaartgraad.
- Je kunt landen op basis van het bbp/inwoner indelen in vier categorieën. 

Slide 3 - Slide

steeds rijker
Levensomstandigheden verbeteren wereldwijd door:
  • verbeterde omstandigheden
  • scholing
  • beter drinkwater
  • vaccinaties
(Nog wel arme en rijke mensen, maar de grootste groep mensen zit hier tussenin.)

Slide 4 - Slide

Meten van welvaart
Twee manieren om welvaart te meten zijn:
1.  Het bruto binnenlands product per inwoner (bbp/inwoner) van de bevolking.
2. De verdeling van de beroepsbevolking.


Slide 5 - Slide

1. Bruto Binnenlands Product per inwoner
BBP/inwoner:

Alles wat in één jaar wordt verdiend in een land, gedeeld door het aantal inwoners.

Voorbeeld: In Nederland wonen 17 miljoen mensen. Het totale BBP is 697 miljard euro. Het bbp/hoofd is 697.000.000.000 : 17.000.000 = € 41.000. 

In het Afrikaanse Niger is het bbp/hoofd maar € 725.
Nederland is dus een rijker land (welvarender) dan Niger.

Slide 6 - Slide

Bruto binnenlands product per hoofd (bbp/hoofd)

Slide 7 - Slide

2. Verdeling beroepsbevolking: 

Alle mensen die werken tegen betaling + de werklozen

1. Primaire sector
Landbouw, mijnbouw, visserij
2. Secundaire sector
Industrie, bouw
3. Tertiaire sector
Diensten

Slide 8 - Slide

Hoe hoger de welvaart, hoe meer mensen in de dienstensector werken.

Hoe lager de welvaart, hoe meer mensen in de landbouw werken.

Slide 9 - Slide

Aan de slag
- Schrijf de beroepen van de verschillende sectoren op.
- Bedenk welke beroepen werken aan een product of dienst.
Klaar?
Maak opdracht:
1a, 2 en 4

Slide 10 - Slide

H4 ongelijkheid
Welkom!
Ga zitten en lees 4.1 

Slide 11 - Slide

Wat doen we vandaag
  • herhalen
  • doelstellingen 
  • uitleg doelstellingen
  • opdracht in tweetallen
  • opdrachten maken. 

Slide 12 - Slide

                    beroepssectoren
Alle mensen die tegen betaling werken (plus de werklozen) horen bij de beroepsbevolking. De beroepsbevolking is verdeeld in drie sectoren:
  • De primaire sector (landbouw, mijnbouw, visserij)
  • De secundaire sector (industrie, ambacht, bouw)
  • De tertiaire sector (diensten, zoals handel, verkeer en overheidsdiensten)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Leerdoelen
- Je weet  wat het bbp/inwoner is.
- Je kunt het verband tussen het bbp/inwoner en de verdeling van de beroepsbevolking uitleggen.
- Je begrijpt dat de armoedegrens verschilt  naar welvaartgraad.
- Je kunt landen op basis van het bbp/inwoner indelen in vier categorieën. 

Slide 15 - Slide

De wereld ingedeeld op ontwikkelingsgraad
Je kunt landen op basis van welvaart en welzijn indelen in vier groepen:

  1. lage-inkomenslanden. 
  2. Lage-middeninkomenslanden
  3. Hoge-middenkomenslanden
  4. Hoge-inkomenslanden 

Slide 16 - Slide

De wereld ingedeeld op ontwikkelingsgraad
Lees de wereld in 4 delen. 
Maak van de categorieën een samenvatting.

Slide 17 - Slide

1. lage-inkomenslanden
De periferie  (armste landen)

- Veel mensen leven onder of rond de armoedegrens. ($1,90 per dag)
- Veel mensen werken in de primaire sector.
- Productiviteit van de landbouw is laag. 

Slide 18 - Slide

2. Lage-middeninkomenslanden
De semiperiferie (rol wereldeconomie neemt toe)

- Veel mensen werken in de secundaire sector 
- Fabrieken maken eenvoudige producten voor winkels in het buitenland

Slide 19 - Slide

3. Hoge-middenkomenslanden
De semiperiferie (welvaartsniveau ligt hoger dan vorige groep)

- Rol van het land in de wereldeconomie is aanzienlijk.
- Industrie maakt hoogwaardige producten.
- Meer mensen werken in de dienstensector
- Groeiende middenklassen -> consumeert luxeproducten

Slide 20 - Slide

4. Hoge-inkomenslanden
centrumlanden  (rijkste groep landen)

- Meeste mensen comfortabel leven.
- Productiviteit industrie is hoog vanwege hoge technologie.
- Werken in de tertiaire sector.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Welvaart en de verdeling van de beroepsbevolking
Wat valt je op aan de kaart?   
zie boek 

Slide 23 - Slide

Aan de slag
  • Maak alle opdrachten van P4.1
  • 1b, 3 , 5 en 6

Slide 24 - Slide