Les 17 1HB1 Woordraadstrategieen

MEER DAN LEZEN - WOORDENSCHAT
Leg alvast klaar:  Boek, schrift en pen
                    Lesdoel: ik kan woordstrategieen gebruiken om de betekenis van onbekende woorden te vinden.
Les 17: Strategieen
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

MEER DAN LEZEN - WOORDENSCHAT
Leg alvast klaar:  Boek, schrift en pen
                    Lesdoel: ik kan woordstrategieen gebruiken om de betekenis van onbekende woorden te vinden.
Les 17: Strategieen

Slide 1 - Slide

Ws 1.1 /1,2
Ws 2.1 -2.3

Slide 2 - Slide

De strategieën









Kom je er echt niet uit, dan kun je het woord opzoeken of de betekenis aan iemand vragen.
Synoniem
 Een ander woord voor.
 kapot = stuk
 vliering = zolder
Bekend woorddeel
 Uit welke delen bestaat het woord?   Welke delen ken je al?
 eetlust
Omschrijving
 Uitleg van een onbekend woord.

 Lees een stukje   ervoor en erna.
Voorbeeld
 Vaak na de woorden: zoals, bijvoorbeeld
 Lees een stukje  
 erna

Slide 3 - Slide

  Blz. 11  - opdracht 1 + 2
 17: Woordraadstrategieen - onbekende woorden

Slide 4 - Slide

      Terugblik en vooruitblik
Terugblik
Je hebt geleerd dat je de betekenis van moeilijke woorden in een tekst kunt ontdekken door woordraadstrategieen te gebruiken.

Vooruitblik
In een volgende les oefen je (in een race) verder met de strategieen: een synoniem, omschrijving en voorbeeld zoeken.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

  Blz. 13  - opdracht 4 + 8  
 17: Woordraadstrategieen
   Opdracht 5    Tekst 2 + 3   blz. 14
timer
7:00

Slide 7 - Slide

   Opdracht 5    Tekst 2 + 3   blz. 14
  1. onwaarschijnlijk
  2. componisten
  3. beklemtonen
  4. functioneren 
  5. aantonen
  6. onaangename
a. bewijzen
b. haast niet mogelijk
c. met nadruk zeggen
d. schrijvers van muziekstukken
e. vieze
f. werken
timer
7:00

Slide 8 - Slide

  Blz. 13 + 15  - opdracht 4 + 8  
 17: Woordraadstrategieen

Slide 9 - Slide

      Terugblik en vooruitblik
Terugblik
Je hebt geleerd dat je verbanden tussen zinnen kunt aangeven door het juiste signaalwoord te gebruiken.

Vooruitblik
In een volgende les ga je aan de slag met het werkwoord (1HB1) of met de persoonsvorm en zinsdelen.


Slide 10 - Slide