étape 4 au supermarché

1 / 44
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qui connaît encore les fruits et légumes?
N' oublie pas un/ une/ des.

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Qu' est- ce que c' est?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Qu' est-ce que c' est?
Geef ook het aantal in letters, niet in cijfers

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Qu' est-ce que c' est?
Geef ook het aantal.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Qu' est-ce que c' est?
Geef ook het aantal.

Slide 12 - Open question

Qui connaît encore le verbe 
aller
=
gaan

Slide 13 - Slide

ik ga

Slide 14 - Open question

jij gaat

Slide 15 - Open question

hij gaat

Slide 16 - Open question

elle va

Slide 17 - Open question

wij gaan

Slide 18 - Open question

vous allez

Slide 19 - Open question

zij gaan

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

nieuwe leerstof
le verbe aimer

Slide 22 - Slide

ik hou van
j' aime

Slide 23 - Slide

jij houdt van
tu aimes

Slide 24 - Slide

hij houdt van
il aime

Slide 25 - Slide

zij houdt van
elle aime

Slide 26 - Slide

wij houden van
nous aimons

Slide 27 - Slide

jullie houden van
vous aimez

Slide 28 - Slide

zij houden van
ils aiment

Slide 29 - Slide

zij houden van
elles aiment

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

aimer: enkelvoud
j' aime
tu aimes
il aime
elle aime

Slide 32 - Slide

aimer: meervoud
nous aimons
vous aimez
ils aiment
elles aiment

Slide 33 - Slide

aimer betekent
A
hebben
B
houden van
C
gek zijn
D
leren

Slide 34 - Quiz

aimer -nous
A
nous aimez
B
nous aimons
C
nous aimer
D
nous aime

Slide 35 - Quiz

vous (aimer)
A
aimer
B
aimons
C
aimez
D
aiment

Slide 36 - Quiz

Zij houden van (aimer)
A
Vous aimez
B
Ils aiment
C
Elles aime
D
J'aime

Slide 37 - Quiz

ik (aimer)
A
je aime
B
j'aime
C
je aimer
D
j'aimer

Slide 38 - Quiz

Elle (aimer)
A
aimes
B
aimet
C
aime
D
aiment

Slide 39 - Quiz

jij houdt van (aimer)
A
tu aimes
B
tu aime
C
j'aime

Slide 40 - Quiz

J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
aime
aimez
aimes
aiment
aime
aimons

Slide 41 - Drag question

exit-ticket
schrijf de volledige vervoeging op van aimer

Slide 42 - Slide

Maintenant on va jouer!
Tijd om te spelen!

Slide 43 - Slide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll