This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up
Slide 1 - Slide
Planning
- 24 mei 8.1 (deels) en 8.2 (deels) - 31 mei 8.3
- 6 mei Pinksteren - 13 mei 8.4
- 20 juni toets
Slide 2 - Slide
Leerdoelen 8.1
- Je kunt verschillende orgaanstelsels noemen en hun werking uitleggen
- Je kunt de taken van bovenstaande orgaanstelsel uitleggen.
• Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen.
Slide 3 - Slide
Zet de orgaanstelsels op de juiste plek in het schema.
Het vervoeren van voedingsstoffen, afvalstoffen, zuurstof en koolstofdioxide.
Het aansturen en regelen van het lichaam. Zorgt ervoor dat orgaanstelsel goed samen werken.
Het verkleinen van voedingsstoffen zodat deze kunnen worden opgenomen door het lichaam.
Het opnemen van zuurstof uit de omgeving en het afgeven van koolstofdioxide aan de omgeving.
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Zenuwstelsel
Bloedvatenstelsel
Slide 4 - Drag question
En wat gebeurt er dan in de spieren?
Door glucose te verbranden (om te zetten) ontstaat energie
Dit gebeurt in alle cellen in je lichaam!
Alleen is in de ene cel meer energie nodig dan in de andere
Slide 5 - Slide
Samenwerken
Hoe komen spieren aan energie ?
Verbranding:
Glucose + zuurstof =
energie + koolstofdioxide + water
Slide 6 - Slide
Zet de orgaanstelsels op de juiste plek in het schema.
Bloedvatenstelsel
Ademhalingstelsel
Verteringstelsel
Slide 7 - Drag question
Afvalstoffen
Je ademt koolstofdioxide uit
Je verliest water door je adem
Je verliest water door je plas
Je verliest water door je weet
Slide 8 - Slide
Leerdoelen 8.2
1. Je kunt uitleggen hoe je ademhaling werkt.
2. Je kunt uitleggen hoe de longen zuurstof uit de ingeademde lucht halen.
3. Je kunt uitleggen waarom ademhalen door je neus beter is.
Slide 9 - Slide
Borstademhaling
Inademen:
- borst en ribben omhoog
- borstholte wordt groter
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen
Uitademen:
- borst en ribben omlaag
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten
Slide 10 - Slide
Buikademhaling
Inademen:
- middenrif omlaag
- borstholte wordt groter
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen
Uitademen:
- middenrif omhoog
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Gaswisseling
In longblaasjes vindt uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide plaats
Slide 13 - Slide
Welke uitwisseling vindt plaats in de longen tussen de longblaasjes en de bloedvaten?
Slide 14 - Open question
Neusademhaling
1* je neus "keurt" de lucht
2* Je neus houdt stof tegen
3* je neus maakt lucht vochtig /warm
Dit maakt dat door je neus ademen gezonder wordt geacht dan door je mond ademen.
Slide 15 - Slide
Hoe adem je in ? De ribben gaan... De borstholte wordt.... De longen worden..... Vul de drie ontbrekende woorden in.
Slide 16 - Open question
Noem 2 voordelen van inademen door je neus
Slide 17 - Open question
Geeft B het zuurstofrijke of zuurstofarme bloed aan?
Geeft Y koolstofdioxide of zuurstof aan?
A
B - rijk
Y - zuurstof
B
B - rijk
Y - koolstofdioxide
C
B - arm
y - zuurstof
D
B - arm
Y - koolstofdioxide
Slide 18 - Quiz
Bij Harm meten we de volgende waardes van de uitgeademde lucht: zuurstof 17%; koolstofdioxide 3%. Wat is vermoedelijk de samenstelling geweest van zijn ingeademde lucht?