This lesson contains 25 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Argumenteren
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Dagopening
H2 Argumenteren
Slide 2 - Slide
paragraaf 2 Argumentatie
Doelen:
Ik kan enkelvoudige, onderschikkende, nevenschikkende afhankelijke en nevenschikkende onafhankelijke argumentatie onderscheiden.
Slide 3 - Slide
Argumentatiestructuren
Slide 4 - Slide
argumentatiestructuren
Er zijn vier basisstructuren van argumentatie:
1 enkelvoudige argumentatie
2 onderschikkende argumentatie
3 nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
4 nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
Slide 5 - Slide
Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.
HET WAS EEN LEUKE LES
⇑
DE DOCENT WAS IN EEN GOEDE BUI
Slide 6 - Slide
Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument.
DE DOCENT MOET NIET TE LANG AAN HET WOORD BLIJVEN
DE UITLEG MOET KORT EN BONDIG ZIJN
IK KAN ME SLECHTS VIER MINUTEN CONCENTREREN
Slide 7 - Slide
nevenschikkende argumentatie met onafhankelijkeargumenten
Bij nevenschikkende argumentatie gebruik je meer dan één argument.
Bij onafhankelijkeargumenten zijn de argumenten los van elkaar te gebruiken; ze hebben elkaar niet nodig. Tussen de twee blokjes naast elkaar past het woord EN.
Slide 8 - Slide
nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
Bij nevenschikkende argumentatie met afhankelijkeargumentatie kan het ene argument niet zonder het andere argument: ze zijn van elkaar afhankelijk, vormen een combinatie.
Slide 10 - Slide
nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumentatie
IK GA NIET STUDEREN IN LEIDEN
MIJN BROER WOONT DAAR IK WIL NIET IN DEZELFDE STAD STUDEREN ALS MIJN BROER
Slide 11 - Slide
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat namelijk makkelijker als je elkaar ziet.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur
Het praat namelijk makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.
Als je je camera aan hebt, let je beter op.
Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.
Slide 12 - Drag question
Opdracht
Maak oefening 2 (Argumentatiestructuren)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Tekst 2
Samen lezen tekst 2 (blz 68)
opdracht 1, 2, 4
Slide 15 - Slide
Huiswerk
H2 Argumenteren, paragraaf 2
opdracht 1 t/m 3
opdracht 1, 2, 4
Slide 16 - Slide
Opdracht
Slide 17 - Slide
oefenen blokjesschema
Maak een twee- of een drietal.
Kies een van de voorwerpen uit de envelop.
Probeer dit voorwerp te verkopen.
Bedenk minimaal 5 argumenten.
Noteer je standpunt en je argumenten in een blokjesschema.
Lever een uitgewerkt (volledig uitgeschreven) schema in op A3-papier.
Overtuig je publiek dat je dit voorwerp écht aan moet schaffen.
Slide 18 - Slide
oefenen blokjesschema
Overtuig je publiek om dit voorwerp aan te schaffen:
Noteer je standpunt en argumenten in een blokjesschema
check: -van boven naar beneden WANT
-van onder naar boven DUS
-van links naar rechts EN
Slide 19 - Slide
oefenen blokjesschema
Maak een twee- of een drietal.
Kies een van de voorwerpen uit de envelop.
Probeer dit voorwerp te verkopen.
Bedenk minimaal 5 argumenten.
Noteer je standpunt en je argumenten in een blokjesschema.
Lever een uitgewerkt (volledig uitgeschreven) schema in op A3-papier.
Overtuig je publiek dat je dit voorwerp écht aan moet schaffen.
Slide 20 - Slide
Herinvoering diensplicht
We bekijken een fragment over de herinvoering van de dienstplicht.
We lezen een artikel over de herinvoering van de dienstplicht
Noteer het standpunt of de gebeurtenis waar je het wel of niet mee eens bent of waar je je zorgen om maakt.
Noteer argumenten voor jouw standpunt.
Noteer wat er volgens jou zou moeten gebeuren.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
CDA-leider Hoekstra pleit voor herinvoering dienstplicht
Lees het artikel.
Slide 23 - Slide
Opdracht
Schrijf een ingezonden brief (200 - 300 woorden), waarin je uitlegt of je het wel of niet eens bent met meneer Hoekstra. Zorg hierbij voor een correcte indeling (inleiding - kern - slot).
Inleiding: vermeld het standpunt waar je het wel of niet mee eens bent
Kern: leg uit waarom je het hier wel/niet mee eens bent. Bedenk drie argumenten. Gebruik voor ieder argument één alinea.
Slot: geef aan wat er volgens jou moet gebeuren of herhaal krachtig je mening.
Slide 24 - Slide
Doelen
Ik kan adequaat reageren op een nieuwsfeit of artikel.
Ik kan hierbij mijn standpunt ondersteunen met relevante argumenten.