1TK3 - 26-03

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Ga vast rustig zitten, je hebt je laptop nog niet nodig.

Vak: Frans

Docent: meneer Groenen (GRP)

Afspraken voor in de les

Wat ik van jullie verwacht:

• Als je binnenkomt mag je rustig kletsen tot ik het begin, maar geen herrie maken.
• Niet praten als ik aan het woord ben of als iemand de beurt heeft.
• Niet door de klas roepen

Evaluatie:

Begin van de les

Eind van de les

Vorige les

• SO schrijfvaardigheid maken (telt 2x mee)
• Gaat over: werkwoorden op -er en ontkenning 
• 2 april: mondeling
• Tweetallen maken voor mondeling
• Kahoot: in 2 teams

Doel: toetsen werkwoorden op -er en ontkenning. Intro mondeling.

Deze les

• Volgende toets: mondeling
• Bespreken grammaticatoets
• Bingo: woordjes mondeling
• Oefenen mondeling
• Tweetallen maken voor mondeling
• Kahoot: in 2 teams

Lesdoel: je kunt iets kopen/iets bestellen in het Frans

Magister

Mondeling H2 (telt 2x): woensdag 2 april

Wat je moet je kunnen? iets bestellen/iets kopen in het Frans

Hoe kun je leren? door alle zinnetjes en woordjes van het blaadje te leren (zie bijlagen). Let op: uitspraak is belangrijk, luister naar de geluidsfragmenten in de bijlagen.    

Grammaticatoets vorige week

• telt 2x mee
• stof: werkwoorden op -er en ontkenning
• 12 items, 5 fouten = 5,8
• gemiddelde klas = 8,6
• volgende toetsen: mondeling (telt 2x) + lees-en luistertoets (telt 2x)

Antwoorden: check of alles klopt 

Antwoorden: check of alles klopt 

Bingo: schrijf 9 Franse woordjes op je kaart

bon appétit! = smakelijk eten!                Tu aimes le coca? = houd jij van cola?

la carte, s'il vous plaît = de kaart alstublieft   

Au revoir! = Tot ziens!                             Ja, ik ben dol op cola = Oui, j'adore le coca  C'est quoi? = Wat is dat?         

merci = bedankt      

voilà = alstublieft (als je iets geeft)

Ça coute combien? = Hoeveel kost het?

la pizza = de pizza

une baguette = een stokbrood

       

Oefen dit gesprekje met je buurman/buurvrouw

1 Vraag om de kaart.

La carte, s'il vous plaît. 

2. Zeg alsjeblieft (als je iets geeft)

Voilà

2 Kies iets van de menukaart en vraag wat dat is.

C'est quoi? (spreek uit: KWA)

3 Zeg dat het een cola is

C'est un coca

3 Bestel iets te eten en te drinken van de menukaart.

Un coca et une crêpe, s'il vous plaît

4 Vraag hoeveel het kost. Ça coute combien? (spreek uit: KOMBJIÈN)

5 Neem netjes afscheid. Au revoir

Oefen gesprekje 1 in tweetallen

SlimStampen: hoofdstuk 2, C: overhoren, G: overhoren

tijd: 10 minuten

Voor jezelf

Wat hebben we vandaag gedaan?

• Volgende toets: mondeling
• Bespreken grammaticatoets
• Bingo: woordjes mondeling
• Oefenen mondeling
• Kahoot: in 2 teams

Lesdoel: je kunt iets kopen/iets bestellen in het Frans

Wat gaan we morgen doen?

Oefenen voor mondeling

Lesdoel: je kunt iets kopen/iets bestellen in het Frans