Kijken en luisteren BL4A

Wat gaan we doen?
Kijken & luisteren: 

1. Kijk naar het programma
2. Maak eventuele aantekeningen 
3. Daarna vragen beantwoorden

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
Kijken & luisteren: 

1. Kijk naar het programma
2. Maak eventuele aantekeningen 
3. Daarna vragen beantwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Hoe komt het dat de drugs legaal is in Nederland?
A
Omdat de overheid eraan verdient
B
Omdat het gebruikt wordt in laboratoriums
C
Omdat het niet zo gevaarlijk is
D
Omdat het niet bekend is

Slide 3 - Quiz

Hoe kom je het makkelijkst aan 3MMC?
A
Bestellen via de post
B
Bestellen via een website of social media
C
Je moet iemand kennen
D
Als je bij een laboratorium werkt.

Slide 4 - Quiz

Waarom is de drugs zo populair onder studenten?
A
Omdat het goedkoop is
B
Omdat het je helpt met studeren
C
Omdat het geen bijwerkingen heeft
D
Omdat het makkelijk te krijgen is

Slide 5 - Quiz

Waarom verdient de overheid hier geld aan?
A
Omdat de overheid een laboratorium heeft
B
Omdat zij dealers oppakken
C
Zij maken de drugs
D
Ze krijgen belasting van ingeschreven dealers

Slide 6 - Quiz

Hoe reageert Danny daarop als hij het hoort?
A
Hij vindt het grappig
B
Hij wordt boos
C
Hij is verbaasd
D
Hij wordt er verdrietig van

Slide 7 - Quiz

Waarom gaat de jongen vaak toch weer gebruiken?
A
Als hij een toets heeft
B
Als hij een feestje heeft
C
Als hij zijn gevoelens wil onderdrukken
D
Als hij zin heeft om nachtenlang Netflix te kijken

Slide 8 - Quiz

Voelt de dealer zich schuldig?
A
Nee, het maakt hem niks uit
B
Ja, maar de gebruikers stoppen toch niet
C
Nee, omdat het legaal is
D
Ja, hij gaat er ook mee stoppen

Slide 9 - Quiz

Waarom zijn beide gebruikers 'gestopt'?
A
Omdat ze (bijna) in een psychose kwamen
B
Omdat ze buikpijn kregen
C
Omdat hun familie dat wilde
D
Omdat ze ouders worden

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Link

Opdracht:
Verzin 3 meerkeuzevragen over dit artikel wat ook in het examen zou kunnen voorkomen. 

Stuur deze naar mij op via de chat. Morgen gaat we daarmee verder! 

Slide 12 - Slide

Hoe staat 3MMC ook bekend?
A
Poes/kat
B
Hond/kat
C
Mol/Kameel
D
Poes/muis

Slide 13 - Quiz

Waarvan is 3MMC een opvolger?
A
2CCM
B
4CCM
C
2MMC
D
4MMC

Slide 14 - Quiz

Hoeveel kost het per gram?
A
5,-
B
10,-
C
50,-
D
25,-

Slide 15 - Quiz

Wie profiteert nog meer van het geld?
A
De maker
B
De overheid
C
Een lab

Slide 16 - Quiz

Waarom is de drugs zo bekend?
A
Omdat veel mensen het gebruiken
B
Omdat je er snel aan kan komen
C
Omdat het goedkoop is

Slide 17 - Quiz

Waarom wordt er geen wetswijziging gedaan?
A
Er zijn geen feiten
B
De kamer moet nog instemmen
C
Er komt een verbod

Slide 18 - Quiz

Wat is 3MMC?
A
Vaccinatie
B
Softdrugs
C
Harddrugs

Slide 19 - Quiz

Waar wordt het gemaakt?
A
Amsterdam
B
Laboratorium
C
Ziekenhuis

Slide 20 - Quiz

Hoelang werkt het spul in jouw lichaam?
A
4-6 uur
B
2-4 uur
C
8-10 uur

Slide 21 - Quiz

Waarom gebruiken mensen drugs?
A
Beter concentreren
B
Het is goed voor je
C
Je wordt er moe van

Slide 22 - Quiz

Ander woord voor 3MMC
A
Muis
B
Rat
C
Poes

Slide 23 - Quiz

Wat voor geestelijke ziekte kan je krijgen?
A
ADHD
B
Psychose
C
Autisme

Slide 24 - Quiz

Door welke zin maakt moeder Bea duidelijk dat de dood van zijn zoon door 3-MMC komt?
A
"ik weet zeker dat het door die troep kwam."
B
"ik denk dat het door 3-MMC kwam."
C
"ik weet her bijna zeker dat het door die drugs kwam."

Slide 25 - Quiz

Waarom gebruiken de meeste jongeren 3-MMC?
A
om op een feestje te gebruiken.
B
om hun gevoel te onderdrukken.
C
om stoer te doen.

Slide 26 - Quiz

Waarom vind moeder Bea dat het vandaag nog moet verboden worden?
A
omdat er geen onderzoeken meer mee mogen gedaan worden.
B
omdat ze vind dat het slecht is.
C
omdat er geen doden meer mogen vallen.

Slide 27 - Quiz

Wat vinden de ouders?
A
Het is hun eigen probleem
B
De ouders wisten er niks van
C
Het moet verboden worden

Slide 28 - Quiz

Waar in het land is het populair?
A
Noorden
B
Oosten
C
Westen

Slide 29 - Quiz

Zijn er plannen voor een verbod?
A
Nee, maar is er wel een voorstel
B
Ja, het gaat binnenkort verboden worden
C
Nee, het gaat niet verboden worden

Slide 30 - Quiz


A

Slide 31 - Quiz