Nederlands 1BK spelling blok 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

i of ie?
Februar....

1. i
2. ie

i of ie

1. artiest
2. artist

i of ie

1. kielo
2. kilo

i of ie

1. giechelen
2. gichelen

i of ie?
We kregen hulp van de pol...tie.

1. i
2. ie

i of ie?
In de vakant... ga ik altijd kamperen.

1. i
2. ie

i of ie?
Ol...fanten hebben een goed geheugen.

1. i
2. ie

Vul in een i of ie
mumm..

Vul in een i of ie
sk..

Vul in: -i, -ie of -y

Eet je vanavond liever macaron… of spinaz…?

Vul in: -i, -ie of -y

Wil je koude citroenl…monade of een ijsloll…?

schrijf het woord op
met een i of ie wat
past bij dit plaatje

Vul in: -i, -ie of -y

De intercit… arr...veerde met een kleine vertraging.

Welk woord
met ie of i hoort
bij dit plaatje ?

Vul in: -i, -ie of -y

Het publ...k vindt de presentator erg s...mpathiek.

pv in de tegenwoordige tijd

De persoonsvorm staat in de tegenwoordige tijd als het nu gebeurt.

We fietsen naar de dierentuin.

Tegenwoordige tijd enkelvoud

Als de persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd staat, zijn er 3 mogelijkheden:

1. STAM

2. STAM + T

3. Hele werkwoord (bij meervoud)

Tegenwoordige tijd

Stam

- met ik

- je/jij achter de pv 

Stam + t

Hele werkwoord (infinitief)

Pv in de tegenwoordige tijd:
Hij (showen) zijn spieren graag in de spiegel.

Pv in de tegenwoordige tijd:
Jeroen (douchen) vier keer per week.

Hij (rijden) op zijn fiets naar school
schrijf de PV in tegenwoordige tijd.

Pv in de tegenwoordige tijd:
Op vrije dagen (sport) mijn vriend graag op het sportveld.