2.4 Voor elk wat wils RZ

2.4 Voor elk wat wils
OP tafel:
IPAD DICHT, schrift voor aantekeningen GS + pen 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

2.4 Voor elk wat wils
OP tafel:
IPAD DICHT, schrift voor aantekeningen GS + pen 

Slide 1 - Slide

Deze les: 
  • Terugblik vorige les 
  • Deze les: koning Willem III, ontwikkeling politieke partijen
  • Aantekeningen maken
  • Afsluiting met docu Willem III
  • Werken aan opdrachten
  • Na de les: inkijken vorige toets 

Slide 2 - Slide

Wat was koning Willem II?
A
Conservatief
B
Liberaal
C
Socialistisch

Slide 3 - Quiz

Wat waren veel burgers in Nederland?
A
Conservatief
B
Liberaal
C
Socialistisch

Slide 4 - Quiz

Waarom was thorbecke tegen het algemeen kiesrecht?
omdat Thorbecke....
timer
1:00
A
vrouwen minderwaardig vond
B
dacht dat burgerij zelf voordeel wilde halen
C
dacht dat niet iedereen slim genoeg was
D
bang was voor heerschappij van het gepeupel

Slide 5 - Quiz

Welke groep kwam op voor gelijke rechten?
A
Conservatieven
B
Liberalen
C
Socialisten

Slide 6 - Quiz

Noem een recht die in de grondwet van 1848 stond.

Slide 7 - Open question

Maak aantekeningen!
Schrijf alleen de dikgedrukte, 
schuingedrukte of woorden in een andere kleur op! 

Slide 8 - Slide

|
1830
De Belgen komen 
in opstand.
|
1840
Koning Willem II volgt zijn vader op. 
Willem III
|
1839
België wordt officieel onafhankelijk. 
|
1849
Koning Willem III volgt zijn vader op. 

Slide 9 - Slide

1848 - Grondwet van Thorbecke



Grondwet van Thorbecke (1848)

Slide 10 - Slide

Willem III
  • 'Koning gorilla'

  • Lomp en bruut
  • Deed net alsof er helemaal geen grondwet van 1848 was
  • Probeerde steeds zijn eigen zin door te drijven

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De "volksvertegenwoordigers"
  • Tweede Kamer gekozen door het volk
  • Thorbecke: 'Niet iedereen is geschikt om volksvertegenwoordigers te kiezen.'
  • Mannen vanaf 23 jaar -> censuskiesrecht: Stemrecht voor mensen die een bepaald belastingbedrag betalen.
  • Vrouwen en niet-rijke mannen mochten niet naar de stembus.

Slide 14 - Slide

De schoolstrijd
  • De overheid betaalde het (openbare) onderwijs
  • Abraham Kuyper (predikant): 'Kan de overheid ook de godsdienstige scholen betalen?'
  • Liberalen in de politiek: 'Nee!'
  • Gevolg: schoolstrijd

Slide 15 - Slide

Abraham Kuyper
Om doel te bereiken en meer invloed protestanten, richt Kuyper een politieke partij op.
  • 1879: oprichting 
  • Anti-Revolutionaire Partij (ARP)
  • Kuyper: 'Het woord van God is het belangrijkste.'
  • ARP = een confessionele partij

Slide 16 - Slide

Meer politieke partijen
  • 1882: Sociaal Democratische Bond (SDB) opgericht
  • 1885: Liberale Unie opgericht
  • 1896: Rooms Katholieke Staatspartij (RKSP) opgericht

Slide 17 - Slide

Meer politieke partijen
  • De katholieken voelden zich achtergesteld door de liberalen en de protestanten.
  • RKSP = een katholieke partij
  • De RKSP wilde ook dat de overheid religieuze scholen financierde
  • De RKSP ging samenwerken met de ARP in de schoolstrijd

Slide 18 - Slide

Algemeen kiesrecht
  • De eerste parlementen: liberalen en conservatieven
  • Maar nu moesten liberalen en conservatieven die delen met de andere politieke partijen. 
  • En dat niet alleen, steeds meer mensen in Nederland wilden een stem in de politiek. 
  • De roep om algemeen kiesrecht werd steeds luider.

Slide 19 - Slide

Pacificatie van 1917
Drie grote onderwerpen beheersten dus de Nederlandse politiek rond 1900:

  • De schoolstrijd
  • De kiesrechtstrijd
  • De sociale kwestie

Slide 20 - Slide

Pacificatie van 1917
  • Om meer onrust te voorkomen besloot de regering in 1917 de grondwet te veranderen = Pacificatie --> afspraak om 'vrede' te sluiten tussen verschillende sociale klassen

  • De religieuze scholen werden betaald door de overheid.
  • Alle mannen mochten stemmen. 

Slide 21 - Slide

Pacificatie van 1917
timer
5:00

Slide 22 - Slide

De positie van vrouwen
Vrouwen uit de bourgeoisie moesten juist thuiszitten.
Meisjes gingen naar de naar meisjesscholen, waar ze werden voorbereid op het huwelijk.

Tegen de discriminatie van vrouwen ontstond vanaf 1870 verzet.
Feministen eisten emancipatie.


Slide 23 - Slide

De positie van vrouwen
1919: kiesrecht voor vrouwen

Vanaf 1919 is Nederland echt een democratie.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Huiswerk
Deze les:
Maak opdrachten 1 t/m 9 van 2.4
Klaar? Zorg dat je de opdracht van 2.2 t/m 2.4 hebt ingeleverd. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video