Clase 9. 15 de octubre de 2020

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves, 15 de octubre de 2019
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves, 15 de octubre de 2019

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. SomToday
  2. Objetivos.
  3. Repasamos la gramática de la unidad 2
  4. Seguimos con la unidad 2
  5. ¡A trabajar!
  6. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Aan het einde van unidad 2:
- Ik kan praten over het weer.
- Ik kan voorstellen doen voor in de nabije toekomst.
- Ik ken de maanden van het jaar.
- Ik kan vertellen wat ik in de toekomst van plan ben te gaan doen (Ir+a+infinitief)
- Ik ken het persoonlijk voornaamwoord als lijden voorwerp.
- Ik weet hoe ik toestemming kan vragen in het Spaans.
- Ik kan een activiteit voostellen in het Spaans.

Slide 4 - Slide

Unidad 2 Gramática

Slide 5 - Slide

IR a + infitivo







om te vertellen wat je in de toekomst van plan bent te gaan doen.
                 IR+A+INFINITIVO

"¿Qué vas a hacer esta tarde?"
               
"Voy a estudiar español."
"Mi madre y yo vamos a comer en casa de mi abuela".
" Voy a jugar al fútbol" 





Slide 6 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

yo                                               me (mij, me)
tú                                                te    (jou, je)
él/ella/usted                          lo/la (hem,haar,u,het)
nosotros/nosotras             nos (ons)
vosotros/vosotras              os   (jullie)
ellos/ellas/ustedes            los/las  (hen, ze, u)

¿Conoces al profesor nuevo?
No, no lo conozco.
¿Y a la profesora de inglés?
Tampoco la conozco.

Plaatsing
1. Direct voor het vervoegde werkwoord (persoonsvorm). Wanneer de zin ontkennend is komt het tussen no en het vervoegde werkwoord te staan.
2. Vóór het vervoegde werkwoord of áchter het hele werkwoord als deze beide in de zin voorkomen.

-Hay un concierto en la plaza. ¿Vamos a verlo?
-Hay un concierto en la plaza. ¿Lo vamos a ver?

- Estoy leyendo un libro. Lo estoy leyendo.
- Estoy leyendo un libro. Estoy leyéndolo.

Slide 7 - Slide

Practicamos...

Slide 8 - Slide

Verplichte opdrachten:
Unidad 2. TB Actividades Gramática
 



Si terminas/Als je klaar bent?
Quizlet vocabulario U1U2
Verbuga Spaans/oefenen met regelmatige en onregelmatige w.w in presente (t.t)





Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
Unidad 2. WB Gramática

Slide 9 - Slide

Deberes (Huiswerk)
  1.  Leren woorden unidad 1 en U2
  2.  Leren gramática unidad 1 en U2
   3.  LessonUp clase 7 leren/doornemen
    4. Maken: Unidad 2 Actividades Gramática
Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
Unidad 2 WB Actividades Gramática


         




         
       (in Blink, in het boek dat gedeeld is met de klas!)
  

Slide 10 - Slide

¿Cómo has trabajado hoy en clase?
A
Muy bien :):)
B
Bien :)
C
Regular :|
D
Mal :(

Slide 11 - Quiz

En la próxima clase...

¡Terminamos la unidad 2!



¡Muchas gracias y felices vacaciones!

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video