H4 lezen herhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Check:

• Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
• Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel ligt: 

• Agenda
  
• Pen
• Lesboek
  
• Schrift
  
• Woordenlijst

P.O. Instructie

H4 Lezen

H4 Woordenschat

Na de lessen deze week..

• weet je het verschil tussen feiten, meningen en argumenten en kun je meningen herkennen en begrijpen.

• ken je de betekenis van veelvoorkomende achtervoegsels en kun je de betekenis van woorden vinden met behulp van deze achtervoegsels.
• ken je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf. 

Doel

Maandag 23 mei:

• H4, lezen: opdr. 5
• H4, woordenschat: opdr. 3 t/m 8
• H4, woordenschat: woordenlijst leren

Huiswerk

Dinsdag 31 mei:

• Toets lezen en woordenschat H4 (2x)
• Leesboek mee

Toetsen

• Signaalwoorden voor mening (2)
• Signaalwoorden voor argument (4)

Mening en argumenten

Je zit in de jury van 'De lelijkste hond van Nederland' en je moet tien punten geven aan de lelijkste hond. Bekijk de afbeeldingen.

1. Welke hond krijgt jouw tien punten? Hond A, B of C? 

2. Vertel aan diegene naast je waarom de door jou gekozen hond tien punten krijgt. 

Gebruik signaalwoorden voor mening en argument!

Check

Je weet het verschil tussen feiten, meningen en argumenten en kun je meningen herkennen en begrijpen.

Doel

Opdr. 5, blz. 94/95

• Stap 1: maak de opdracht in je groepje. Iedereen noemt zijn eigen antwoord. Op het papier schrijf je één gezamenlijk antwoord, dat iedereen kan uitleggen.
  
• Stap 2: we bespreken de antwoorden samen. Als je nummer wordt genoemd, geef je het groepsantwoord.

Opdr. 5, blz. 94/95

Voor we beginnen:

• in groepjes van 3
• één papier/schrift met namen groepje + nummer 1 t/m 3 achter naam
  

Wat?

• H4, woordenschat: opdr. 2 (blz. 103)

Hoe?

• Boek + schrift
• Vraag 9: woordenlijst voorin

Klaar? 

• Nakijken opdr. 2
• Leren woordenlijst (vraag 9)

Heb je hulp nodig?

Kijk eerst naar het stoplicht.

 

Rood? Stil. 

Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).

Geel? Fluisterniveau. 

Vraag diegene naast je.

Groen? Fluisterniveau. 

Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk

Na deze les...

• weet je het verschil tussen feiten, meningen en argumenten en kun je meningen herkennen en begrijpen.

Doel

Volgende les

Woensdag: 

• Woordenschat H4

Maandag 23 mei: weektaak af

• H4, lezen: opdr. 5
• H4, woordenschat: opdr. 3 t/m 8
• H4, woordenlijst leren