Teach like a champion

Teach like a champion
Effectiever les geven
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides.

Items in this lesson

Teach like a champion
Effectiever les geven

Slide 1 - Slide

Teach like a champion
Concrete technieken om leerlingen te laten excelleren. 
Het gaat hierbij niet alleen om prestaties, maar ook om het werken aan karakter en een sterke klascultuur.

Slide 2 - Slide

4 thema's
1. Klascultuur en interactie
2. Controleren van begrip
3. Ratio
4. Lesvoorbereiding en -structuur


Slide 3 - Slide

Klascultuur en interactie

Je wilt graag leerlingen die hard werken, zich sociaal competent ontwikkelen, aandachtig zijn en hun best doen. Bij het opbouwen van een goede klascultuur om dit te bereiken, gaat het om een effectieve en prettige interactie tussen jou en je leerlingen.
· Drempel                                                            · Positief inkleden
· Een goed begin                                             · Precies prijzen
· Niet verstorend ingrijpen                         · P-factor
· Klare taal                                                          · Warm/Streng

Slide 4 - Slide

100% meedoen

Radar
Maak een coöperatieve houding zichtbaar
Niet verstorend ingrijpen

Slide 5 - Slide

Niet verstorend ingrijpen
Kort en krachtig en door!
- " Ik mis nog twee paar ogen"

Slide 6 - Slide

Radar
Subtiel laten merken dat je kijkt
Regelmatig doen
Laat zien dat je kijkt

Slide 7 - Slide

Controleren van begrip
Controle van begrip (CvB) is het tussentijds actief terugvragen van leeropbrengsten bij leerlingen. Hierdoor kun je als docent onderscheid maken tussen ‘ik heb het hen geleerd’ en ‘ze kennen/kunnen het’.
· Werk in beeld                     · Tussentijds toetsen en terugkoppelen
· Doelgericht vragen         · Fouten maken hoort erbij
· Laat maar zien


Slide 8 - Slide

Ratio
Een belangrijk doel van het onderwijs is de leerling zoveel mogelijk zelf het werk te laten doen. Het is immers zijn/haar leerproces. Ratio is het aandeel van het werk dat de leerlingen zelf verzetten. Hierbij maken we onderscheid tussen optimaal meedoen (Deelnameratio) en optimaal de hersens, competenties en vaardigheden gebruiken (Denkratio).
· Korte stop                                             · Gespreksgewoonten
· Bliksembeurt                                       · Schrijf eerder
· Vraag en antwoord                            · Draai en praat
· Iedereen schrijft

Slide 9 - Slide

Bliksembeurt
Alle kinderen kunnen de beurt krijgen, ongeacht of ze een vinger opsteken.
- Voorspelbaar
- Positief

Slide 10 - Slide

Weet niet geldt niet
Het moet een succeservaring worden
- de leraar geeft het antwoord, leerling herhaalt dit
- een andere leerling geeft het antwoord, leerling herhaalt dit
- de leerkracht geeft een aanwijzing, leerling weet nu het juiste antwoord
- een andere leerling geeft de aanwijzing, de leerling weet nu het juiste antwoord

Slide 11 - Slide

Lesvoorbereiding en – structuur

Door een goede lesstructuur te hanteren creëer je een leeromgeving waarin de verwachtingen duidelijk zijn en de lat hoog (maar haalbaar) ligt. Denk hierbij aan het gebruik van heldere lesdoelen, het stellen van uitdagende vragen en het hanteren van een lesstructuur/-opzet.
· Dubbele planning                               · Begintaak
· Weet niet geldt niet                            · Afzwaaier
· Leessolo


Slide 12 - Slide

Begintaak: pak je pen, schrift en Alaska
En maak de opdrachten hieronder:
Schrijf de onderstaande bijvoeglijke naamwoorden op:
De vrouw pakte snel haar .... (wol) sjaal en liep naar haar .... (staal) fiets.
De .... (mopperen) docent liep ... (praten) door het lokaal.
De leerlingen riepen ....... (lachend) dat hij zijn jas was vergeten.
Het .... (polyester) bootje schommelde in de haven.
Huizen met ..... (riet) daken hebben meer risico om in de brand te vliegen.
De .... (verkleden) vrouw zwaaide met de ... (zilver) ketting.

Slide 13 - Slide

Begintaak
Pak je schrift en schrijf de zinnen die hieronder staan over in een ander tijd.
a. Sommige jongens en meisjes voetballen waanzinnig goed.
b. Andere jongeren hebben een prachtige zangstem.
c. Die talenten willen we allemaal graag hebben.
d. In de Bizarre Talent Top 10 staan heel andere soorten talenten.
e. Ben je nieuwsgierig geworden?

Als je klaar bent, ga je lezen in je leesboek!

Slide 14 - Slide

Begintaak
Vorige week hebben we deel 2 gelezen van Karel ende Elegast. Pak pen en papier en schrijf een samenvatting van het verhaal tot nu toe. 

Slide 15 - Slide

Begintaak
We hebben nu de eerst vier delen gelezen van Karel ende Elegast. 
Pak pen en papier en schrijf een samenvatting van het verhaal tot nu toe. 

Slide 16 - Slide

Iedereen schrijft
Herschrijf het verhaal van Karel ende Elegast. In plaats van het alwetend perspectief, ga je het verhaal vertellen vanuit het perspectief van een van de personages: Karel, Elegast, Eggeric, of de vrouw van Eggeric. Zorg dat alle belangrijke elementen terugkomen, maar je mag er wel je eigen draai aan geven. 

Slide 17 - Slide

BegintaakPak pen en papier (je schrift) en noteer de juiste vorm van de werkwoorden die tussen haakjes staan:
1 Omdat het al de hele middag […] (plenzen), hebben we urenlang in een oud, […] (vermolmen) schuurtje […] (schuilen) voor de regen.
2 De dieven hebben een […] (fonkelen) sieraad dat ze uit de etalage hadden […] (grissen), op de zwarte markt […] (verpatsen).
3 Zo’n fraai […] (pimpen) autootje […] (glanzen) prachtig, als het door de monteur van de garage is […] (poetsen).
Noteer de juiste spelling van de werkwoorden tussen haakjes.
4 In vroeger tijden […] (slachten) de boeren in november hun varken en dan lieten ze de slager heerlijke worsten […] (bereiden), die de mensen maar wat graag […] (lusten) bij hun wintergerechten.




Slide 18 - Slide

Begintaak
Noteer in je schrift:
1. Wanneer / waar moet je een komma plaatsen in een zin?
2. Wanneer zet je aanhalingstekens in een zin?
3. Wanneer gebruik je een dubbele punt in een zin?
4. Wanneer gebruik je een puntkomma in een zin?


Slide 19 - Slide

Begintaak
Hoofdletter ja of nee? Pak je schrift en noteer onderstaande woorden. Als je hiermee klaar bent, ga je lezen in je leesboek.
- winter
- zuid-afrikaanse wijn
- jacco van de berg
- het noorden van frankrijk
- paasbrunch
- pinksteren
- maandag

Slide 20 - Slide

Begintaak
Schrijf onderstaande zinnen in je schrift, onderstreep daarna elke PV, zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen en benoem WG, OW, LV, MV en BWP.
Zet dubbele zinsdeelstrepen tussen de zinnen van een samengestelde zin.
1. De Zweedse  Greta Thunberg gaf de Europese politiek afgelopen winter een stevig advies.
2. In de weken daarvoor had ze een schoolstaking georganiseerd.
3. Zij inspireerde anderen, want in meerdere Europese steden liepen scholieren te demonstreren. 

Slide 21 - Slide

Begintaak
Schrijf op papier een samenvatting van het verhaal tot nu toe, zorg dat de volgende personages in elk geval genoemd worden: Joshua, Zivan, Sergio, Dylan en tante Shanya.

Slide 22 - Slide

Begintaak: 
Pak pen en papier en geef antwoord op de volgende vragen:
1. Waar denk je aan bij leesvaardigheid?
2. Hoe zou je jouw leesvaardigheid omschrijven?
3. Hoe zien volgens jou de ideale lessen leesvaardigheid eruit?
4. Wat zou jij graag willen leren de komende lessen leesvaardigheid?

Slide 23 - Slide

Begintaak: 
Pak pen en papier en geef antwoord op de volgende vragen:
1. Wat is volgens jou een leesstrategie?
2. Welke leesstrategieën ken je al?
2. Hoe ga jij te werk als je een zakelijke tekst moet lezen?
Zakelijke tekst = geen fictie, maar tekst met feiten en/of meningen.

Klaar met het beantwoorden van de vragen? Pak dan je leesboek en ga lekker lezen in je boek.

Slide 24 - Slide

Begintaak
Lees het artikel en beantwoord onderstaande vragen (je mag op het papier schrijven)
Welk tekstdoel heeft dit bericht?
Welke tekststructuur heeft deze tekst?
Je mag je reader hierbij gebruiken.

Klaar?: Dan ga je lezen in je leesboek

Slide 25 - Slide

Goedemorgen V4B 
Welkom terug! Vandaag beginnen we met een begintaak:
Lees het artikel en beantwoord onderstaande vragen (je mag op het papier schrijven en markeren)
Wat is het standpunt en wat zijn de argumenten?

Klaar?: Dan ga je lezen in je leesboek

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide