Nederlands Werkwoordspelling oefenen voor de toets

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Nederlands

Oefenen voor de toets

Wat gaan we doen?

• Klassikaal oefenen werkwoordspelling

• Zelfstandig oefenen werkwoordspelling

Vragen?

Zijn er vooraf nog vragen over de stof?

Persoonsvorm in de t.t.
Ik (spelen) bijna nooit games.

Persoonsvorm in de t.t.
Hij (zijn) mijn beste vriend.

Persoonsvorm t.t.
Mijn moeder (halen) mij vandaag van school.

Persoonsvorm t.t.
(Lopen) jij mee naar de Mac Donalds?

Persoonsvorm v.t.
Henk (fietsen) naar huis.

Persoonsvorm v.t.
Ik (zwemmen) naar de overkant.

Persoonsvorm t.t.
De leraren (maken) makkelijke toetsen.

Het hele werkwoord
Fietsten

Het hele werkwoord
Geweest

Het hele werkwoord
Zwijgt

Het hele werkwoord
Heeft

Waarom moet je goed opletten met je/jij in de zin?

Bedenk een zin in de t.t. en in de v.t. met:
Knutselen

Aan het werk

Zoek 2 opdrachten over werkwoordspelling die je al hebt gemaakt en oefen hier nog een keer mee.

Kijk het na met je eerdere antwoorden.

(zelftoetsen)

Klaar?

Leren voor de toets