This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Nieuwe plattegrond !!
Slide 1 - Slide
Thema 3 Ordening
3.6 Bacteriën
blz 206
Spullen op tafel
Telefoon weg
Jas uit en over je stoel
Tas op de grond
Slide 2 - Slide
Hoe plant een gist zich voort?
A
schimmeldraden
B
knopen
C
celdeling
D
Een gist kan niet voortplanten
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
gist heeft een celwand
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
wat is een eencellige schimmel?
A
champignon
B
paddenstoel
C
gist
D
zowel a,b als c
Slide 7 - Quiz
Bij de productie van het medicijn penicilline worden schimmels gebruikt
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Hoe noem je de schimmel die gebruikt wordt voor het maken van penicilline?
A
schimmeldraden
B
antibiotica
C
penseelschimmel
D
spore-schimmel
Slide 9 - Quiz
Bij welk product is geen gebruik gemaakt van biotechnologie?
A
brood
B
blauwe kaas
C
bier
D
champignons
Slide 10 - Quiz
Leerdoelen
Je kunt kenmerken noemen van bacteriën.
Je kunt uitleggen dat bacteriën zowel nuttig als schadelijk kunnen zijn, en hiervan voorbeelden noemen.
Slide 11 - Slide
Bacteriën
Slide 12 - Slide
Bouw en voortplanting
- Eencellig
- Voortplanting door celdeling (kan per 20 minuten)
- Prokaryoot: géén celkern
Slide 13 - Slide
Voortplanting
- Door deling
- In goede omstandigheden elke 20 minuten
- niet te warm/koud, vochtig, genoeg voedsel
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Opdracht
Een bacterie deelt zich 1 keer in 20 minuten. Er zijn twee bacteriën. Hoeveel bacteriën heb je na 3 uur?
Slide 16 - Slide
Biotechnologie
Bacteriën (en schimmels) worden ook gebruikt voor het maken van voedsel, zoals yoghurt, zuurkool en augurken. Net als schimmels worden ook bacteriën gebruikt voor medicijnen.
Slide 17 - Slide
"Slechte" bacteriën
Sommige bacteriën kunnen
helaas wel ziekten veroorzaken
(infectie). Met antibiotica kunnen
deze infecties bestreden worden.
Slide 18 - Slide
"Slechte" bacteriën
Sommige bacteriën kunnen helaas wel ziekten veroorzaken (infectie). Met antibiotica kunnen deze infecties bestreden worden.
Slide 19 - Slide
Goede & nuttige bacteriën
- Je darmen en huid zitten er vol mee! (voor vertering en bescherming)
- Veel bacteriën zitten ook in de grond om dode resten op te ruimen.
- Bacteriën worden gebruikt om bijvoorbeeld yoghurt en zuurkool te maken (melkzuurbacteriën)
Slide 20 - Slide
Hoeveel darmbacteriën bevat jouw lichaam?
A
0,5 kg
B
1 kg
C
1,5 kg
D
2 kg
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Video
Twan zegt, dat sommige bacteriën voedsel kunnen afbreken en dat ze zich voortplanten d.m.v. deling. Jan zegt dat bacteriën een celkern hebben. Wie heeft er gelijk?
A
Alleen Twan heeft gelijk
B
Alleen Jan heeft gelijk
C
Beide hebben gelijk
D
Beide hebben ongelijk
Slide 23 - Quiz
Welk celonderdeel komt er voor in een bacterie?
A
Celwand
B
Celkern
C
Bladgroenkorrels
D
Vacuole
Slide 24 - Quiz
Bacteriën kunnen eencellig en meercellig zijn
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
Welke van de onderstaande ziektes wordt door een bacterie veroorzaakt?