LES 5 - TOT SLOT (CREATIEVE OPDRACHT)

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

LES 5 - TOT SLOT

creatieve opdracht

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. Vooraf:
   Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
   
   
2. Instructie:
   Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
   
   
3. Toepassing:
   Actieve verwerking, Formatief handelen 
   
   
4. Evaluatie:
   Afsluiting

              Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

           Inleiding

Tijdens de vorige lessen begrijpend lezen hebben we het gehad over verliefdheid.

Wanneer je verliefd bent, voel je 'vlinders in je buik'.

Je buik geeft signalen aan je hersenen zodat je je écht verliefd voelt!

Om nog iets meer te leren over verliefdheid, bekijken we zo een video waarbij je kijkvragen beantwoordt. Pak dus pen en papier. 

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

           Voorkennis activeren

Je krijgt zo een video te zien over 'aantrekkingskracht'.

Beantwoord daarbij de volgende kijkvragen:

1. Noem drie dingen waarop Katja de mannen beoordeelt.
   
2. Vrouwen en mannen kunnen zichzelf aantrekkelijker maken.
   Noem minstens twee manieren waarop dit kan.
   
3. Over het algemeen vallen mensen op mensen die ...
   
4. Vrouwen vallen vaak op mannen die ...

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Typ hier drie dingen waarop Katja de mannen beoordeelt.

Vrouwen en mannen kunnen zichzelf aantrekkelijker maken.

Typ hier minstens twee manieren waarop dit kan.

Over het algemeen vallen mensen op mensen die ...

Vrouwen vallen vaak op mannen die ...

           Leerdoelen

Aan het einde van deze les... 

1. kun je jouw mening geven over een gedicht en erbij vertellen waarom je dat vindt (T1)
2. ken je criteria waarmee je een gedicht kunt beoordelen (R)
3. kun je een liefdesbrief op een grappige manier afmaken (T2)

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

              Instructie

Je leest zo twee gedichten: 'Schutkleur' en 'Antwoordapparaat'.

Dit doen we één voor één.

Bedenk bij het lezen: wat vind ik van dit gedicht, en waarom vind ik dat?

Geef vervolgens je mening in LessonUp.

Inleiding

Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 

Hoe geef je op een nette en 

aardige manier je mening?

Lees het gedicht 'Schutkleur' (je kunt inzoomen!)

Wat vind je van dit gedicht? Waarom vind je dat?

Denk aan het woordweb: hoe geef je op een nette en aardige manier je mening?

Lees het gedicht 'Antwoordapparaat' (je kunt inzoomen!)

Wat vind je van dit gedicht? Waarom vind je dat?

Denk aan het woordweb: hoe geef je op een nette en aardige manier je mening?

           Vergelijk de gedichten. Wat valt op?

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

              Instructie

En nu jij!

Je gaat zo het gedicht dat je hiernaast ziet afmaken. Dit doe je op een grappige, overdreven manier (je bent súper-verliefd!)

Denk aan de twee gedichten die je hebt gelezen:

• Wat vond je goed? (doe dit ook!)
• Wat kon er beter? (doe dit niet!)

Inleiding

Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 

Wanneer is jouw gedicht een goed gedicht?

           Aan de slag

Lees eerst de tekst die er al staat.

Maak vervolgens het gedicht af op een grappige en overdreven manier. 

Klaar?

Maak opdracht 4B.

Doe dit op een blaadje.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

           Afsluiting

Jullie hebben allemaal het gedicht afgemaakt.

Wie durft het gedicht met de klas te delen?

Als je het liever niet zelf leest, kan de docent dit voor jou doen.

Niks moet, alles mag!

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.