Opdracht leesdossier: boekendoos maken
Voor deze opdracht heb je een schoenendoos nodig.
Wat ga je doen?
1. Lees een boek
2. Maak een korte samenvatting van de inhoud van het boek.
3. Onder de samenvatting schrijf je jouw mening over het boek.
4. In de schoenendoos verzamel je vijf voorwerpen die een belangrijke rol in het verhaal spelen. Aan elk voorwerp bind je een kaartje, waarop je aan de ene kant uitgebreid uitlegt welke rol het voorwerp in het boek speelt en waarom jij vindt dat dit voorwerp belangrijk is voor het verhaal.
Aan de andere kant van elk kaartje komt een citaat van meerdere zinnen uit het boek waarin het voorwerp genoemd wordt. Je zet het nummer van de bladzijde waar je de tekst gevonden hebt op het kaartje erbij.
Voor alle duidelijkheid:
• mensen zijn geen voorwerpen!
• plaatjes van voorwerpen mag je niet gebruiken.
5. De buitenkant van de schoenendoos versier je met plaatjes die iets zeggen over het boek.
6. Op de deksel plak je een kopie van de voorkant van het boek. De titel en de schrijver/schrijfster moeten duidelijk te zien zijn. Ook schrijf je jouw naam en klas erop.
7. Kies een spannend stuk uit je boek, leg uit waarom je dit deel kiest en lees het voor tijdens de presentatie. Zorg dat je het voorleest zodat het publiek geboeid luistert.
Tip: oefen het voorlezen een paar keer. Lees alleen, maar lees ook voor aan anderen. Je krijgt vaak direct wat gratis tips van je ouders, broer of zus.
8. Je presenteert je boekendoos aan de klas. Je presentatie duurt ongeveer 3 minuten. Je moet tijdens je presentatie andere kinderen overtuigen van jouw mening over jouw boek. Dit gebeurt in week 3.