§5.2 Verbranding

§5.2 Verbranding
Lesplanning:
  1. Uitleg verbranding
  2. Opgaven §5.2 maken
  3. Huiswerkopdracht
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§5.2 Verbranding
Lesplanning:
  1. Uitleg verbranding
  2. Opgaven §5.2 maken
  3. Huiswerkopdracht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les  kan je...
  • het reactieschema opstellen;
  • het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding;
  • de drie voorwaarden noemen die nodig zijn voor een verbranding;
  • manieren om brand te blussen verklaren.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan je vuur
uitdoven?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Drie voorwaarden voor verbranding
3 voorwaarden:
  • brandstof
  • zuurstof
  • ontbrandingstemperatuur

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Temperatuur verlagen
  • Blussen
      met water

  • Kaarsje
      uitblazen 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zuurstof wegnemen
  • Blussen
      met schuim
  • Zand
  • Blusdeken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Brandstof wegnemen
  • Gaskraan dicht
     draaien
  • Uit laten
     branden
  • Brandgangen
     maken in het
     bos

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Maar wat is nou eigenlijk verbranding? Wat gebeurt er en hoe komt het dat de ene vlam blauw is en de andere oranje?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verbranding is een chemische reactie
Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen en ontstaan nieuwe stoffen. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Verbrandingsreactie
aardgas + zuurstof --> koolstofdioxide + waterdamp

Slide 10 - Slide

This item has no instructions



  • voldoende zuurstof
  • reactieproduct
     koolstofdioxide en waterdamp


  • onvoldoende zuurstof
  • reactieproduct
     roet of koolmonoxide
Volledige verbranding
Onvolledige verbranding

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Koolmonoxide

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
§5.2 digitaal - alle opgaven in je leerroute

Stel je vragen in de meet!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les  kan je...
  • het reactieschema opstellen;
  • het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding;
  • de drie voorwaarden noemen die nodig zijn voor een verbranding;
  • manieren om brand te blussen verklaren.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voor elke verbranding is zuurstof nodig?
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Bij een verbranding verdwijnt de brandstof.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Zolang er maar genoeg zuurstof is blijft het vuur branden
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Bij een onvolledige verbranding ontstaat er alleen koolstofdioxide
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is waar over volledige verbranding?
A
Een gele vlam betekent volledige verbranding
B
Bij volledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen
C
Een vlam met volledige verbranding maakt geen roet
D
Volledige verbranding bestaat helemaal niet

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Als je een brand wil blussen, kan dat alleen door de temperatuur te verlagen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een gasleiding is in brand geraakt. Om de brand te blussen draait de brandweer de gaskraan dicht.
Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Temperatuur

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Bij een bosbrand wordt de brand op een plek gehouden tot dat stuk is opgebrandt
Welke brandvoorwaarde neem je weg?
A
Zuurstof
B
Ontbrandings-temperatuur
C
Brandstof

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerkopdracht
https://www.proefjes.nl/proefje/067

Slide 23 - Slide

Klassikaal bekijken, op volgende dia leerlingen een voorspelling laten doen.
Voorspelling huiswerkopdracht: wat verwacht je dat er gebeurt?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions