Present Simple

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Learning targets:

• I can use the present simple correctly

Programma:

• Uitleg vanaf het prille begin over de present simple
• Opdrachten maken in deze lessonup
• Opdrachten maken van de weblinkjes in deze lessonup

Present simple

Wanneer gebruik je de present simple?

Bij feiten: Water boils at 100 degrees Celcius.

Bij iets dat altijd, nooit, regelmatig gebeurt (en alles wat daar tussenin zit. Zelden, soms, etc)

I live in a village.

De regel bij bevestigende zinnen

De shit-regel

I work

You work

She, he, it works

We work

You work

They work

Spellings uitzonderingen bij she, he, it.

Werkwoorden eindigend op -s, -x, -z, -sh, -ch, -ss -> es  Catch - catches

Werkwoorden eindigend op medeklinker +-y -> -ies  Study - studies

Werkwoorden eindigend op -o -> oes  Go - goes

Regel bij vragende zinnen

Do + hele werkwoord

I work -> Do I work?

They live in Amsterdam -> Do they live in Amsterdam?

Bij she, he, it: Does + hele werkwoord

She works -> Does she work?

He lives in Amsterdam -> Does he live in Amsterdam?

Regel bij ontkennende zinnen

don't + hele werkwoord

I work -> I do not (don't) work.

They live in Amsterdam -> They do not (don't) live in Amsterdam.

Bij she, he, it: doesn't +hele werkwoord

She works -> She does not (doesn't) work.

He lives in Amsterdam -> He does not (doesn't) live in Amsterdam.

Present Simple:

Wanneer gebruik je de Present Simple?

1. Bij feiten, gewoontes en dingen die regelmatig gebeuren.
2. Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
3. Wanneer je het hebt over iets wat je wilt gaan doen.
4. Als je verteld over iets wat je is overkomen.

Present Simple
Welke zin(nen) staat in de Present Simple?

1. Dogs wag their tail when they are excited.
2. Sarah usually runs to school.
3. Cats don't like water.
4. Jeffrey is going to his friends.

Present Simple:
Pick the example of the present simple.

1. I was walking in the park.
2. I walked in the park.
3. I am walking there.
4. I walk every day.

Present Simple:

Welke zin staat in de present simple?

1. They usually run to school.
2. They usually runs to school.
3. They usually runned to school.
4. They are usually running to school.

Present simple (tegenwoordige tijd):
Welke zin is WEL present simple?

1. I am scanning the items.
2. They scanned the items.
3. We have scanned the items.
4. He scans the items.

Present simple:

Rule Example

 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)

als je het over het volgende hebt:

• feiten Water boils at 100 degrees.

• gewoontes I usually get up at 6.30.

• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.

• levendig beschrijving/dramatisch effect;

In 1099 William conquers England

Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S

I walk -> He walks

www.english-4u.de

www.english-4u.de

www.english-4u.de

www.english-4u.de

www.english-4u.de

www.english-4u.de

www.english-4u.de

www.english-4u.de

www.english-4u.de

www.english-4u.de

www.english-4u.de

www.english-4u.de