Voorbereiden toetsweek - les voor twee mentoruren

Voorbereiding van de toetsweek
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Voorbereiding van de toetsweek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen:
  • Tips voor plannen en organiseren van een toetsweek
  • Tips voor concentratie en ontspanning tijdens de toetsweek 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De marathon
Waar denk je aan bij het rennen van een marathon?

Slide 3 - Slide

Maak een mindmap met de associaties van de leerlingen op het bord en refereer hier meerdere malen naar tijdens de les
Wat heb je nodig voor goede prestatie? Hoe bereid je je voor? Wat doe je wel en wat absoluut niet?

De toetsweek
Waar denk je aan bij de toetsweken? Wat heb je nodig?

Slide 4 - Slide

 Leg de link tussen het trainen naar een marathon en de toetsweek (o.a. op tijd beginnen, doorzettingsvermogen, trainen van spieren staat gelijk aan trainen hersenen, met 1 ding tegelijk bezig zijn tijdens het trainen, focus op het einddoel én de weg erheen, belang van voeding en slaap)

Hoe denk jij over de toetsweek?
  • Het gaat me niet lukken...
  • Ik weet alles al...
  • Ik ga mijn best doen...
  • Ik kan het niet...
  • Ik mag fouten maken...
  • Ik doe het altijd fout...
  • Ik ben slecht in...
  • Iets anders, namelijk:

Schrijf op wat voor jou van toepassing is.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe denk jij over de toetsweek?
Kijk nog eens terug naar het lopen van de marathon. Welke gedachtes zouden je niet helpen? Met welke gedachtes zou je het gaan halen?

Slide 6 - Slide

Zet deze gedachtes in twee rijtjes: gedachten die helpen en gedachten die niet helpen.
Mindset
Dit heet een mindset. Een mindset is een verzameling van al jouw overtuigingen en gedachten waardoor je op een bepaalde manier denkt. Je mindset wordt gevormd door alle gebeurtenissen die je tot nu toe hebt meegemaakt. Dit noemen we ook wel de betekenis die jij aan ervaringen en woorden geeft.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Mindset: probeer eens om te zetten...
"Ik kan het niet!"                         ----> ... ?

"Dit is te moeilijk!"                     ----> ... ?

"Ik ga dit nooit snappen!"      ----> ... ?

"Ik heb een fout gemaakt."   ----> ... ?

"Dit is goed genoeg."               ----> ... ?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is 1 minuut?

Slide 11 - Slide

Zet als docent een stopwatch. Geef de instructie dat leerlingen hun vinger moeten opsteken als ze denken dat precies 1 minuut voorbij is. Sommige leerlingen zullen eerder hun vinger opsteken, andere later. Deel met elkaar dat tijd moeilijk in te schatten is. Tijd kan immers voorbij vliegen of juist heel lang duren. Plannen en inschatten van tijd is daarom lastig
Plannen
Stel dat jullie 40 woordjes voor Frans moeten leren. 

Wat zou jij een klasgenoot aanraden om qua tijd hiervoor in te plannen?

Schrijf het aantal minuten op. (Niet in je hoofd dus, maar echt opschrijven)

Slide 12 - Slide

Het blijkt dat mensen zichzelf overschatten als ze zichzelf een tijd geven hoe lang ze nodig hebben, maar als ze dit voor een willekeurig persoon zouden inschatten ze dit beter doen.
Bespreek met de klas wat het verschil is tussen overschatten en onderschatten

Plannen
Stel dat jullie 40 woordjes voor Engels moeten leren. 

Hoeveel tijd zou jij voor jezelf daarvoor inplannen? 

Schrijf het aantal minuten op. (Niet in je hoofd dus, maar echt opschrijven)

Slide 13 - Slide

Het blijkt dat mensen zichzelf overschatten als ze zichzelf een tijd geven hoe lang ze nodig hebben, maar als ze dit voor een willekeurig persoon zouden inschatten ze dit beter doen.
Bespreek met de klas wat het verschil is tussen overschatten en onderschatten

Plannen
Zat er verschil in wat jij aanraadde en in wat jij voor jezelf op schreef?


Ben jij iemand die eerder iets overschat of eerder iets onderschat?




Slide 14 - Slide

Het blijkt dat mensen zichzelf overschatten als ze zichzelf een tijd geven hoe lang ze nodig hebben, maar als ze dit voor een willekeurig persoon zouden inschatten ze dit beter doen.
Bespreek met de klas wat het verschil is tussen overschatten en onderschatten

Weer even over die marathon...
Je hersenen zijn spieren

Wat zou er gebeuren als je …
  • De dag voor een hardloopwedstrijd 2 uur zou slapen?
  • Je alleen de dag voor de wedstrijd zou trainen?



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Dus...
  • Leer de stof op minstens twee verschillende manieren.
  • Wissel leer en maakwerk af.
  • Leer geen drie talen op een dag, wel bijv. wiskunde en Nederlands.
  • Neem pauzes tussen je “sets” en herhaal.
  • Liever vaker kort, dan één keer lang!
  • De dag voor de toets is een herhaal dag, plan geen nieuwe stof!



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Tips voor concentratie
  • Zorg voor een vaste, rustige plek (stil, alleen spullen die je echt nodig hebt).
  • Gebruik een timer voor werktijd en pauzetijd (Tip: Pomodoro of Powerfocus app).
  • Maak een routine met kleine doelen en volg deze gedachteloos op (eerst ga ik .. daarna..)
  • Begin gewoon. Uitstellen gaat je niet helpen om het af te krijgen.
  • Werk aan één taak tegelijk, begin met de belangrijkste taak.
  • Praat hardop tijdens het werken/leren. Dit helpt je brein om je aandacht erbij te houden.



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Planning
Hoe accuraat is je planning nog?
Is het gelukt je er aan te houden?
Waarom wel/ waarom niet?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions