Hoofdstuk 7 paragraaf 3

Hoofdstuk 7 Krachten
Paragraaf 7.3 Zwaartekracht
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7 Krachten
Paragraaf 7.3 Zwaartekracht

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Werkwijze les
1) Start Lessonup doornemen

2a) Extra voorbeeld zwaartekracht              bereken

2b) Maken hoofdstuk 7 paragraaf 3
                 start bij vraag 27           



15 minuten

  5 minuten


15 minuten


Klaar --> Maak alvast een mindmap of samenvatting

Slide 3 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt berekeningen maken met de formule van zwaartekracht.
  • Je kunt uitleggen hoe je het zwaartepunt bepaalt.
  • Je kunt de zwaartekracht tekenen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Formule zwaartekracht
Fz = m x 10                         Fz = ... N
                                                m = ... kg              (...gram : 1000 = ... kg)
Voorbeeld:

Slide 6 - Slide

Werkwijze les
1) Start Lessonup doornemen

2a) Extra voorbeeld zwaartekracht              bereken

2b) Maken hoofdstuk 7 paragraaf 3
                 start bij vraag 27           



15 minuten

  5 minuten


15 minuten


Klaar --> Maak alvast een mindmap of samenvatting

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Werkwijze les
1) Start Lessonup doornemen

2a) Extra voorbeeld zwaartekracht              bereken

2b) Maken hoofdstuk 7 paragraaf 3
                 start bij vraag 27           



15 minuten

  5 minuten


15 minuten


Klaar --> Maak alvast een mindmap of samenvatting

Slide 9 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wat een spanningsbron doet.
  • Je kunt voorbeelden van spanningsbronnen geven.
  • Je kunt bij een spanningsbron de pluspool en minpool herkennen.
  • Je kunt volt gebruiken als eenheid van spanning.

Slide 10 - Slide

Formule zwaartekracht
Fz = m x 10                         Fz = ... N
                                                m = ... kg              (...gram : 1000 = ... kg)
Voorbeeld:

Slide 11 - Slide