This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
eerst even topo Nederland
Slide 1 - Slide
Tekst
Slide 2 - Slide
Sneek –Friesland
2 Zwolle – Overijssel
3 Almelo – Overijssel
4 Enkhuizen - Noord-Holland
5 Purmerend – Noord-Holland
6 Amersfoort –Utrecht
7 Nijmegen – Gelderland
8 Venlo – Limburg
9 Den Haag – Zuid–Holland
10 Roosendaal – Noord-Brabant
A Westerschelde
B Noordzeekanaal
C Waddenzee
D Maas
E Twente
Slide 3 - Slide
lesdoelen
Jullie kunnen de dreiging door de zee in Nederland verklaren en aangeven welke maatregelen getroffen worden en dit koppelen aan het venster Watersnoodramp
Wat weet je van Laag Nederland en de daarmee samenhangende milieuproblematiek?
Welke praktische werkvormen zijn geschikt om de problematiek van Laag Nederland en het milieu duidelijk te maken aan kinderen?
Jullie kunnen de volgende landschappen lokaliseren en het ontstaan verklaren: rivierklei en zeekleilandschap
Jullie kunnen van de geografische vierslag stap waarnemen, beschrijven en verklaren toepassen
Slide 4 - Slide
Waar denk je aan bij Nederland rivierenland?
Slide 5 - Mind map
Inhoud les 3
Nederland en het water
Rivier en zeeklei
Rivieren en het water
Het Nederlands landschap
Didactiek
Beeldvormers
Geografische vierslag
Beoordelen en versterken methodeles
Slide 6 - Slide
opdracht
Gebruik je "in-ear"oordopjes en bekijk (een deel) van de drie filmpjes.
Welke zou je in jouw stageklas gebruiken?
Waarom?
Welke andere manier zou je kunnen gebruiken?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Schematische tekening
Waar let je op als je hem uitkiest/beoordeelt?
Hoe zet je hem in?
Slide 11 - Slide
Schematische tekening
Waar let je op als je hem uitkiest/beoordeelt?
Hoe zet je hem in?
Slide 12 - Slide
Overstromingsgevaar Nederland
Slide 13 - Slide
Wat weet je van de Watersnoodramp?
Slide 14 - Mind map
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Deltawerken
Na de watersnoodramp werden de deltawerken gebouwd.
Dit zijn dammen die dicht gaan bij heftige stormen of hoog water.
Slide 17 - Slide
Nederland water: dijkringen
Slide 18 - Slide
https:
Slide 19 - Link
De geografische zienswijze in de juiste volgorde is:
A
waarnemen, beschrijven, verklaren generaliseren en waarderen
B
waarnemen, beschrijven, generaliseren, verklaren en verdiepen
C
waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en verdiepen
D
waarnemen, beschrijven, verklaren, generaliseren en verrijking
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Waarnemen
Wat zie je?
Welke vragen kun je stellen om kinderen de geografische zaken bewust te laten zien?
Slide 22 - Slide
Verklaren
Waarom is er wateroverlast?
Waarom is er daar wateroverlast?
Hoe lossen ze het op?
Wat zie je daarvan in het landschap?
Slide 23 - Slide
Nu jullie!
Waarnemen: wat voor ruimtelijke kenmerken zie je?
Verklaren: Waarom zie je dat daar?
Herkennen: Waar nog meer?
Hulpmiddelen:
Atlas/kaart
boek
internet
Verklaren: Waarom zie je dat daar?
Herkennen: Waar nog meer?
Hulpmiddelen:
Atlas/kaart
boek
internet
Slide 24 - Slide
Problemen met water
Wateroverlast
Watertekort
Vervuild water
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Deltawerken: 1 Waarnemen 2. beschrijven Wat zie je,
3 Verklaren: Waarom zie je dat daar?
Slide 28 - Slide
Welke doorsnede is correct?
A
doorsnede A is correct
B
doorsnede B is correct
C
doorsnede C is correct
Slide 29 - Quiz
Waarom ligt er klei in het rivierengebied?
Wat is klei?
Slide 30 - Slide
Rivierklei
Rivierklei is door de rivieren op het land naast de rivier neergelegd. Dit komt door overstromingen. Rivierkleilandschap vind je bij de Rijn, Maas, IJssel en Vecht.
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Video
Slide 33 - Video
Nederland
Provincies
Nederland Cultuurlandschappen
Slide 34 - Slide
zeeklei en rivierklei
Vruchtbaar: vol mineralen
Watervasthoudend
Niet water doorlatend
Zwaar in het bewerken
Lage gebieden alleen maar gras
Oude gebieden waarbij het gemengd is met andere grondsoorten: aardappels, suikerbieten en granen: planten die tegen water kunnen en veel voedsel nodig hebben
Slide 35 - Slide
Klei is ook een grondsoort die je veel in Nederland ziet. Er is zeeklei en rivierklei. Het zijn hele kleine plaatjes klei en plantresten (humus) tegen elkaar aan. Het kan heel plakkerig zijn.
Water gaat er maar moeilijk langs dus wordt klei glibberig en glad.
Als het water verdampt kan klei erg hard worden. Van rivierklei wordt baksteen gemaakt.
3 soorten rivieren: > regenrivier: door regen gaat het water stromen. > gletsjerrivier: door het smelten van een gletsjer. (schuivend ijs) > gemengde rivier:krijgt zijn water van beide soorten rivieren.
Slide 37 - Slide
Regenrivier
Bijv de Maas, de Schelde
Gebergten met harde ondergrond zorgen bij regen tot grote en snelle stromen. Hier valt dooi van sneeuw ook onder.
Het waterpeil van dit soort rivieren fluctueert enorm, van heel hoog tot heel laag:
Dijken als beschermen
Stuwen om scheepvaart structureel mogelijk te maken
Slide 38 - Slide
gemengde of gletsjerrivier
Rijn, Waal, IJssel
Smeltwater van gletsjers, groot deel van het jaar door
Regenwater
Dijken beschermen, maar waterpeil is meer constant
Slide 39 - Slide
Teken Nederland
En teken daarin de verschillende typen landschappen
Zeekleilandschap
Veenlandschap
Lösslandschap
Zandlandschap
Duinlandschap
Rivierkleilandschap
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Aansluiten bij kerndoel 48
Kinderen leren over de maatregelen die in Nederlanden genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken.
Slide 42 - Slide
Bekijk je meegenomen les
Bekijk de meegenomen les, welke stap of stappen van de vierslag herken je?
Wat is het lesdoel, maak dit eventueel specifieker
Maak jouw les sterker door de eerste 2 stappen van de vierslag toe te passen met vragen en beeldvormers
Waarnemen: Wat zie je?
Verklaren: Waarom is dat daar, hoe is het ontstaan?