Spelling - 4.1 + 4.2 (2F)

Spellingsregels
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spellingsregels

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 3
Inloggen in de licentie.
Wie lukt dat wel/ niet?

Slide 2 - Slide

BSA toets
Hoofdstuk 3: werkwoordspelling
Hoofdstuk 4: spellingsregels

Slide 3 - Slide

Programma
Terugkijken naar de vorige les
4.1  meervoud
4.2 Tussenletters
Huiswerk

Slide 4 - Slide

Meervouden veranderen

Soms wordt een 's' een 'z' 
of een 'f' een 'v'

brief = brieven, proef = proeven
sluis = sluizen, laars = laarzen

Slide 5 - Slide

Wat is het meervoud van lees

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Wat is het meervoud van koolmees?

Slide 8 - Open question

Wat is het meervoud van sollicitatiebrief?

Slide 9 - Open question

Wat is het meervoud van stagebedrijf?

Slide 10 - Open question

Meervouden op 'en' of 's'
Zelfstandige naamwoorden krijgen normaal een meervoud op 'en' of 's'. 

tafel = tafels, agent = agenten,
paard = paarden, klooster = kloosters

Slide 11 - Slide

Een aantal woorden
inpaktafel
toonbank
kassasysteem
stukprijs

Slide 12 - Slide

Meervouden 's
Woorden die eindigen op een klinker (met uitzondering van een 'e') krijgen in het meervoud 's achter het woord
auto = auto's 
lolly = lolly's 
accu = accu's 
pasta = pasta's 
ski = ski's 

Slide 13 - Slide

Wat is het meervoud van kassa?

Slide 14 - Open question

Wat is het meervoud van bedrijfsauto?

Slide 15 - Open question

Meervouden op ën
Kijk naar de lettergrepen van het woord. 
Ligt de klemtoon niet op de laatste lettergreep: +"n
Ligt de klemtoon wel op de laatste lettergreep of is er maar één lettergreep: +ën
idee = één lettergreep = ideeën
kopie - klemtoon op 'pie' - kopieën
porie - klemtoon op 'po' = poriën

Slide 16 - Slide

Wat is het meervoud van kolonie?

Slide 17 - Open question

Wat is het meervoud van idee?

Slide 18 - Open question

Wat is het meervoud van drie?

Slide 19 - Open question

Wat is het meervoud van epidemie?

Slide 20 - Open question

Werkmoment
Licentie GRAM4
Of boek: blz. 180+ 181
timer
8:00

Slide 21 - Slide

4.2 : Samenstelling -en, -e, -s
Groentesoep of groentensoep
kippehok of kippenhok
rodekool of rodenkool

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Meneer de (1) denkt dat we op 30 april nog steeds (2) vieren.
A
1 = Koekepeer 2= Koninginnedag
B
1 = Koekenpeer 2 = Koninginnendag
C
1= Koekenpeer 2= Koninginnedag
D
1= Koekepeer 2 =Koninginnendag

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

De (1) maffiabaas stuurde zijn (2) een liefdesbrief vanuit de gevangenis.
A
1 = gewetenloze 2 = schattenbout
B
1 = geweteloze 2 = schattebout
C
1 = gewetenloze 2= schattebout
D
1 = geweteloze 2= schattenbout

Slide 26 - Quiz

De hoofdregels
1. Linkergedeelte een zelfstandig naamwoord? Nee? -e
2. ZNW met meervoud van het zelfstandig naamwoord op -en?
Rozengeur, paardenbloem 
3. ZNW met meervoud op -es? -> e
Horlogezaak, aspergesoep
4. ZNW met meervoud op -en en -es? ->  e 
Groentesoep, secondelijm



Slide 27 - Slide


Jullie zijn BEER + GOED bezig! Begrijpen jullie deze GEDACHTE + GANG van de spelling?

A
berengoed, gedachtengang
B
beregoed, gedachtengang
C
berengoed, gedachtegang
D
beregoed, gedachtegang

Slide 28 - Quiz

Wat zijn de regels bij tussenletters?
Er zijn diverse vormen van samenstellingen:
- Geen tussenletter                     telefoonhoesje - tafelpoot
- Tussenletters -en-                    bloemenwinkel - leerlingenraad
- Tussenletter -e-                         apetrots - gemeentebestuur
- Tussenletters -s-                       koningszoon - personeelschef


Belangrijk: het eerste deel van de samenstelling bepaalt de regel!


Slide 29 - Slide

Samenstellingen met een tussenklank-s

Je schrijft de tussenklank-s als je die hoort in de samenstelling.

  • Dorp + gek = dorpsgek

  • Dorp + straat = dorpsstraat

Slide 30 - Slide

Als het tweede deel van de samenstelling begint met een 's', hoor je niet of er een tussenklank-s moet staan.


Vervang dan tweede deel door een ander woord.
  • Station + straat

  • Meisje + speelgoed

  • voorjaar + show

  • bruid + sluier

Slide 31 - Slide

Werkmoment 4.2
Licentie GRAM4
Of boek: blz. 183

Slide 32 - Slide

Huiswerk
Heb je het doel bereikt?
Zo ja?
Zo nee?

https://www.cambiumned.nl/

Slide 33 - Slide