AVR P1 L4 Soorten logistieke bedrijven

Assistent Verkoop & Logistiek
Periode 01:
Ontvangen en opslaan van goederen

Les 04
Soorten logistieke bedrijven



1 / 40
next
Slide 1: Slide
WerknemersvaardighedenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Assistent Verkoop & Logistiek
Periode 01:
Ontvangen en opslaan van goederen

Les 04
Soorten logistieke bedrijven



Slide 1 - Slide


1: Respect
2: Kom op tijd
3: Laptop, boeken en pen mee
4:  Alleen flesje water (geen eten/drinken in lokaal)
5: Geen petten, mutsen en capuchons
6: Telefoon



Afspraken/regels in de klas
Is de les al begonnen? Wacht dan VOOR het lokaal in het zicht van de docent. Zodra de docent het aangeeft mag je naar binnen. 
Gebruik mobiele apparaten alleen wanneer de docent dit aangeeft. 

Slide 2 - Slide

Wat weet jij nog van de vorige les?

Slide 3 - Mind map

Les02 Soorten winkels

Student kan :
  • 2 voorbeelden geven van winkelgroepen
  • 2 voorbeelden geven van branches
  • 2 voorbeelden geven van winkeltypen
  • Het verschil uitleggen tussen kleinbedrijf, middenbedrijf en grootbedrijf


Fysieke winkel of online winkel?
Bediening, zelfkeuze of zelfbediening?
Prijs of Service?
Hoe groot is de winkel?
  • Kleinbedrijf: <10 medewerkers/1 filiaal
  • Middenbedrijf 10-50 medewerkers/meerdere filialen
  • Grootbedrijf > 50 medewerkers/winkels door heel Nederland

Winkeltypen
  • speciaalzaak
  • warenhuis
  • supermarkt
  • discounter
  • variety store
  • outletwinkel
  • megastore


Buitenopdracht

Slide 4 - Slide

Energizer: Wie is het?
  1. Spelleider neemt 1 persoon uit de klas in gedachten. 
  2. Iedereen uit de klas gaat staan.
  3. Om de beurt stelt iemand uit de klas een vraag aan de spelleider om er achter te komen wie de spelleider in gedachten heeft.

Voorbeeld: 
Heeft hij/zij een bril? Antwoord: Nee
Dan mag iedereen met een bril gaan zitten. 
Antwoord: Ja. Dan mag iedereen zonder bril gaan zitten.
Vervolgens komt de volgende vraag.



Slide 5 - Slide

Lesdoel
Student kan uitleggen welke soorten logistieke bedrijven er zijn 


Slide 6 - Slide

Wat is logistiek?

Slide 7 - Mind map

Woordenboek
Logistiek = de beheersing van alle goederenstromen, personen- en dataverkeer, nodig om een bedrijf, organisatie of land te laten functioneren

Slide 8 - Slide

De Logistieke Sector
De logistieke sector houdt zich bezig met logistieke processen. 
Dit zijn processen die worden uitgevoerd om grondstoffen tot een eindproduct te verwerken en af te leveren bij de klant.

*Processen zijn activiteiten of handelingen die mensen en machines doen



Logistiek proces = 
Grondstoffen > Eindproduct > Klant

Slide 9 - Slide

Logistiek

Slide 10 - Slide

Productiebedrijf (fabriek)
Een productiebedrijf verwerkt grondstoffen tot goederen. 

Een ander woord van productiebedrijf is fabriek.

Denk maar aan 'productief zijn' ;)

Slide 11 - Slide

Productiebedrijf (voorbeeld)
In een productiebedrijf waar koekjes gemaakt worden werken veel machines geautomatiseerd. 
Aan het begin van de productielijn worden grondstoffen toegevoegd.
Aan het eind van de productielijn zijn de koekjes gemaakt.
Er moeten voldoende grondstoffen worden aangevuld om de machines te laten draaien
De koekje moeten ook worden verpakt en opgeslagen.

Slide 12 - Slide

Transportbedrijf
Een transportbedrijf zorgt voor het transporteren van goederen of personen.

Transporteren betekent vervoeren.

Transportbedrijven kunnen bedrijven zijn die goederen van een fabriek naar een distributiecentrum brengen of bedrijven die goederen van de winkel naar de klant brengen.

PostNL is een transportbedrijf dat zowel grote als kleine hoeveelheden transporteert.

Slide 13 - Slide

Distributiecentrum
Een distributiecentrum is een groot magazijn voor winkels.

Hier worden goederen ontvangen, opgeslagen en verzonden.
Een distributiecentrum heeft grote voorraden.

 Als een winkel nieuwe voorraad nodig heeft wordt dat vanuit het distributiecentrum geleverd.

Slide 14 - Slide

Distributie?
Wat zegt het woordenboek?

Bezorging, verdeling & verspreiding

De verspreiding van een product of dienst van de producent naar de eindgebruiker.

Het brengen van goederen van producent naar consument.



Slide 15 - Slide

Locatie distributiecentrum
Een distributiecentrum ligt vaak aan een snelweg op een centrale plek. 

Waarom denk je dat een distributiecentrum vaak aan een snelweg ligt op een centrale plaats?
Een distributiecentrum gelegen aan een snelweg is goed bereikbaar voor vrachtvervoer

Het is goedkope grond omdat er niet vaak huizen langs een snelweg gebouwd worden

Slide 16 - Slide

Groothandel
Een groothandel is een grote winkel met veel voorraad die goederen verkoopt aan winkels, bedrijven of organisaties.

Voorbeeld
Een groothandel in groente en fruit verkoopt goederen aan groentewinkels, supermarkten en horecabedrijven.
De groothandel koopt grote partijen en verkoopt deze in kleine partijen.

Slide 17 - Slide

Wat is een andere naam voor een productiebedrijf?
A
Onderneming
B
Distributiecentra
C
Groothandel
D
Fabriek

Slide 18 - Quiz

Wat doet een transportbedrijf?
A
Goederen verkopen
B
Goederen vervoeren
C
Goederen invoeren
D
Goederen transporteren

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Bij welk soort bedrijf werkt de chauffeur?




Bij welk bedrijf werkt deze persoon?


Transportbedrijf
Groothandel

Slide 21 - Slide

Bij wat voor soort bedrijf werkt deze persoon?




Bij wat voor soort bedrijf werkt deze persoon?
Productiebedrijf
Distributiecentrum

Slide 22 - Slide

Goederenstroom
Bedrijven die zich bezighouden met logistieke processen werken vaak samen.

Deze bedrijven brengen grondstoffen en goederen van de ene plek naar de andere plek in de goederenstroom.

Een goederenstroom is het proces van productie van grondstoffen tot aan het verkopen van goederen.

Slide 23 - Slide

Goederenstroom
Van producent naar consument

Produceren = maken



De oer producent is degene waar de grondstoffen worden verbouwd.

Slide 24 - Slide

Van oerproducent naar consument
Van oerproducent naar consument

Slide 25 - Slide

Opdrachten maken
Maak opdracht 1 t/m 9
timer
30:00

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Grondstoffen
Grondstoffen zijn materialen  om iets te maken of te fabriceren. 

Er zijn grondstoffen die in de natuur gevonden worden, zoals vruchtbare aarde, olie, gas, mineralen, hout graan, mais en andere gewassen.

De aanwezigheid van natuurlijke grondstoffen in een land is vaak bepalend voor de rijkdom. 

De OPEC-landen met hun veelal grote voorraden olie zijn hier een voorbeeld van.



Slide 31 - Slide

Grondstoffen Schaarste
De laatste jaren blijkt dat grondstoffen steeds schaarser worden, bijvoorbeeld: 
  • (zoet) water,
  • zand
  • aardolie
  • aardgas
  • steenkool
  • metaalerts
  • graan

Schaars = 
in geringe hoeveelheden beschikbaar, zeldzaam, moeilijk verkrijgbaar

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Map

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Opdracht:
Maak opdracht 10 t/m 17
timer
30:00

Slide 36 - Slide

Antwoorden bespreken

Slide 37 - Slide

Krantenmep
Krantenmep is een snel en hilarisch spel om snel de namen van anderen te leren kennen. 
Iedereen zit in een kring en noemt om de beurt zijn naam. 
Dan gaat één iemand in het midden van de kring staan met de krant in zijn handen. 
Er wordt vervolgens een naam genoemd van iemand die in de kring zit. 
De mepper probeert die persoon op de knieën te slaan, maar als die persoon snel een andere naam noemt moet die gemept worden. 
Wanneer iemand gemept is vóórdat hij een andere naam heeft genoemd, is hij af en mag hij de plaats van de mepper innemen.


timer
10:00

Slide 38 - Slide

Wat ging er goed en wat kan er beter?

Slide 39 - Mind map

Volgende les?
Les05 Het magazijn

Slide 40 - Slide