1.2 Rivieren: adaptief deltamanagement

1 / 48
next
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Herhaling 1.1 rivieren: kenmerken

Slide 2 - Slide

Bij het lengteprofiel van een rivieren hoort NIET het begrip...
A
Middenloop
B
Zomerdijk
C
Debiet
D
Verval

Slide 3 - Quiz

Wat is verhang?
A
Hoogteverschil
B
Lengte van de rivier
C
Hoogteverschil/lengte vd rivier
D
Lengte vd rivier/hoogteverschil

Slide 4 - Quiz

Hoe heet het gebied van het landschap waar een rivier stroomt?
A
Stroomgebied
B
Waterscheiding
C
Rivierloop
D
Stroomstelsel

Slide 5 - Quiz

Wat hebben het debiet van een rivier te maken met het begrip piekafvoer?
A
niets
B
het betekent hetzelfde
C
bij een piekafvoer is het debiet hoog
D
bij een piekafvoer is het debiet ongelijk

Slide 6 - Quiz

Wat is het effect van ontbossing op de vertragingstijd
A
wordt groter
B
wordt kleiner
C
blijft gelijk

Slide 7 - Quiz

Wat is het effect van verstening op het regiem van de rivierloop?
A
wordt ongelijker
B
wordt gelijker
C
blijft hetzelfde

Slide 8 - Quiz




Welke letter geeft de komgrond aan?
A
Letter A
B
Letter B

Slide 9 - Quiz

Waaruit bestaan komgronden?
A
zand
B
klei
C
grind
D
steen

Slide 10 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Debiet
B
Bovenloop
C
Lengteprofiel
D
Dwarsprofiel

Slide 11 - Quiz


Welk getal geeft de winterdijk aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

Wat is een uiterwaard?
A
Het hoge deel van het landschap waar de fruitbomen staan
B
Lage deel van het landschap waar de akkers staan
C
Het deel tussen zomerdijk en winterdijk waar de koeien staan
D
Een plek waar geen dijken zijn

Slide 13 - Quiz

Bij welke letter zie je de uiterwaarden?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 14 - Quiz

De uiterwaarden liggen in binnendijks gebied
A
Juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat is binnendijks?
A
Het gebied waar de rivier stroomt en mag overstromen.
B
Het gebied waar wij wonen en veilig zijn.
C
Het gebied tussen de zomerdijk en de winterdijk.

Slide 16 - Quiz

Kribben...
A
Zorgen ervoor dat er geen schepen meer door rivier kunnen
B
Zorgen voor lagere stroomsnelheid in het midden van de rivier
C
Zorgen voor hogere stroomsnelheid in het midden van de rivier
D
Zijn de mannelijke vorm van krabben.

Slide 17 - Quiz

Wat is GEEN zijarm van de Rijn
A
IJssel
B
Waal
C
Lek
D
Schelde

Slide 18 - Quiz

Hoe zorgt klimaatverandering voor extra overstromingskansen?
A
smelten van zeeijs zorgt voor zeespiegelstrijging
B
smelten van landijs zorgt voor zeespiegelstrijging
C
Een warmer klimaat zorgt voor meer stortregen
D
opwarming van water zorgt voor zeespiegelstrijging

Slide 19 - Quiz


Adaptief Deltamanagement







H1 Wateroverlast
Leefomgeving
H1.2

Slide 20 - Slide

Adaptief deltamanagement
Adaptief:
bijv.naamw.Uitspraak: [adɑp'tif] - aangepast voor een bepaalde omstandigheid 

Overheid voert flexibel beleid om waterproblematiek aan te (kunnen) pakken

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Adaptief deltamanagement
Vooruit kijken en flexibel blijven.

  1. Waterveiligheid: bescherming tegen overstromingen.
  2. Zoet water: voorkomen van tekorten aan drinkwater.
  3. Ruimtelijke adaptatie: rekening houden met klimaat en water.
  4. Rijn-Maasdelta: veiligstellen Rijnmond-Drechtsteden en Zuidwestelijke delta.
  5. IJsselmeer gebied: veiligstellen van zoetwatervoorraad en voorkomen overstromingen.

Slide 23 - Slide

Ruimtelijke adaptie
Watertoets: bij nieuwe bouwlocaties wordt de watertoets uitgevoerd.
De overheid kijkt of rekening is gehouden met:
  • de veiligheid
  • de mogelijke wateroverlast
  • de waterkwaliteit
  • de verdroging
  • of de waterproblemen niet worden afgewenteld op een ander gebied

Middels de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen, afvoeren

Slide 24 - Slide

Vasthouden (retentie)
- Gericht op het überhaupt voorkomen dat water naar laaggelegen gebieden stroomt
- Water moet dus langer vastgehouden worden
(o.a. door waterrijke natuurgebieden en meer groen)

Slide 25 - Slide

Bergen
- Zo lang mogelijk vasthouden van oppervlaktewater, in sloten, meren, en....
--> Denk aan uiterwaarden

Slide 26 - Slide

Afvoeren
- Als de vasthouden en bergen niet meer mogelijk is
- Ervoor zorgen dat het water via kanalen en rivieren naar andere gebieden wordt afgevoerd

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Waarom is afvoeren het minst ideale scenario bij de drietrapsstrategie?

Slide 29 - Open question

VASTHOUDEN
AFVOEREN
BERGEN
Sluizen naar zijkanalen openzetten
Natuurgebieden aanleggen
Uiterwaarden dieper of groter maken
Kribverlaging en verwijderen andere obstakels
Rivierdijken verplaatsen
Bestrating en betegeling verwijderen

Slide 30 - Drag question

Ruimte voor de Rivier

Slide 31 - Slide

Dwarsprofiel rivier

Slide 32 - Slide

Ruimte voor de rivier

Slide 33 - Slide

Buitendijks
Binnendijks

Slide 34 - Slide

Binnendijks / Buitendijks gebied
Binnendijks = de droge landzijde van de dijk die beschermd moet worden tegen het water. Bijvoorbeeld een polder.

Buitendijks = het gebied dat niet door dijken wordt beschermd en dus mag en kan overstromen

Slide 35 - Slide

buitendijks
binnendijks

Slide 36 - Slide

projecten 'Ruimte voor de rivier' in NL
Verschillende maatregelen voor ruimte voor de rivier

Slide 37 - Slide

Ruimte voor de rivier

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Wat is het fluviaal schaalniveau?
A
Lokaal schaalniveau
B
schaalniveau van meerdere steden
C
schaalniveau op van de gehele rivier (stroomgebied)
D
Schaalniveau dat steeds verandert.

Slide 40 - Quiz

De hoofddoelstelling van
de projecten Ruimte voor
de Rivier is ..
A
zorgen voor goede kwaliteit van het water
B
zorgen voor veiligheid
C
zorgen voor voldoende water
D
zorgen voor mooie natuurgebieden

Slide 41 - Quiz

Welke twee maatregelen van het plan Ruimte voor de rivier worden toegepast
A
Dijk verleggen
B
Nevengeul graven
C
Rivierbed verdiepen
D
Uiterwaard uitgraven

Slide 42 - Quiz

Het project Ruimte voor de Rivier bestaat uit verschillende maatregelen.

Wat is de overeenkomst tussen al die maatregelen?
A
De bewoners in het gebied moeten vertrekken.
B
De dijken worden verplaatst.
C
Er wordt veel zand weggeschept.
D
Het rivierwater kan sneller wegstromen.

Slide 43 - Quiz

Het project Ruimte voor de Rivier is ontwikkeld na..
A
De waternoodramp van 1953
B
De overstromingen in 1993
C
De bijna overstromingen in 1995
D
Kletsnatte winter van 2019

Slide 44 - Quiz

Wat is geen maatregel in
het kader van Ruimte voor
de Rivier?
A
kribverlaging
B
aanleg nevengeul
C
kanaliseren
D
dijkverlegging

Slide 45 - Quiz

Wat is zijn nog meer doelen van ruimte voor de rivier (behalve vergroten veiligheid)
A
natuurontwikkeling en recreatie
B
recreatie en zorgen voor extra vaarroutes
C
natuurontwikkeling en zorgen voor extra vaarroutes

Slide 46 - Quiz

Welke maatregel uit het project 'ruimte voor de rivier' zie je in de afbeelding
A
Dijkverlegging
B
Uiterwaardafgraving
C
Obstakelverwijdering
D
Nevengeul

Slide 47 - Quiz

Bij de aanleg van natuurlijke oevers werken de rijksoverheid en de waterschappen nauw samen.
Welke term hoort hierbij?
A
Adaptatie
B
Fluviaal schaalniveau
C
Integraal waterbeleid
D
Ruimte voor de rivier

Slide 48 - Quiz