P2 VK les 6

VK P2 les 6
Hoofdstuk 5: Hechting
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

VK P2 les 6
Hoofdstuk 5: Hechting

Slide 1 - Slide

HECHTING

Slide 2 - Slide

Hechting

Slide 3 - Mind map

Opdracht
Zoek op internet naar de cirkel van veiligheid.
Probeer te benoemen wat deze afbeelding zegt over hechting.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Veilige hechting
  • Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

Slide 6 - Slide

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 7 - Slide

Hoe creeër jij veiligheid voor je leerlingen?

Slide 8 - Open question

Veiligheid creëer je door onder andere...
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van de leerling 

Slide 9 - Slide

Hechtingsstoornis
  • Volgens DSM-5 te classifiseren onder de categorie "reactieve hechtingsstoornis"
  • Kind heeft geen duidelijk aanwijsbaar hechtingsfiguur, heeft dus geen gehechtheidsrelatie gevormd. 
  • Onderscheid twee type: 
  1. Ongeremde type
  2. Geremde type

Slide 10 - Slide

Criteria DSM-5 hechtingsstoornis

Slide 11 - Slide

Hechtingsproblematiek
Volgens Mary Ainsworth 4 patronen van hechting:
  1. Veilig gehecht: goede balans exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. 
  2. Onveilig-vermijdend gehecht: negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich "zelfstandig". 
  3. Onveilig-afwerend gehecht: weinig geneigd zelfstandig activitieiten uit te voeren, afwezigheid opvoeder leidt tot angst, terugkeer voor boosheid en verontwaardiging. 
  4. Gedesoriganiseerd gehecht: zoeken enigsins toenadering, tegelijkertijd levert dat stress en angst op. 

Slide 12 - Slide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 

Slide 13 - Slide

Hoeveel % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht?
A
10-15
B
30-40
C
25-30
D
5-10

Slide 14 - Quiz

Hoeveel % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis.

A
1
B
8,2
C
12
D
19

Slide 15 - Quiz

Risico- en beschermende factoren

Wat zijn het?
Voorbeelden?

Slide 16 - Slide

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 17 - Slide

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 18 - Slide

Welke kinderen lopen risico?
  • Adoptie kinderen/ pleegkinderen
  • Ongewenste kinderen
  • Verwaarloosde, mishandelde kinderen
  • Kinderen uit gebroken gezinnen
  • Kinderen van ouders die zelf niet goed gehecht zijn
  • Kinderen van ouders met psychische problemen



Slide 19 - Slide

Gevolgen onveilige hechting

Slide 20 - Slide

1. Minder zelfvertrouwen
Een goede hechting met ouders of andere primaire opvoeders in de eerste levensjaren is essentieel voor een voorspoedige sociaal-emotionele, taal en cognitieve ontwikkeling van het kind.

Slide 21 - Slide

2. Minder veerkracht
  • Veerkracht: het vermogen om te herstellen van stress en tegenslag

  • Veerkracht ontstaat vanaf de geboorte door de verwachtingen die een kind ontwikkelt over de beschikbaarheid van anderen (vertrouwen) en de persoonlijke effectiviteit (zelfvertrouwen).

Slide 22 - Slide

3. Mindering in cognitie en taal
Kinderen leren door sensitieve reacties van hun ouders verbanden te leggen tussen hun gedrag en het effect daarvan. Als kinderen dit nooit geleerd hebben, ontwikkelen ze minder cognitie- en taalvermogen.

Slide 23 - Slide

4 Overige problemen
1.  Een onveilige gehechtheidsrelatie is een risicofactor in de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. 
2. Jongens die een gedesorganiseerde gehechtheidsrelatie hebben kunnen meer gedragsproblemen ontwikkelen.
3. Een onveilige hechting heeft invloed op het empathisch vermogen en sociale vaardigheden van kinderen. 
4. Kinderen met hechtingsproblemen hebben een grotere kans op psychiatrische aandoeningen zoals depressies, verslavingen, angststoornissen, en eetproblemen 
5. Kinderen met hechtingsproblemen hebben meer kans om later zelf kinderen te hebben met deze problemen. 

Slide 24 - Slide

Begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsstoornis
  • Het bieden van veiligheid staat centraal.

  • Kinderen/jongeren missen hun vertrouwen in zichzelf en de wereld.

Slide 25 - Slide

Waar kun je aan denken?
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van het kind/jongere

Slide 26 - Slide

Elly gaat een paar dagen bij kennissen slapen, omdat haar ouders wegens een sterftegeval weg moeten. Elly is nog nooit ergens gaan logeren en ze is dan ook ontroostbaar wanneer haar ouders weggaan. Uiteindelijk houdt het huilen op, maar ze blijft lusteloos en reageert ongeïnteresseerd. Wanneer de ouders van Elly haar weer komen ophalen reageren ouders verbaasd als Elly zich woedend en huilend op hun stort. Als moeder Elly probeert te troosten slaat Elly moeder met haar handjes in haar gezicht.
A
Onveilig-vermijdende hechting
B
Onveilige-afwerende hechting
C
Veilige hechting
D
Gedesorganiseerde hechting

Slide 27 - Quiz

Leon (12) woont sinds 2 jaar in een pleeggezin, omdat zijn moeder niet voor hem kan zorgen wegens een verslavingsproblematiek. Hij maakt weinig contact en gaat liefst zijn eigen gang. Toch merkt zijn pleegmoeder Sanne dat hij geniet van de interacties in het gezin. Dit weekend gaat Leon voor het eerst sinds lange tijd naar zijn moeder. Sanne brengt Leon naar zijn moeder. In de auto is Leon stil en teruggetrokken. Opeens zegt Leon: "Sanne, ik vind het niet zo fijn om weer naar huis te moeten en daar voel ik me rot over."
A
Onveilige vermijdende hechting
B
Onveilige-afwerende hechting
C
Veilige hechting
D
Gedesorganiseerde hechting

Slide 28 - Quiz

Libby gaat met haar 3 zussen een paar dagen logeren bij haar tante. Hier verheugd ze zich erg op. Op de derde avond van de logeerpartij komt Libby maar niet in slaap. Dan heeft ze weer dorst, dan moet ze weer plassen en dan denkt ze weer aan iets engs. Wanneer tante bij haar komt zitten geeft Libby aan dat haar buik aangeeft dat ze heel erg naar mama verlangt. Tante geeft haar een dikke knuffel en geeft aan dat mama er morgen weer is.
A
Onveilige vermijdende hechting
B
Onveilige -afwerende hechting
C
Veilige hechting
D
Gedesorganiseerde hechting

Slide 29 - Quiz

Isa (9) is geboren in China. Toen ze 1,5 jaar was is ze te vondeling gelegd voor de deur van een weeshuis. Ze werd geadopteerd door een Nederlands gezin toen ze 3 jaar was. De omstandigheden in het weeshuis waren slecht. Isa heeft behoorlijke hechtingsproblemen. Wanneer iets haar niet lukt of ze ervaart stress, wordt ze agressief naar andere kinderen en gooit ze hun spullen kapot.
A
Onveilige vermijdende hechting
B
Onveilige-afwerende hechting
C
Veilige hechting
D
Gedesorganiseerde hechting

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Link

Welk gedrag van Celine valt nu te verklaren?

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Video

Noem een voorbeeld van wat een ouder moet doen om een veilige hechting te stimuleren.

Slide 34 - Open question

Opdracht: schrijf voor jezelf op welke risicofactoren/beschermende factoren aanwezig waren. 
Opdracht: 
Schrijf voor jezelf op welke risicofactoren/beschermende factoren aanwezig waren. 

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Welk gedrag van Celine valt nu te verklaren?

Slide 37 - Open question

Wat neem je nu mee in de begeleiding van kinderen/jongeren met een hechtingsstoornis.

Slide 38 - Open question