Blok 3 spelling C

Woorden die eindigen op -ie (met klemtoon op de uitgang of niet).

Wanneer krijgt een woord dat eindigt op -ie in het meervoud -ieën?

1. als de klemtoon nietop de "ie" valt
2. Als de klemtoon op de "ie" valt
3. Altijd

Selecteer de juist gespelde meervoud.

1. chemicaliën
2. chemicalien
3. chemicalieën

Selecteer de juist gespelde meervoud.

1. bronchieën
2. bronchien
3. bronchiën

Selecteer de juist gespelde meervoud.

1. fobien
2. fobiën
3. fobieën

Noteer het meervoud van de volgende woorden.
moskee

1. moskeën
2. moskeeën
3. moskees

Toverfee

1. toverfeën
2. toverfeeën
3. toverfees

porie

1. poriën
2. porieën
3. pories

dictee

1. dicteën
2. dicteeën
3. dictees

Wanneer krijgen woorden die op -ik, -es en -it eindigen in het meervoud geen dubbele klinker?

1. wanneer de klemtoon op de "ie"valt
2. wanneer de klemtoon niet op de "ie" valt

monnik

1. monniken
2. monikken

lobbes

1. lobbesen
2. lobbessen

lerares

1. leraresen
2. leraressen

perzik

1. perziken
2. perzikken