Cursus 7-§3 Spelling-met of zonder N? -havo3



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Doel van de les
15 minuten stil lezen
Kleine terugblik vorige les 
Huiswerk bespreken
Start nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Doel van de les
15 minuten stil lezen
Kleine terugblik vorige les 
Huiswerk bespreken
Start nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas

Slide 1 - Slide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je de meervouds-n bij zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier kunt gebruiken


Slide 2 - Slide

Telwoorden als enkele, vele, weinige, sommige worden zelfstandig gebruikt als je erachter geen zelfstandig naamwoord uit de zin of de zin ervoor kunt invullen.

 Deze zelfstandig gebruikte telwoorden telwoorden schrijf je met n als ze personen aanduiden:
Allen kregen een oproep voor de griepprik, maar sommigen zijn niet komen opdagen.
Enkelen waren vergeten hun toegangsbewijs mee te nemen.

Slide 3 - Slide

Als telwoorden niet-zelfstandig (maar bijvoeglijk) gebruikt worden of geen personen aanduiden, schrijf je ze zonder n:
Tegenwoordig beschikken bijna alle leerlingen over een eigen mobiel. (niet-zelfstandig)
Enkele van de gevonden kastanjes werden gebruikt voor een herfststuk. (geen personen)

Telwoorden als tientallen, honderden, (tien)duizenden en miljoenen hebben altijd een n.

Slide 4 - Slide

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden die personen aanduiden, eindigen in het enkelvoud op een -e en krijgen in het meervoud een n:

Als jongere kun je eenzame ouderen helpen door hen op te zoeken.

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden die zaken (dingen) aanduiden, eindigen meestal op een e, maar niet als het gaat om stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden die al op en eindigen:

De moeder van Iris spaart theelepeltjes: ze heeft daarvan heel mooie: meer dan dertig zilveren en enkele kostbare gouden.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 7 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten
Zet het zo in je schrift:
cursus-C
paragraaf -§
bladzijde -blz. 
opdracht- opdr.

Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken. Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!

Slide 8 - Slide

Aan de slag

Slide 9 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
Maken:



Cursus 7
blz. 246-§3
 opdr. 1 t/m 6
Snel klaar? dan in tweetallen opdr. 7 op fluistertoon


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide