- Maak grote tekeningen.
- Teken eerst met dunnen lijnen. Als alles goed is kun je ze dikker maken.
- Teken precies wat je ziet.
- Schrijf onder de tekeningen wat je hebt getekend.
- Schrijf er ook bij wat voor soort tekening het is (natuurgetrouwe of schematisch)
- Soms gebruik je een loep om iets goed te zien. Je tekent het dan groter. Schrijf de vergroting bij de tekening.
- Schrijf de namen bij de delen die je kent.
- Trek horizontale lijnen vanaf het onderdeel met een liniaal.
- Schrijf achter de lijn de naam van het onderdeel.
- Werk netjes!