Vormen van differentiatie
Leerstof. Sommige leerlingen hoeven dan niet alle sommen te maken. De leerkracht selecteert in de hoeveelheid sommen.
Extra (instructie)tijd. Leerlingen die moeite hebben om de minimumdoelen te behalen, krijgen meer (instructie)tijd.
Groepsindeling. Hierbij wordt bij samenwerking van de leerlingen de keuze gemaakt tussen homogeen groeperen (leerlingen met hetzelfde niveau bij elkaar zetten) of heterogeen groeperen (leerlingen met verschillende niveaus bij elkaar plaatsen).
Leermiddelen. Sommige leerlingen hebben andere of extra leermiddelen ter beschikking, zodat het leren ondersteund wordt.
Tempo/tijd. De kinderen werken in eigen tempo een taak af. Een leerling mag dan wat langer doen over een opdracht dan de officiële tijd.
Doelen. Sommige leerlingen mogen bepaalde leerstofonderdelen overslaan. Dit komt veel voor bij het minimumpakket.
Keuze. Door voor een gevarieerd aanbod te zorgen, kunnen leerlingen hun eigen keuze maken in activiteiten. Hierdoor kunnen ze voor de uitdaging kiezen die bij hen past.
Toetsing. Sommige leerlingen hoeven dan bij de toets alleen de eerste tien vragen te doen; de andere leerlingen maken de hele toets.
Beoordeling. Bijvoorbeeld: een leerling krijgt bij 4 fout een 7, terwijl een andere leerling gewoon een 6 krijgt.