EHBO H3 Uitgangspunten eerste hulp

H3 
Uitgangspunten eerste hulp
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:

  • wat eerste hulp is;
  • wat de algemene uitgangspunten bij het verlenen van eerste hulp zijn;
  • veiligheid van het slachtoffer, de omstander en de hulpverlener toe te passen;
  • besmetting te voorkomen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H3 
Uitgangspunten eerste hulp
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:

  • wat eerste hulp is;
  • wat de algemene uitgangspunten bij het verlenen van eerste hulp zijn;
  • veiligheid van het slachtoffer, de omstander en de hulpverlener toe te passen;
  • besmetting te voorkomen

Slide 1 - Slide

EHBO
afkorting van Eerste Hulp Bij Ongevallen.


Het Oranje Kruis en het Rode Kruis zijn organisaties die zich inzetten op het
gebied van EHBO.
Voorbeelden van professionele hulpdiensten:
  • Brandweer;
  • Politie;
  • Ambulance.


Slide 2 - Slide

Wie verleent EHBO?
A
Iedereen
B
De dokters in het ziekenhuis
C
Politie, brandweer en ambulance
D
Alleen mensen met een EHBO-diploma

Slide 3 - Quiz

Voorbereid zijn op een noodsituatie
  • Weet waar de AED’s in de buurt hangen.
  • Zet belangrijke telefoonnummers in de contacten van je telefoon ICE
  • Belangrijke contacten ( huisartsenpost, huisartsen ) steeds met AAA of 000 laten beginnen, dan staan ze bij elkaar.
  • Weet hoe de luidsprekerfunctie van je telefoon werkt.
  • Download van tevoren EHBO-apps als geheugensteun 
  • Regelmatig herhalingslessen EHBO volgen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Zoek in google maps de 3 dichtstbijzijnde AED's in de buurt van jouw huis

Slide 8 - Open question

Waar let je als eerste op voordat je EHBO verleent?
A
112 bellen
B
Is er iemand in de buurt?
C
Eigen veiligheid
D
Heb ik tijd om EHBO te verlenen?

Slide 9 - Quiz




  1. Let op gevaar.
  2. Bel 112 bij een levensbedreigende situatie of als iemand dringend medische hulp nodig heeft.
  3. Stel het slachtoffer gerust.
  4. Biedt beschutting. Let op onderkoeling of oververhitting.
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit.

oranje kruis









Stap 1: Zorg voor veiligheid.
Stap 2: Beoordeel de toestand van het slachtoffer.
Stap 3: Alarmeer de hulpdiensten.
Stap 4: Verleen verdere Eerste Hulp.





rode kruis
Algemene uitgangspunten eerste hulp:

Slide 10 - Slide

Let op gevaar
  • Gevaar kan overal in schuilen. Let daarom, bij hulpverlenen, constant op gevaar voor jezelf en voor het slachtoffer;
  • Neem geen onnodige risico’s en ga pas hulpverlenen als de situatie veilig genoeg is;
  • Als het niet veilig is, bel direct 112 en houd afstand.

Voorbeelden van onveilige situaties zijn
• een verkeersongeluk op de autosnelweg;
• een auto die in brand staat;
• paniek of een vechtpartij, die gewoon doorgaat.



Slide 11 - Slide

bel 112
Bel altijd 112 bij een levensbedreigende situatie of dringende medische hulp ; In situaties die minder spoedeisend zijn, bel je naar de huisarts of de spoedpost.
De centralist van de meldkamer stelt verschillende vragen: 
  • Wat is er aan de hand;
  • Wat mankeert het slachtoffer;
  • Of het slachtoffer bij bewustzijn is;
  • Welke eerste hulp jij al hebt verleend;
  • Of je het slachtoffer hebt verplaatst;
  • Of er een verandering in de ademhaling is geweest;
  • Of het slachtoffer heeft moeten braken;
  • Of het slachtoffer veel bloed heeft verloren.

Met een mobiele telefoon is het altijd mogelijk 1-1-2 te bellen, ook zonder beltegoed en zelfs zonder SIM-kaart


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Je moet 1-1-2 bellen met je mobiele telefoon maar beschikt niet over voldoende beltegoed.

Wat doe je in deze situatie?

A
ik verwijder de Simkaart en bel zonder
B
ik ren naar de eerst de beste woning en vraag de bewoner 112 te bellen
C
ik ga snel op zoek naar een omstander om 112 te laten bellen
D
met een mobiele telefoon is het altijd mogelijk om 112 te bellen

Slide 15 - Quiz

Stel het slachtoffer gerust
Het slachtoffer kan angstig, geïrriteerd of zelfs agressief reageren; ook het zien van veel bloed kan paniek oproepen. Dat doe je door: 
  • het slachtoffer het gevoel te geven dat deze op jou kan rekenen.
  • kalm en vriendelijk te blijven en begrip te tonen voor angst en boosheid.
  • met het slachtoffer te blijven.
  • naast het slachtoffer te zitten (niet achter hem) zodat je zichtbaar bent.
  • Telkens te vertellen wat je aan het doen bent.
  • oogcontact te maken en te vertellen wie je bent.
  • geen uitspraken te doen die je niet kunt nakomen.

Slide 16 - Slide

Zet in de juiste volgorde
1
2
3
4

Slide 17 - Drag question

Je kunt het slachtoffer geruststellen door:
A
Alle mensen die het slachtoffer kent bij het slachtoffer te laten
B
te wachten tot het slachtoffer rustig is en dan gaan helpen
C
je voorstellen, respectvol te handelen, betrokken zijn, kalm en vriendelijkheid uitstralen
D
zeggen dat je 112 gebeld hebt

Slide 18 - Quiz

Je wilt hulpverlenen aan een slachtoffer
van een verkeersongeval. De airbags zijn
niet open gegaan ondanks een frontale botsing.

Kan je het slachtoffer veilig benaderen in de auto?

A
Ja, airbags worden automatisch gedeactiveerd na een ongeval
B
Nee, als de airbags niet zijn geopend kunnen ze alsnog open gaan

Slide 19 - Quiz

Je bent getuige van een ongeval aan een hoogspanningsleiding. Enkele omstanders willen Eerste Hulp verlenen bij het slachtoffer. Wat doe je?


A
ik zorg dat omstanders op een afstand blijven
B
ik houd afstand en kijk hoe anderen EHBO verlenen
C
ik wijs mensen aan en geef ze concrete opdrachten
D
ik wacht tot ik een concrete opdracht krijg vaneen andere hulpverlener

Slide 20 - Quiz

Bied beschutting. 
Let op onderkoeling of oververhitting.

De isoleerdeken heeft een zilverkleurige kant en een goudkleurige kant:

• Bij onderkoeling gebruik je de deken
met de goudkleurige kant naar buiten toe.
• Bij oververhitting gebruik je de deken
met de zilverkleurige kant naar buiten


Slide 21 - Slide

Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit

  • Je verplaatst een slachtoffer alleen als hij op een onveilige plaats ligt.
 



  • Je kunt het slachtoffer verplaatsen met de Rautekgreep. Dit is een noodvervoersgreep waarmee je het slachtoffer naar een veilige plek kunt verplaatsen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Wat is het eerste wat je doet als je naar een slachtoffer toe gaat?
A
Zeggen dat je EHBO hebt (geruststellen).
B
Op gevaar letten.
C
Kijken wat er is gebeurd.
D
Het slachtoffer verplaatsen naar een veilige plek

Slide 25 - Quiz

Wanneer mag je een slachtoffer verplaatsen?
A
Als het slachtoffer een gevaar vormt op de plek waar het zich bevindt
B
Als het slachtoffer niet prettig ligt
C
Als je als hulpverlener liever op een andere plek hulp verleend
D
Nooit!

Slide 26 - Quiz

Waarom moet je een slachtoffer alleen verplaatsen als hij op een onveilige plaats ligt?
A
Dan ziet de professionele hulpverlener precies waar het gebeurd is.
B
Door het slachtoffer te verplaatsen, kan zijn toestand verslechteren.
C
Het kan erg zwaar voor jou zijn om het slachtoffer te verplaatsen.
D
Voor het slachtoffer is het prettig om niet verplaatst te worden.

Slide 27 - Quiz

Hoe heet de EHBO greep waarmee we een slachtoffer uit gevaar verplaatsen:
A
Rautekgreep
B
Stabiele zijligging
C
Handgreep van Zach
D
greep van Heimlich

Slide 28 - Quiz

Mag je het slachtoffer van een ernstig ongeval verplaatsen?
A
Ja, het slachtoffer mag altijd verplaatst worden
B
Nee, het slachtoffer mag je nooit verplaatsen
C
Ja, als dit op verzoek is van het slachtoffer
D
Ja, alleen bij gevaar

Slide 29 - Quiz

Een reddingsdeken, oftewel isoleerdeken, beschermt een slachtoffert tegen een te lage of te hoge temperatuur. Welk lichaamsdeel pak je goed in met de deken?
A
Handen
B
Hoofd
C
Rug
D
Voeten

Slide 30 - Quiz

Om snel de algemene toestand van een slachtoffer in te schatten moet je:
nodig
niet persé nodig
medische kennis hebben
kijken naar zichtbare verwondingen
luisteren welke geluiden het slachtoffer maakt
voelen naar ademhaling
proeven bij drugs of andere vergiftigings-verschijnselen
ruiken naar verdachte geuren

Slide 31 - Drag question

de goudkleurige kant van
een isoleerdeken gebruik
je naar buiten toe bij:
A
onderkoeling
B
oververhitting

Slide 32 - Quiz

Omgaan met emoties

Omgaan met emoties

  • Schrikken;
  • Gespannen raken;
  • Weglopen.

Weet je niet wat je moet doen? Bel 112!


Slide 33 - Slide

Besmetting
Bij contact met bloed bestaat er altijd een
risico op besmetting met infectieziekten.

Besmetting = het overdragen van ziektekiemen
op een levend organisme.


Infectie = ziektekiemen vermeerderen zich
en beschadigen het organisme.

Slide 34 - Slide

Besmetting voorkomen

  • Was je handen voordat je hulpverleent of
    doe ontsmettingsmiddel op je handen.
  • Trek wegwerphandschoenen aan.
  • Voor je eigen veiligheid was je je eigen handen
    als je het slachtoffer geholpen hebt.
  • Vermijd zoveel mogelijk contact met bloed of
    ander vocht.
  • Volg zo nodig de richtlijnen van het RIVM of de
    veiligheidsrisico’s in geval van bijvoorbeeld een pandemie




Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video