Socialisatie 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Socialisatie 

1. Story of my life

* Wat is - volgens jou - socialisatie?

Socialisatie is letterlijk ‘het proces waarbij iemand – bewust en onbewust – de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd': : iemand leert de normen en waarden die gelden binnen een bepaalde gemeenschap of cultuur. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat je volwaardig lid van die gemeenschap of cultuur wordt, omdat je volgens hun regels leeft en dus een keurige burger wordt.

Socialisatie gebeurt op verschillende niveaus en dus maken we onderscheid tussen twee soorten: primaire socialisatie, wat gaat over het proces binnen het gezin (de opvoeding), en secundaire socialisatie, het proces binnen andere groepen, zoals school en sportverenigingen.

* Heb je de opzet van de training bekeken?
- wees eerlijk! -

In deze training ga je in kaart brengen hoe je socialisatie eruitziet en welke betekenisvolle situaties zich in jouw leven hebben voorgedaan. Je reflecteert op deze ervaringen die je tijdens het opgroeien en je opvoeding hebt meegemaakt. Daarbij sta je stil bij wat dat betekent voor je handelen als sociaal werker. De ervaringen die je in je leven hebt opgedaan, maken je tot wie je bent. Door op je levensverhaal te reflecteren, krijg je inzicht in welke opvattingen, normen, waarden, gewoonten en gedragingen bij jou passen. 

Toets 1.2.2. > zoek 'm op

* Voorbereidende opdracht 

-Wat/wie zie je?

-In welke periode in mijn leven heeft deze foto te maken?

-Wat kenmerkte mij als persoon in die periode?

-Welk gevoel roept het op? Wat raakt me aan de foto?

- Wat heeft dit moment voor gevolgen voor mijn leven gehad?

 Voorbereidende opdracht 

Werk in drietallen. Bespreek de foto's die je meegenomen hebt aan de hand van de volgende vragen:

• Wat/wie zie je?
• Met welke periode in mijn leven heeft deze foto te maken?
• Wat kenmerkte mij als persoon in die periode?  
• Welk gevoel roept de foto op / wat raakt me?
• Welke gevolgen heeft het fotomoment voor mijn leven gehad?

Laat antwoorden op vragen noteren. Kunnen van pas komen bij eindverslag.

Levenslijn 1 

Zoek een rustige plek en blik terug op je leven. Wat zijn hoogtepunten, dieptepunten en stabiele perioden? 

Schrijf de gebeurtenissen op in steekwoorden en verdeel ze in drie levensgebieden:

- relatie,

- gezondheid (lichamelijk en geestelijk)

- studie/werk.

Denk niet alleen aan de momenten die jij je bewust herinnert maar neem ook die gebeurtenissen mee waar je over gehoord hebt. 

Schrijf naast de grote mijlpalen ook kleine momenten op. Dat kan gaan over iets wat je las en waar je over na bent gaan denken, een opmerking die thuis of op werd (bv ‘meer dan je best kun je niet doen’), een bijzondere of ‘toevallige’ ontmoeting. 

Levenslijn 2 

Geef elke gebeurtenis een cijfer: een 1 voor een gebeurtenis die je als heel naar hebt ervaren, een 10 voor een hele positieve, fijne gebeurtenis. 

De levenslijn maakt onderdeel uit van het verslag.

Levenslijn 3 

• Pak een vel papier en zet daar een lijn op uit.
• Noteer links je geboortejaar; rechts 2020.
• Verdeel de lijn in jaren (of blokken van 5 jaar).
• Kies voor elk levensgebied (relatie, gezondheid, studie/werk) een kleur potlood.

Levenslijn 4 

• Zet voor elke gebeurtenis die onder 'relatie' valt een stip op de levenslijn. Nare ervaringen komen onder de lijn, positieve ervaringen komen boven de lijn.  Hoe hoger of lager de stip geplaatst wordt, hoe positiever of negatiever was de ervaring. Verbind de stippen met elkaar.
• Doe hetzelfde voor de gebeurtenissen van 'gezondheid' en 'studie/werk'.

Levenslijn 5 

• Is er een spreuk, verhaal, gedicht of songtekst waar jij steun of kracht aan ontleent?
• Zoek spreuk, verhaal, gedicht of songtekst op en plaats deze onder / boven / naast jouw levenslijn.

Levenslijn 6 

• Bespreek in tweetallen elkaars levenslijn. Let op: er is geen goed of fout. Je informeert elkaar!

Volgende keer 

• Verdiep je in het  reflectiemodel van Bateson & Dilts (Moodle, bijeenkomst 2).
• Beeld jouw nest uit met symbolen, voorwerpen, spreuken e.d. die kenmerkend zijn voor jouw familie en opvoeding. Maak het nest TASTBAAR.
• Neem dit nest mee naar de tweede bijeenkomst.