This lesson contains 24 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
§1.5 Natuur- en milieurampen
H1 Landschapzones
Domein C: Aarde
VWO 6
Slide 1 - Slide
Leerdoelen §1.5
Waarom verschillen de gevolgen van milieurampen per landschapszone?
Welke rol speelt de mens bij natuur- en milieurampen?
Slide 2 - Slide
Rampen
Natuurramp: gevolg van natuurlijke processen, niet te voorkomen. Gevolgen beperken met hazard management
Milieuramp: gevolg van menselijke invloed op het milieu, oorzaak kan aangepakt worden.
Onderscheid niet altijd even duidelijk -> 'kettingreactie'
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Wat is het verschil tussen milieu- en natuurrampen?
Slide 7 - Slide
Verschillende schaalniveau's en verschillende 'sferen'.
Slide 8 - Slide
Wanneer is iets een ramp?
Wanneer de schade en/of het aantal slachtoffers van een zeer grote omvang is.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Natuurrampen ontstaan wanneer de mens te weinig rekening houdt met natuurlijke processen en zich er vervolgens door laat verrassen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Milieurampen zijn (afgezien van lekkende olietankers) het gevolg van door de mens per ongeluk op gang gebrachte of versterkte natuurlijke processen.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
www.nationalgeographic.nl
Slide 19 - Link
Verschillende schaalniveau's en verschillende 'sferen'.
Slide 20 - Slide
Aan de slag
Maak vraag 1, 2 & 5 van 1.5
Maken examentraining Opgave 1
Bespreken examentraining Opgave 1
Slide 21 - Slide
Examentraining Canada en Australië
1
Organisch materiaal uit de humuslaag is uitgespoeld naar een diepere bodemlaag waardoor deze bodem een lage chemische vruchtbaarheid heeft.
2
In gebied B. Je ziet een bodem met een grijze laag, het gevolg van uitspoeling van humus. Dit gebeurt in gebieden waar humus ontstaat en waar de neerslag groter is dan de verdamping.
Slide 22 - Slide
3
- steppeklimaat
- als gevolg van langere perioden met droogte, is er minder nuttige neerslag en kan de vegetatie niet meer van nature herstellen.
4
Hoe verder naar het westen, hoe meer irrigatiewater nodig is. De natuurlijke verklaring hiervoor is dat in het oosten meer neerslag valt dan in het westen.
Slide 23 - Slide
5
- toendra
- letter C
6
Door het koude klimaat bevindt zich permafrost in de grond (oorzaak) waardoor de nuttige neerslag niet in de bodem kan infiltreren (gevolg).